ECLI:NL:GHAMS:2006:AV6832
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- J. IJland-van Veen
- A. Houben
- J. van Woensel
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de schorsing van uitleveringsdetentie na beslissing tot uitlevering
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 20 januari 2006 uitspraak gedaan in hoger beroep over de schorsing van de uitleveringsdetentie van de opgeëiste persoon. De rechtbank Amsterdam had op 21 december 2005 de uitleveringsdetentie geschorst, maar het hof oordeelt dat deze beslissing onterecht was. De rechtsgang begon met een verzoek tot schorsing van de uitleveringsdetentie, ingediend door de opgeëiste persoon, na de beslissing van de Minister van Justitie om de uitlevering toe te staan op 19 december 2005. Het hof stelt vast dat artikel 56, eerste lid, van de Uitleveringswet geen mogelijkheid biedt tot schorsing van de uitleveringsdetentie nadat de Minister van Justitie heeft besloten tot uitlevering. Het hof benadrukt dat de omstandigheid dat er nog een civiele of bestuursrechtelijke procedure loopt, niet kan leiden tot schorsing van de uitleveringsdetentie. De beslissing van de rechtbank wordt vernietigd en het verzoek tot schorsing van de uitleveringsdetentie wordt alsnog afgewezen. Het hof concludeert dat de uitleveringsdetentie van de opgeëiste persoon moet voortduren, aangezien de wet geen ruimte biedt voor schorsing in deze situatie. De advocaat-generaal heeft de beschikking ter kennis gebracht van de opgeëiste persoon, waarmee de procedure in deze zaak is afgesloten.