ECLI:NL:GHAMS:2005:AT8635
Gerechtshof Amsterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- S.K. Grando
- Rechtspraak.nl
Vrijstelling van douanerechten bij invoer van sieraden en de status van terugkerende goederen
In deze zaak, behandeld door de Douanekamer van het Gerechtshof Amsterdam, is het beroep van belanghebbende, A, tegen de uitspraak van de inspecteur van de Belastingdienst/Douane West, behandeld. Het beroep betreft de vraag of de vrijstelling van douanerechten voor 'terugkerende goederen' van toepassing is op sieraden die belanghebbende heeft ingevoerd. Belanghebbende, woonachtig in Denemarken, arriveerde op 5 augustus 2002 op Schiphol met twaalf gouden armbanden, die door de douane in beslag zijn genomen wegens het niet betalen van douanerechten en omzetbelasting. De inspecteur had eerder een verzoek om kwijtschelding van deze rechten afgewezen.
Tijdens de mondelinge behandeling op 13 januari 2005 werd het standpunt van belanghebbende gepresenteerd, waarin zij stelde dat de armbanden al lange tijd in haar bezit waren en dat zij deze had omgeruild voor nieuwe exemplaren in Singapore. De inspecteur betwistte dit en stelde dat belanghebbende niet had aangetoond dat de oude sieraden als communautaire goederen konden worden aangemerkt. De Douanekamer oordeelde dat de nieuwe armbanden niet dezelfde juridische status hebben als de oude, en dat de vrijstelling voor terugkerende goederen niet van toepassing is.
De Douanekamer concludeerde dat de heffingen bij invoer terecht waren opgelegd, aangezien belanghebbende niet had aangetoond dat de sieraden eerder in het vrije verkeer waren gebracht. Het beroep werd ongegrond verklaard, en er werden geen proceskosten toegewezen. De uitspraak werd openbaar gemaakt op 23 juni 2005, en belanghebbende heeft de mogelijkheid om binnen zes weken in cassatie te gaan tegen deze beslissing.