ECLI:NL:GHAMS:2005:AU2497
Gerechtshof Amsterdam
- Schadevergoedingsuitspraak
- A. Bijlsma
- M.E. van Hilten
- K. Kooijman
- Rechtspraak.nl
Schadevergoeding en proceskostenvergoeding in douanerechtelijke procedure
In deze zaak heeft de Douanekamer van het Gerechtshof Amsterdam op 26 juli 2005 uitspraak gedaan over een verzoek van A B.V. te Z, ingediend namens X B.V., om toekenning van proceskosten en schadevergoeding. Het verzoek volgde op de intrekking van een beroepschrift tegen een uitspraak van de inspecteur, die eerder accijns had geheven. De inspecteur had de uitnodiging tot betaling van accijns onterecht gehandhaafd, wat leidde tot de vraag of belanghebbende recht had op vergoeding van de gemaakte proceskosten en schade. De Douanekamer verwierp het beroep van belanghebbende op strijdigheid van het Besluit proceskosten bestuursrecht met het Gemeenschapsrecht, maar oordeelde dat de Staat wel moest worden veroordeeld tot vergoeding van de schade, zijnde de kosten van rechtsbijstand in de bezwaarprocedure. De Douanekamer stelde de kosten vast op € 12.731,60, na een vermindering van € 500,--. De inspecteur werd veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van belanghebbende tot een bedrag van € 1.207,50. De uitspraak benadrukt de noodzaak van zorgvuldigheid bij het handhaven van belastingaanslagen en de mogelijkheid van schadevergoeding bij onrechtmatige handelingen van de inspecteur.