ECLI:NL:GHAMS:2005:AS5131
Gerechtshof Amsterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- A. Bijlsma
- J.J.A.M. Kennis
- I.G.W.S. de Groot
- Rechtspraak.nl
Toekenning van proceskosten en schadevergoeding in douanerechtelijke procedure
In deze zaak heeft de Douanekamer van het Gerechtshof Amsterdam op 3 februari 2005 uitspraak gedaan over een verzoek van de besloten vennootschap X B.V. om toekenning van proceskosten en schadevergoeding. Het verzoek volgde op de intrekking van een beroepschrift tegen een uitspraak van de inspecteur van het Douanedistrict P, die op 3 januari 2003 een uitnodiging tot betaling van douanerechten had vastgesteld. De inspecteur had na bezwaar ambtshalve teruggaaf verleend, waardoor de belanghebbende geheel tegemoet was gekomen aan haar grieven. De Douanekamer oordeelde dat de inspecteur op grond van artikel 8:75a van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in de kosten moest worden veroordeeld, omdat hij onrechtmatig had gehandeld door de uitnodiging tot betaling vast te stellen en deze na bezwaar te handhaven. De Douanekamer wees het verzoek om integrale kostenvergoeding af, omdat de inspecteur niet dermate onzorgvuldig had gehandeld dat sprake was van bijzondere omstandigheden. De kosten van rechtsbijstand in de bezwaarprocedure werden vastgesteld op € 2.403,81, de kosten van de bankgarantie op € 387,72, en de kosten van de civiele procedure op € 6.072,52. De totale schadevergoeding werd vastgesteld op € 8.864,05, die de Staat aan de belanghebbende moest vergoeden. De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheden van de inspecteur in douanerechtelijke procedures en de voorwaarden waaronder proceskosten en schadevergoeding kunnen worden toegewezen.