ECLI:NL:GHAMS:2005:AU1139
Gerechtshof Amsterdam
- Proceskostenveroordeling
- Rechtspraak.nl
Proceskostenveroordeling in bestuursrechtelijke procedure inzake landbouwheffingen
In deze zaak, behandeld door de Douanekamer van het Gerechtshof Amsterdam, is op 6 juni 2005 uitspraak gedaan in een geschil tussen de besloten vennootschap X B.V. en de Belastingdienst Douane. Het beroepschrift was ingediend tegen een uitspraak van de inspecteur van 27 maart 2002, waarin de belanghebbende niet-ontvankelijk werd verklaard in haar bezwaar tegen het uitblijven van een beslissing op haar verzoek om een beslissing inzake monstername. Tevens werd het verzoek tot herziening van de aangifte van 11 maart 1997 afgewezen. De belanghebbende had eerder aangifte gedaan voor de uitvoer van 249 kartons bevroren rundvlees, maar de douane had tijdens de verificatie drie monsters genomen, wat leidde tot een 'niet conform' resultaat. Hierdoor kwam de belanghebbende niet in aanmerking voor restitutie van landbouwheffingen.
Na het indienen van het beroepschrift, kenden de Productschappen voor Vee, Vlees en Eieren de eerder geclaimde restitutie alsnog toe aan de belanghebbende. De Douanekamer oordeelde dat er geen grond was voor een veroordeling in de proceskosten op basis van artikel 8:75a van de Algemene wet bestuursrecht, omdat het bestuursorgaan niet geheel of gedeeltelijk aan de belanghebbende tegemoet was gekomen in de ingetrokken procedure. De belanghebbende had het beroep ingetrokken omdat de restitutie inmiddels was toegekend, en er was geen aanleiding om de inspecteur in de kosten te veroordelen.
De Douanekamer wees het verzoek om vergoeding van proceskosten af, en de uitspraak werd op dezelfde dag ter openbare zitting gedaan. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken beroep in cassatie worden ingesteld bij de Hoge Raad der Nederlanden, waarbij griffierecht verschuldigd is.