5. Het standpunt van de inspecteur
5.1. Het product is naar objectieve kenmerken en eigenschappen een ballon. Nu in de GS-Toelichting op post 9503 ballonnen onder speelgoed worden begrepen, dient het product ingedeeld te worden met toepassing van indelingsregel 1 onder post 9503, als zijnde “ander speelgoed”. Hieraan doet niet af dat de ballonnen wellicht niet in specifiek daarvoor bestemde gelegenheden worden verkocht. Ook in Verordening 442/2000 is de indeling vastgesteld op basis van de algemene regel 1, waarbij voor de verdere onderverdeling binnen de post ook indelingsregel 6 is toegepast.
5.2. Het onderhavige product is niet een “feestartikel” als bedoeld bij post 9505. Het voldoet namelijk niet aan de in de GS-Toelichting op post 9505 gestelde eis van “eenvoudige en weinig sterke makelij”. Het product kan, hoewel het slechts eenmaal kan worden opgeblazen, langdurig worden gebruikt. Door de sluitstrip en de kwaliteit van de folie ontsnapt er vrijwel geen lucht of gas. Feestelijke teksten op de ballonnen zijn geen indicatie dat de goederen als feestartikel moeten worden ingedeeld. Steun hiervoor is te vinden in Verordening 442/2000. Als aan toepassing van regel 3a
zou worden toegekomen, dan geeft post 9503 de meest specifieke omschrijving van het product.
5.3. Aan toepassing van regel 3c kan niet worden toegekomen, omdat het produkt kan worden ingedeeld met behulp van regel 1 dan wel regel 3a.
5.4. Het product heeft de objectieve kenmerken en eigenschappen van een ballon. Uit de GS-Toelichting op post 9503 blijkt dat onder andere ballonnen onder deze post dienen te worden begrepen. Of het product aan de binnenzijde dan wel aan de buitenzijde is voorzien van een opgedampte laag aluminium, kan niet wegnemen dat het artikel naar objectieve kenmerken en eigenschappen een ballon blijft. Met behulp van toepassing indelingsregels 1 en 6 moet het onderhavige artikel worden ingedeeld onder post 9503 90 32, als zijnde “ander speelgoed van kunststof”.
Gezien het voorgaande is Verordening 442/2000 niet onverenigbaar met de tekst van de gecombineerde nomenclatuur. De in de Verordening omschreven ballon kan worden gerangschikt onder post 9503 van het GDT. De Verordenig is niet in strijd met de algemene regels voor de interpretatie van de gecombineerde nomenclatuur en evenmin onverenigbaar met de tekst van de gecombineerde nomenclatuur.
5.5. De ballonnen waarvoor de BTI is afgegeven voldoen aan het product dat in Verordening 442/2000 is omschreven. Niet van belang is of de laag aluminium aan de binnenzijde, dan wel aan de buitenzijde is opgedampt. Het produkt verandert namelijk niet wezenlijk indien, zoals hier het geval is, de laag aluminium aan de buitenzijde is aangebracht.
5.6. Ter zitting heeft de inspecteur daaraan het volgende toegevoegd.
De inspecteur bevestigt dat de ballon die door belanghebbende bij het beroepschrift is overgelegd dezelfde is als die door belanghebbende bij de BTI-aanvraag is overgelegd.
Zaak nr. 01/90257 DK ziet op een ander soort ballonnen dan de onderhavige; de ballonnen in die zaak worden per 10 à 50 stuks tegelijk verkocht, zijn veel goedkoper en bestemd voor eenmalig gebruik; bovendien zijn ze van een ander materiaal vervaardigd en hebben ze geen ventiel.
De ballonnen zijn haast overal te koop, onder andere bij pretpark Six Flags. De prijs ervan is ongeveer € 5 per stuk. De inspecteur kan niet aangeven of het product ook in speelgoedwinkels wordt verkocht.
De spelfunctie bestaat hieruit dat de ballon omhoog en omlaag kan.
De omschrijving van het artikel in het verweerschrift als “feestballon” moet worden gelezen als “ballon”.
Voor de indeling maakt het niet uit of de ballonnen een opdruk hebben of niet; zowel met als zonder opdruk zijn de ballonnen als speelgoed te beschouwen.
Het is mogelijk om lucht bij te blazen; je kunt dus niet zeggen dat de ballon voor eenmalig gebruik is.
De onderhavige ballon is veel sterker dan een rubberen ballon.