ECLI:NL:GHAMS:2006:AV1573

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
2 februari 2006
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
1085/2005 NOt
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Klacht tegen notaris over schending van briefgeheim en zorgvuldigheid bij postverwerking

In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 2 februari 2006 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een beslissing van de Kamer van Toezicht over de Notarissen en Kandidaat-notarissen te Rotterdam. De klacht was ingediend door mw. A.J.M. [X], die de notaris, mr. A. [Y], verwierp vanwege het openen en lezen van haar privé-post. Klaagster, de echtgenote van een oud-notaris, stelde dat de notaris onvoldoende zorgvuldigheid had betracht bij het doorsturen van haar post, die nog steeds naar het oude kantooradres van haar man werd gestuurd. De notaris erkende dat er enkele vergissingen waren gemaakt, maar betwistte dat hij opzettelijk had gehandeld of dat er sprake was van onaanvaardbare gebreken in de organisatie van zijn kantoor.

Tijdens de mondelinge behandeling op 17 mei 2005 werd de zaak besproken, waarbij zowel klaagster als de notaris hun standpunten toelichtten. De Kamer oordeelde dat de notaris niet in strijd had gehandeld met de tuchtnorm, zoals vastgelegd in artikel 98 van de Wet op het Notarisambt (WNA). De Kamer concludeerde dat de fouten die waren gemaakt, te wijten waren aan kennelijke vergissingen en dat de notaris zijn excuses had aangeboden voor de gemaakte fouten. De klacht werd ongegrond verklaard.

In hoger beroep bevestigde het hof deze beslissing, waarbij het oordeelde dat de enkele vergissingen van de notaris niet klachtwaardig waren. Het hof benadrukte dat de notaris niet opzettelijk had gehandeld en dat de organisatie van zijn kantoor geen onaanvaardbare gebreken vertoonde. De klacht van klaagster werd derhalve verworpen, en de beslissing werd openbaar uitgesproken op 2 februari 2006.

Uitspraak

GERECHTSHOF TE AMSTERDAM
TWEEDE MEERVOUDIGE BURGERLIJKE KAMER
Bij vervroeging
Beslissing van 2 februari 2006 in de zaak onder rekestnummer 1085/2005 NOT van:
MR. A.J.M. [X],
wonende te [woonplaats],
APPELLANTE,
t e g e n
MR. A. [Y],
notaris te [woonplaats],
GEÏNTIMEERDE.
1. Het geding in hoger beroep
1.1. Van de zijde van appellante, verder te noemen klaagster, is bij een op 15 juli 2005 ter griffie van het hof ingekomen verzoekschrift – met bijlagen - tijdig hoger beroep ingesteld tegen de aan deze beslissing gehechte beslissing van de kamer van toezicht over de notarissen en kandidaat-notarissen te Rotterdam, verder te noemen de kamer, van 17 mei 2005, verzonden op 17 juni 2005, waarbij de klacht van klaagster tegen geïntimeerde, hierna te noemen de notaris, ongegrond is verklaard.
1.2. Van de zijde van de notaris is op 5 augustus 2005 een verweerschrift ingediend.
1.3. De zaak is behandeld ter openbare terechtzitting van het hof van 12 januari 2006. Klaagster en de notaris zijn verschenen en hebben het woord gevoerd, klaagster aan de hand van een op voorhand aan het hof toegezonden en op 11 januari 2006 ter griffie ingekomen, pleitnotitie.
2. De feiten
2.1. Klaagster is gehuwd geweest met [A], voorheen notaris te [woonplaats], verder te noemen de oud-notaris. Het vacante protocol van de oud-notaris wordt door de notaris waargenomen.
2.2. Naar het voormalig kantooradres van de oud-notaris wordt nog steeds post gestuurd, waaronder de privé-post van klaagster en haar kinderen.
3. Het standpunt van klaagster
3.1. Klaagster verwijt de notaris dat de brieven die aan haar en/of haar kinderen zijn gericht, zijn opengemaakt en gelezen.
3.2. Voorts wordt de notaris verweten dat tot twee maal toe een brief voor klaagster bij doorzenden gericht is aan de oud-notaris.
4. Het standpunt van de notaris
4.1. De notaris betwist de standpunten van klaagster gedeeltelijk en voert het volgende aan.
4.2. De notaris heeft erkend dat het soms voor komt dat privé-post per abuis door de medewerkers van de notaris wordt geopend. Deze post wordt echter ongelezen doorgezonden aan klaagster.
4.3. De notaris erkent bovendien dat twee brieven gericht aan klaagster per ongeluk zijn doorgezonden ten name van de oud-notaris. De notaris biedt hiervoor zijn excuses aan, maar wijst klaagster er tevens op dat de post inmiddels al twee en een half jaar wordt doorgestuurd aan klaagster en dat klaagster onvoldoende maatregelen heeft getroffen om te zorgen dat haar privé-post haar op haar huisadres bereikt.
5. De beoordeling
5.1. Het hof is van oordeel dat gelet op de inhoud van het dossier en hetgeen klaagster en de notaris ter terechtzitting naar voren hebben gebracht, het aannemelijk is geworden dat per abuis enkele brieven van klaagster zijn geopend, dan wel bij het doorsturen onjuist zijn geadresseerd. Gelet op de hoeveelheid post die dagelijks op het kantoor van de notaris binnenkomt, is een enkele vergissing, zoals in het onderhavige geval heeft plaats gevonden, schier onvermijdelijk. Aangezien het aan het hof – gelet op het vorenstaande - niet is gebleken dat zulks met opzet is geschied, noch dat de organisatie van het kantoor in dit opzicht onaanvaardbare gebreken bevat, is de klacht van klaagster onterecht voor gesteld. De klacht is ongegrond.
5.2. Hetgeen partijen verder nog naar voren hebben gebracht kan als in het voorgaande reeds behandeld dan wel als in deze procedure niet ter zake dienend, buiten beschouwing blijven.
5.3. Het hiervoor overwogene leidt tot de volgende beslissing
6. De beslissing
Het hof:
- verwerpt het beroep.
Deze beslissing is gegeven door mrs. N.A.M. Schipper, A.L.G.A. Stille en P.J.N. van Os en in het openbaar uitgesproken op 2 februari donderdag 2006.
Kamer van Toezicht over de Notarissen en Kandidaat-notarissen te Rotterdam
Reg.nr. 11/05
Beslissing op een klacht als bedoeld in artikel 99 van de Wet op het notarisambt van:
mw. A.J.M. [X]
wonende te [woonplaats],
klaagster,
- tegen -
mr. A. [Y],
notaris te [plaats],
hierna te noemen de notaris.
1. Het verloop van de procedure
1.1
De Kamer heeft kennis genomen van de volgende stukken:
- Verwijsbeslissing van het Hof te Amsterdam d.d. 30 maart 2005;
- klaagschrift d.d. 24 februari 2005;
- verweerschrift d.d. 9 maart 2005;
- pleitnota van klaagster overgelegd ter zitting.
1.2
De mondelinge behandeling van de klacht heeft plaatsgevonden tijdens de vergadering van de Kamer op 17 mei 2005. Hierbij zijn zowel klaagster, bijgestaan door haar zoon en dochter, als de notaris, bijgestaan door notaris mr. J.Z. [M], verschenen. Partijen hebben hun standpunten tijdens de mondelinge behandeling nader toegelicht.
2. Inhoud van de klacht
2.1
Klaagster was de echtgenote van oud-notaris mr. [Z}. Het vacante protocol van notaris [Z] wordt door de notaris waargenomen. Naar het adres van het kantoor van oud-notaris [Z] wordt nog steeds privé post voor klaagster en haar kinderen gestuurd. Alle post geadresseerd aan het oude kantooradres van notaris [Z]l wordt automatisch doorgestuurd naar het kantoor van de notaris. Klaagster stelt dat brieven gericht aan haar zijn geopend en duidelijk zijn gelezen. Daarnaast is tot tweemaal toe een brief gericht aan klaagster bij doorzenden gericht aan iemand anders, nl. de heer [Z]. In essentie stelt klaagster dat de notaris onvoldoende zorgvuldigheid heeft betracht bij het doorsturen van privé post van klaagster en haar kinderen.
3. Standpunt van de notaris
3.1
De notaris erkent dat een tweetal brieven voor klaagster aan haar privé adres zijn doorgezonden, gericht aan haar echtgenoot. Deze fout is per ongeluk gemaakt en de notaris biedt hiervoor zijn excuses aan. Verder komt het soms inderdaad voor dat privé post van klaagster, temidden van de kantoorpost door het kantoorpersoneel per abuis geopend wordt. Post gericht aan klaagster wordt ongelezen door de notaris of zijn medewerkers doorgestuurd aan klaagster.
3.2
De notaris stelt dat al 2,5 jaar post wordt doorgestuurd aan klaagster. Klaagster heeft onvoldoende maatregelen getroffen om te zorgen dat haar privé post naar haar privé adres, waar zij al vele jaren woont, wordt gestuurd.
4. De beoordeling
4.1
Ter beoordeling van de Kamer staat of de notaris heeft gehandeld in strijd met de tuchtnorm als geformuleerd in artikel 98 van de WNA. Een notaris is aan tuchtrechtspraak onderworpen ter zake van enig handelen of nalaten in strijd met hetzij enige bij of krachtens deze wet gegeven bepaling of een op deze wet berustende verordening, hetzij met de zorg die hij als notaris behoort te betrachten ten opzichte van degenen te wier behoeve hij optreedt, alsmede ter zake van enig handelen of nalaten dat een behoorlijk notaris niet betaamt.
4.2
Uit al hetgeen is overgelegd en partijen ter mondelinge behandeling nog hebben toegelicht, is de Kamer van oordeel dat het in enkele gevallen per abuis openen van de privé post van klaagster en het foutief vermelden van de naam niet klachtwaardig is, daar er sprake is van kennelijke vergissingen. Voor zover het op de weg van de notaris had gelegen om nog meer zorgvuldigheid te betrachten met betrekking tot de privé post van klaagster, oordeelt de Kamer dat fouten, gelet op de volgens de notaris dagelijks binnenkomende stroom van post, nu eenmaal onvermijdelijk zijn en dat de notaris daarvoor ook zijn excuses heeft aangeboden.
4.3
Gelet op het vooroverwogene oordeelt de Kamer dat de klacht ongegrond is.
5. De beslissing
De Kamer van Toezicht over de Notarissen en Kandidaat-notarissen te Rotterdam,
verklaart de klacht ongegrond.
Deze beslissing is gegeven op 17 mei 2005 door mrs. F.W.H. van den Emster, mw. A.G. Scheele-Mülder, J.H.J. Preller, mw. T.J. Mellema-Kranenburg en F. Hoppel in tegenwoordigheid van de secretaris, W. Blokland.
Uitgesproken ter openbare vergadering op 16 juni 2005.
De secretaris, De voorzitter,
W. Blokland F.W.H. van den Emster
Deze beslissing is verzonden op:
Tegen deze beslissing kan binnen dertig dagen na de dag van verzending hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof te Amsterdam.
Tegen deze beslissing kan binnen dertig dagen na de dag van verzending hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof te Amsterdam.