ECLI:NL:GHAMS:2005:AS4305
Gerechtshof Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- C. Schaap
- I.S. Kuijken
- Rechtspraak.nl
Navorderingsaanslag inkomstenbelasting en premieheffing volksverzekeringen na administratieve afhandeling
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 14 januari 2005 uitspraak gedaan in een geschil tussen belanghebbende X en de Inspecteur van de Belastingdienst P. De zaak betreft een navorderingsaanslag in de inkomstenbelasting/premieheffing volksverzekeringen (IB/PVV) voor het jaar 2000, die door de inspecteur werd opgelegd na een onderzoek naar de lijfrentepremieaftrek over de jaren 1995 tot en met 1999. Belanghebbende had in 1990 een kapitaalverzekering met lijfrenteclausule afgesloten, waarbij de indruk was gewekt dat deze voor 15 oktober 1990 was gesloten. De belastingdienst concludeerde echter dat de verzekering pas na deze datum tot stand was gekomen, waardoor de overgangsregeling van artikel 75 van de Wet op de inkomstenbelasting 1964 niet van toepassing was op de jaarlijkse premie van ƒ 3.000.
De inspecteur kondigde in 2003 een navorderingsaanslag aan voor het jaar 2000, ondanks dat de aangifte voor dat jaar administratief was geregeld zonder correctie. Het geschil draaide om de vraag of de inspecteur gerechtigd was om deze navorderingsaanslag op te leggen, gezien het feit dat de eerdere aanslagen over de jaren 1995 tot en met 1999 al definitief waren vastgesteld. Het Hof oordeelde dat er geen sprake was van een administratieve vergissing die navordering rechtvaardigde, en dat belanghebbende niet te kwader trouw was bij het opvoeren van de aftrekpost in zijn aangifte.
Het Hof verklaarde het beroep van belanghebbende gegrond, vernietigde de uitspraak van de inspecteur en de navorderingsaanslag, en veroordeelde de inspecteur tot vergoeding van de proceskosten. De uitspraak is openbaar gemaakt en belanghebbende kan binnen zes weken beroep in cassatie instellen bij de Hoge Raad der Nederlanden.