ECLI:NL:GHAMS:2006:AY6569
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- J. Deuring
- A. Aalders
- M. Laméris-Tebbenhoff Rijnenberg
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen veroordeling door politierechter in Amsterdam na vernietiging door de Hoge Raad
In deze zaak heeft het gerechtshof te Amsterdam, nevenzittingsplaats Leeuwarden, op 28 juli 2006 uitspraak gedaan in hoger beroep. De behandeling van de zaak in hoger beroep begon op 24 februari 2005, waarna het hof op 10 maart 2005 een arrest heeft gewezen. Tegen dit arrest heeft de verdachte op 24 mei 2005 beroep in cassatie ingesteld. De Hoge Raad heeft op 28 februari 2006 het arrest van het gerechtshof vernietigd en de zaak teruggewezen naar het hof om opnieuw te worden berecht. Het hof concludeert dat er een geheel nieuwe behandeling van het hoger beroep moet plaatsvinden, aangezien de eerdere procedure als niet plaatsgevonden wordt beschouwd door de beslissing van de Hoge Raad.
De verdachte heeft op 13 juli 2006 het hoger beroep ingetrokken, terwijl de behandeling ervan was voorzien op 14 juli 2006. Het hof heeft na de uitspraak van de Hoge Raad geen onderzoek ten gronde gedaan. Gezien de intrekking van het hoger beroep door de verdachte, concludeert het hof dat de verdachte geen belang meer heeft bij een onderzoek. Ook is er geen belang van de strafvordering dat het onderzoek in hoger beroep vordert. Daarom heeft het hof de verdachte niet-ontvankelijk verklaard in zijn hoger beroep.
Het arrest is gewezen door een meervoudige strafkamer, waarbij de verdachte niet ter terechtzitting is verschenen. De politierechter in de rechtbank te Amsterdam had de verdachte eerder veroordeeld tot een straf, zoals in het vonnis is omschreven. De verdachte is op de voorgeschreven wijze en tijdig in hoger beroep gekomen, maar het hof heeft verstek verleend tegen de niet verschenen verdachte. De uitspraak van het hof is aldus gedaan, waarbij de voorzitter en de andere rechters buiten staat waren om het arrest mede te ondertekenen.