ECLI:NL:GHAMS:2005:AU6527

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
25 augustus 2005
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
885/05 SKG
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Versnelde behandeling
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontruiming van woning na ontdekking hennepplantage

In deze zaak gaat het om een hoger beroep in een kort geding dat is aangespannen door de vereniging Woningbouwvereniging Eendracht Maakt Macht (EMM) tegen een huurder, aangeduid als [geïntimeerde]. De aanleiding voor het hoger beroep is een vonnis van de voorzieningenrechter van de rechtbank te Haarlem, waarin aan EMM was verboden om een eerder vonnis van de kantonrechter ten uitvoer te leggen. Dit eerdere vonnis had de huurovereenkomst tussen EMM en [geïntimeerde] ontbonden en de huurder veroordeeld om de woning te ontruimen, omdat er in de woning een hennepplantage was aangetroffen. De hennepplantage werd ontdekt na wateroverlast bij de buren, veroorzaakt door een overstroomde bak met modderwater waarin de hennepplanten stonden.

EMM heeft in hoger beroep vier grieven ingediend en verzocht om vernietiging van het vonnis van de voorzieningenrechter, met als doel de vorderingen van [geïntimeerde] af te wijzen. [geïntimeerde] heeft daarentegen geconcludeerd dat het hof het vonnis van de voorzieningenrechter zou moeten bekrachtigen. Het hof heeft de feiten vastgesteld zoals deze door de voorzieningenrechter zijn aangenomen, en heeft de grieven van EMM beoordeeld.

Het hof oordeelt dat de voorzieningenrechter terecht heeft overwogen dat de rechter in een executiegeschil slechts de tenuitvoerlegging van een ontruimingsvonnis kan bevelen als de executant geen in redelijkheid te respecteren belang heeft bij de uitvoering. Het hof concludeert dat er geen sprake is van een juridische of feitelijke misslag die de ontruiming zou kunnen rechtvaardigen. De omstandigheden die [geïntimeerde] aanvoert, zoals de moeilijkheid om vervangende woonruimte te vinden, zijn niet voldoende om een noodtoestand aan te nemen.

Daarom vernietigt het hof het vonnis van de voorzieningenrechter en weigert de gevraagde voorzieningen. [geïntimeerde] wordt veroordeeld in de proceskosten van beide instanties, die zijn vastgesteld op € 1.060 in eerste aanleg en € 1.270,60 in hoger beroep. Het arrest is uitgesproken op 25 augustus 2005.

Uitspraak

GERECHTSHOF TE AMSTERDAM
VIERDE MEERVOUDIGE BURGERLIJKE KAMER
ARREST
in de zaak van:
de vereniging WONINGBOUWVERENIGING EENDRACHT MAAKT MACHT, gevestigd te Zandvoort,
APPELLANTE,
procureur: mr. G.W. Kernkamp,
t e g e n
[geïntimeerde], wonende te [woonplaats],
GEÏNTIMEERDE,
procureur: mr. R.R.F. van der Mark.
1. Het geding in hoger beroep
De partijen worden hierna (ook) EMM en [geïntimeerde] genoemd.
Bij dagvaarding van 10 mei 2005 is EMM in hoger beroep gekomen van het vonnis van de voorzieningenrechter van de rechtbank te Haarlem van 14 april 2005, onder zaak-/rolnummer 111613/KG ZA 05-154 gewezen tussen [geïntimeerde] als eiser en EMM als gedaagde.
EMM heeft vier grieven voorgesteld en geconcludeerd dat het hof bij arrest uitvoerbaar bij voorraad het vonnis waarvan beroep zal vernietigen en alsnog de vorderingen van [geïntimeerde] zal afwijzen, met veroordeling van [geïntimeerde] in de kosten van het geding in beide instanties.
Daarop heeft [geïntimeerde] geantwoord en geconcludeerd dat het hof bij arrest uitvoerbaar bij voorraad het vonnis waarvan beroep zal bekrachtigen en EMM zal veroordelen in de kosten gevallen op het hoger beroep.
Ten slotte hebben partijen recht gevraagd op de stukken van beide instan-ties, waarvan de inhoud als hier ingevoegd wordt beschouwd.
2. Grieven
Voor de grieven verwijst het hof naar de desbetreffende memo-rie.
3. Feiten
De voorzieningenrechter heeft in het bestreden vonnis onder 2., a tot en met c, een aantal feiten als in deze zaak vaststaand aangemerkt. Daaromtrent bestaat tussen partijen geen geschil zodat ook het hof van die feiten zal uitgaan.
4. Beoordeling
4.1 EMM verhuurt aan [geïntimeerde] de woning [adres] te [woonplaats]. In deze woning is in mei 2004 een hennepplantage aangetroffen met ongeveer 370 hennepplanten. Dat in de woning hennepteelt plaatsvond kwam aan het licht doordat de bak met modderwater waarin de hennepplanten stonden, is overstroomd en wateroverlast bij de buren van [geïntimeerde] veroorzaakte.
4.2 Bij vonnis van 26 januari 2005 heeft de kantonrechter te Haarlem op vordering van EMM de huurovereenkomst tussen partijen ontbonden en uitvoerbaar bij voorraad [geïntimeerde] veroordeeld de woning te verlaten en te ontruimen. [Geïntimeerde] is van dit vonnis in hoger beroep gekomen.
4.3 EMM heeft [geïntimeerde] aangezegd op 24 maart 2005 tot ontruiming van de woning te zullen overgaan.
4.4 Op vordering van [geïntimeerde] heeft de voorzieningenrechter bij het vonnis waarvan beroep aan EMM verboden het hiervoor onder 4.2 genoemde vonnis van de kantonrechter te Haarlem ten uitvoer te leggen tot het moment waarop het gerechtshof te Amsterdam in de beroepszaak eindarrest zal hebben gewezen, met dien verstande dat [geïntimeerde] aan het verbod slechts rechten kan ontlenen voor zolang hij de procedure in hoger beroep voortvarend – als door de voorzieningenrechter nader omschreven – vervolgt.
4.5 De grieven richten zich gezamenlijk in de kern tegen het oordeel van de voorzieningenrechter dat EMM geen in redelijkheid te respecteren belang heeft bij het “op dit moment” ten uitvoer leggen van het vonnis van de kantonrechter.
4.6 Zoals de voorzieningenrechter met juistheid heeft overwogen kan de rechter in een executiegeschil met betrekking tot een ontruimingsvonnis slechts de staking van de tenuitvoerlegging van dat vonnis bevelen, indien hij van oordeel is dat de executant, mede gelet op de belangen aan de zijde van de geëxecuteerde die door de ontruiming zullen worden geschaad, geen in redelijkheid te respecteren belang heeft bij gebruikmaking van zijn bevoegdheid om in afwachting van de uitslag van het hoger beroep tot tenuitvoerlegging over te gaan. Van het ontbreken van een in redelijkheid te respecteren belang zal sprake kunnen zijn indien het te executeren vonnis klaarblijkelijk op een juridische of feitelijke misslag berust of indien de ontruiming op grond van na dit vonnis voorgevallen of aan het licht gekomen feiten klaarblijkelijk aan de zijde van de geëxecuteerde een noodtoestand zal doen ontstaan, waardoor een onverwijlde tenuitvoerlegging niet kan worden aanvaard.
4.7 Dat hier sprake is van een juridische of feitelijke misslag is gesteld noch gebleken. Evenmin heeft [geïntimeerde] aannemelijk gemaakt dat de ontruiming op grond van na het vonnis van de kantonrechter voorgevallen of aan het licht gekomen feiten klaarblijkelijk aan de zijde van [geïntimeerde] een noodtoestand zal doen ontstaan. Het feit dat [geïntimeerde] mogelijk moeilijk vervangende woonruimte zal kunnen vinden is door de kantonrechter reeds in de beoordeling betrokken en het enkele feit dat zijn kansen daarop verder zijn verslechterd doordat de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd van [geïntimeerde] niet is verlengd en [geïntimeerde] als gevolg daarvan is aangewezen op een bijstandsuitkering is daarvoor op zichzelf onvoldoende.
1.8 Dit betekent dat het vonnis van de voorzieningenrechter niet in stand kan blijven. De gevraagde voorzieningen dienen alsnog te worden geweigerd. [Geïntimeerde] dient als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten van beide instanties te worden verwezen.
5. Beslissing
Het hof:
vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht;
weigert de gevraagde voorzieningen;
verwijst [geïntimeerde] in de kosten van het geding in beide instanties, aan de zijde van EMM in eerste aanleg tot op heden begroot op € 1.060,= en in hoger beroep tot op heden begroot op € 1.270,60;
verklaart deze kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit arrest is gewezen door mrs. J.M.J. Chorus, A.R. van de Veen en D.J. Cohen Tervaert en in het openbaar uitgesproken op 25 augustus 2005.