GERECHTSHOF TE AMSTERDAM
ONDERNEMINGSKAMER
BESCHIKKING van 29 december 2004 in de zaak met rekestnummer 1199/2004 OK van
DE ONDERNEMINGSRAAD VAN GASTEC HOLDING N.V.,
gevestigd te Apeldoorn,
VERZOEKER,
advocaat: MR. J.B.H.M. HERMES,
procureur: MR. A. VOLDERS,
de naamloze vennootschap
GASTEC HOLDING N.V.,
gevestigd te Apeldoorn,
VERWEERSTER,
advocaat: MR. R.A.A. DUK,
procureur: MR. B.J.H. CRANS.
1. Het verloop van het geding
1.1 Verzoeker (hierna de ondernemingsraad te noemen) heeft bij op 1 oktober 2004 ter griffie van de Ondernemingskamer ingekomen verzoekschrift met producties de Ondernemingskamer verzocht - zakelijk weergegeven - bij beschikking, uitvoerbaar bij voorraad,
1) te verklaren dat verweerster (hierna Gastec te noemen) niet in redelijkheid heeft kunnen komen tot haar besluit tot herstructurering van 2 september 2004;
2) Gastec te verplichten het besluit in te trekken;
3) Gastec te verbieden handelingen te verrichten ter uitvoering van het besluit of onderdelen daarvan;
4) Gastec te verplichten de gevolgen van het besluit, voor zoveel reeds ten uitvoer gelegd, ongedaan te maken.
1.2 Gastec heeft bij op 25 november 2004 ter griffie van de Ondernemingskamer ingekomen verweerschrift de Ondernemingskamer verzocht - zakelijk weergegeven - het verzoek van de ondernemingsraad af te wijzen.
1.3 Het verzoek is behandeld ter openbare terechtzitting van de Ondernemingskamer van 9 december 2004, alwaar mr. Hermes en mr. Duk de standpunten van partijen nader hebben toegelicht, beiden aan de hand van aan de Ondernemingskamer overgelegde pleitnotities en onder overlegging van drie onderscheidenlijk één - op voorhand aan de Ondernemingskamer gezonden - (nadere) productie(s).
2.1 Gastec houdt een onderneming in stand die zich (onder meer) toelegt op het ontwikkelen, onderhouden en exploiteren van technische kennis op het gebied van de voorziening en het gebruik van gas als energiedrager en als grondstof, alsmede op het verlenen van diensten op dit gebied. De werkzaamheden worden uitgevoerd door een drietal dochtervennootschappen van Gastec, te weten Gastec Certification B.V., Gastec Technology B.V. en Dejatech B.V.
2.2 Gastec heeft op 14 november 2003 een door haar (interim)bestuurder opgestelde "Financiële Knelpuntenanalyse" aan de ondernemingsraad doen toekomen, waaruit onder meer naar voren komt dat Gastec in de periode van begin 2000 tot medio 2002 een belangrijk deel van haar liquide middelen (de zogenaamde "Plugpowergelden" ad circa € 14,8 miljoen) heeft besteed ten behoeve van een strategische koers van diversificatie en groei, met name ook door de verwerving van productiegerichte activiteiten. In de analyse wordt geconstateerd dat:
vanuit een beleidsmatig perspectief én met de wijsheid van nu, (…) wij té lang zijn doorgegaan met deze strategie (…).
2.3 De ondernemingsraad heeft de betreffende analyse voorgelegd aan zijn extern adviseur, P.T. Lakeman, die daarover een rapport heeft geschreven dat vervolgens (zowel in concept als in de definitieve versie) aan Gastec is voorgelegd. In een memo hierover van 31 januari 2004 van Gastec aan de ondernemingsraad is onder meer vermeld:
Lakeman en ik zijn het op een majeur punt ook eens: het 'wegraken' van het PP-geld ligt aan het besluit actief te worden in de productie (…). (…) Vandaar de noodzaak nú voor strategiewijziging en - aanvullend - herstructurering (…).
2.4 Gastec heeft de ondernemingsraad op 2 februari 2004 advies gevraagd over een voorgenomen besluit tot herstructurering van Gastec en haar dochtervennootschappen. Dit voorgenomen besluit hield, behalve een wijziging van de strategie van Gastec en haar dochtervennootschappen van (mede) productiebedrijf naar (uitsluitend) kennisbedrijf, met name ook in een zogenaamde 'formatiereductie' met 56 full time equivalents (van 187 fte naar 131 fte). Overigens is in deze adviesaanvraag, onder "Sociaal beleidskader", vermeld:
De gevolgen voor het personeel waarvan de werkgelegenheid bij Gastec zal verdwijnen, zullen worden opgevangen met behulp van een nader met de vakbonden uit te onderhandelen sociaal beleidskader.
2.5 Gastec heeft de ondernemingsraad - desgevraagd - bij brief van 16 februari 2004 van nadere informatie met betrekking tot de adviesaanvraag voorzien.
2.6 Voorts heeft Gastec op 16 februari 2004 aan ABVA KABO FNV en aan CNV Publieke Zaak een concept voor een "Sociale Paragraaf Gastec" gezonden.
2.7 Op 23 februari 2004 heeft - in aanwezigheid van een drietal kaderleden als toehoorders - een gesprek tussen Gastec en de hiervoor genoemde vakorganisaties plaatsgevonden. De vakorganisaties hebben daarin laten weten dat zij - kort gezegd - pas bereid zijn om over de sociale paragraaf te overleggen, indien éérst een (redelijke) consensus met de ondernemingsraad over (de adviesaanvraag betreffende) het herstructureringsplan is bereikt.
2.8 Nadat hij bij brief van 2 maart 2004 Gastec om nadere informatie had verzocht, heeft de ondernemingsraad op 29 maart 2004 over het voorgenomen besluit advies uitgebracht. De ondernemingsraad heeft daarin te kennen gegeven dat hij het afstoten van de productiebedrijven van harte steunt, maar zich grote zorgen maakt over de manier waarop dat gebeurt en dat hij adviseert om het voorgenomen besluit niet te nemen, omdat - kort gezegd - een ondernemingsplan ontbreekt, de noodzaak noch de wenselijkheid van het besluit uit de verstrekte informatie blijkt en er nog geen zicht is op een akkoord met de vakorganisaties over maatregelen ter bestrijding van de negatieve gevolgen voor het personeel.
2.9 Bij brief van 19 mei 2004 heeft (de bestuurder van) Gastec de ondernemingsraad onder meer als volgt bericht:
Allereerst bedank ik de OR voor het uitbrengen van zijn advies over het pakket voornemens tot herstructurering van ons bedrijf. Het advies is gevraagd in het vertrouwen dat het zou komen tot tijdige overeenstemming over een Sociaal Plan. Dat is niet gebeurd, omdat de bonden overleg weigeren totdat een besluit voorligt. Dat besluit moet echter aandacht besteden aan de personele gevolgen en de naar aanleiding daarvan te nemen maatregelen. De weigering van de bonden noopt mij tot een wat andere aanpak dan eerder voorzien. Die andere aanpak is dat ik in dit document aangeef waarom ik door uw advies niet van de hoofdlijnen van mijn voornemen wordt afgebracht en tegelijkertijd welke maatregelen ik overweeg te nemen naar aanleiding van de personele gevolgen van mijn nader voorgenomen besluit.
(…)
Mijn verzoek aan u is om met mij het navolgende te bespreken, waarna mijn vraag aan u is of een en ander aanleiding geeft om uw advies aan mij bij te stellen (…).
2.10 Aan de vakorganisaties heeft (de bestuurder van) Gastec bij brief van 27 mei 2004 onder meer het volgende laten weten:
In het op 1 november 2001 afgesloten Sociaal Plan Gastec is in artikel 13.3 bepaald dat "indien partijen van oordeel zijn dat bepalingen in dit Sociaal Plan ontoereikend of ondoelmatig zijn, kunnen in nader overleg tussen partijen bepalingen in dit Sociaal Plan worden gewijzigd c.q. toegevoegd.".
(...)
Nadat in het vierde kwartaal de noodzaak tot herstructurering van Gastec naar voren gebracht is, heeft Gastec ABVAKABO FNV en CNV Publieke Zaak op 14 januari 2004 opnieuw uitgenodigd voor een bijeenkomst met het doel te spreken over de contouren van een sociaal kader voor Gastec. Deze uitnodiging is op 16 februari en 19 april herhaald. De laatste uitnodiging om tot overleg te komen is op 19 mei naar u gezonden.
Aangezien het ondanks de herhaalde pogingen van Gastec niet gelukt is om in overleg te treden over een nieuw Sociaal Plan voor Gastec, rest mij nu niets anders dan gebruik te maken van het bepaalde in artikel 13.1 van het Sociaal Plan Gastec.
Op grond van dit artikel zeg ik hierbij het Sociaal Plan Gastec, dat ingegaan is op 1 november 2001, op per de eerstvolgende afloopdatum, zijnde 1 november 2004.
2.11 Bij brief van 1 juni 2004 hebben de vakorganisaties - in antwoord op de in het voorgaande citaat genoemde uitnodiging van Gastec van 19 mei 2004 - aan Gastec laten weten dat zij het nog te vroeg vinden om onderhandelingen over een sociale paragraaf te starten, omdat zij hopen dat er binnen een afzienbare termijn meer helderheid zal komen omtrent de personele gevolgen van de reorganisatie.
2.12 Op 30 juni 2004 heeft de ondernemingsraad opnieuw (negatief) geadviseerd over de voorgenomen herstructurering. Daarbij heeft de ondernemingsraad onder meer opgemerkt:
Gastec heeft een Sociaal Plan. Dit Sociaal Plan kent een op de CAO gebaseerde werkgarantie. Naar mening van de OR dient dit Sociaal Plan gehanteerd te worden bij reorganisaties en herstructurering. De CAO waarop het Sociaal Plan gebaseerd is, bepaalt dat het Sociaal plan de status heeft van CAO. Niet alleen kan van een CAO niet eenzijdig worden afgeweken, een CAO kent ook nawerking. De ondernemingsraad stelt vast dat de directie over het ter advisering voorgelegde Sociaal Plan geen overeenstemming heeft bereikt met de vakorganisaties. De directie motiveert ook niet waarom zij voornemens is om van het geldende sociaal plan af te wijken.
(…)
De ondernemingsraad adviseert de directie om haar voorgenomen besluit niet te nemen en nader in overleg te treden met de bonden over de wijze waarop de sociale gevolgen van de herstructurering zullen worden opgevangen. Indien dit overleg resulteert in overeenstemming, wenst de ondernemingsraad deze uitkomsten nader in zijn advies te kunnen betrekken.
2.13 De ondernemingsraad heeft in zijn advies verder geconcludeerd - kort gezegd - dat de (financiële) gegevens waarop Gastec haar (voorgenomen) besluit heeft gebaseerd inmiddels zijn achterhaald en een tè negatief beeld van de (financiële) situatie van Gastec geven, zodat deze het besluit niet kunnen dragen. In dit verband luidt de conclusie van de ondernemingsraad als volgt:
Bij de voorgestelde maatregelen en berekeningen zou den winst op € 3,3 mln uitkomen. Aangezien het financiële doel van de herstructurering wordt gevormd door het beëindigen van de verliessituatie hoeven de maatregelen slechts tot een netto besparing van € 0,9 mln te leiden en niet tot een netto besparing van € 4,2 mln.
De ondernemingsraad heeft zijn advies besloten met het vermelden van tien maatregelen welke Gastec volgens hem "als een pakket" moet nemen. De tiende maatregel betreft het doen vervallen van circa 21, in plaats van 56, fte, hetgeen zou resulteren in een besparing van € 2.137.090 en als volgt wordt gemotiveerd:
Aangezien het verlies zonder personele maatregelen op niet meer dan € 0,9 mln uitkomt, wordt met deze kostenreductie het gestelde financiële doel ten volle bereikt, zelfs zonder dat extra inkomsten worden gegenereerd (…).
2.14 Nadat op 31 augustus 2004 opnieuw een overlegvergadering tussen Gastec en de ondernemingsraad had plaatsgevonden, heeft Gastec de ondernemingsraad bij brief van 2 september 2004 onder meer als volgt bericht:
Uw nader advies van 30 juni heb ik in goede orde ontvangen. Mijn besluit volgt eerst nu, vanwege een aantal redenen. De spoedeisendheid van de te nemen maatregelen blijft onverkort gelden. (…)
Deze brief bestaat uit drie delen:
1. mijn concrete puntsgewijze reactie op uw nader advies
2. mijn overige belangrijkste argumenten en overwegingen voor mijn besluit, in vervolg op mijn puntsgewijze reactie op uw 'nader advies'
3. mijn besluit
(…)
- BESLUIT - (…)
1. Gastec wordt op basis van de genoemde strategische keuzes omgevormd naar een kennisbedrijf. Er zijn nog aanvullende maatregelen (naast de al afgeronde) nodig met als strekking:
? Afhechten sluiting van Gastec Deutschland GmbH
? Afhandelen bankruptcy Energy International Inc.
2. De omvang van de organisatie zal in overeenstemming worden gebracht met de omvang die uit de business benadering, scenario 2B, op ondernemingsniveau tot een positief resultaat leidt, te weten ca. 131 Fte. De personeelssterkte wordt in samenhang met het voorgaande verminderd daar waar bedrijfsactiviteiten worden afgestoten danwel gestopt en/of functies verdwijnen, en in redelijkheid verdeeld over alle niveaus in de organisatie.
(…)
9. Om de personele gevolgen van de herstructurering te regelen is voorzien in een herziene Sociale Paragraaf, zoals bijgevoegd bij het nader voorgenomen besluit.
2.15 In de toelichting op het besluit is onder meer vermeld:
Ten aanzien van het Sociaal Plan ontwikkelt de Ondernemingsraad onder 1.2 op dit punt een argumentatie die erop neerkomt dat kennelijk een werkgelegenheids-garantie nog zou moeten doorwerken in dit plan. Het Sociaal Plan geldt tot de einddatum daarvan. Ook al heeft dat Plan de status van CAO, de werkgelegen-heids-garantie daaruit betreft niet de periode na afloop daarvan. Vandaar dus dat wij voorzien in het nemen van maatregelen via het concept Sociale Paragraaf (die dus voor het Sociaal Plan in de plaats komt), bij gebreke van overeenstemming met bonden, zoals wij dat thans voornemens zijn. Eerder gaven wij al aan dat de directie zeker bereid is, zelfs na het nemen van dit besluit, te bezien of de Sociale Paragraaf op enig draagvlak bij de bonden kan rekenen.
(...)
[O]p dit moment [moet] volledige prioriteit (…) worden gegeven aan het bereiken van een situatie waarbij geen structurele verliezen in de toekomst meer worden gemaakt. Dat is tot op de dag van vandaag niet het geval. Inmiddels heeft de OR (…) uitgebreide toelichting gekregen op het halfjaarresultaat 2004 en (…) het verwachte resultaat voor geheel 2004. Hierbij is uiteengezet dat het structurele resultaat voor geconsolideerd Gastec uitkomt op - € 2,4 M.
3. De gronden van de beslissing
3.1 De ondernemingsraad heeft aan zijn standpunt dat Gastec in redelijkheid niet tot het bestreden besluit heeft kunnen komen, ten grondslag gelegd dat (i) Gastec hem - in strijd met het bepaalde in artikel 31 lid 1 van de Wet op de ondernemingsraden en met een tussen Gastec en de ondernemingsraad overeengekomen medezeggenschapsconvenant - onvoldoende (tijdig) van informatie heeft voorzien, (ii) de door Gastec aan het (voorgenomen) besluit ten grondslag gelegde (financiële) gegevens een onjuist beeld van de werkelijkheid geven en voor een groot deel inmiddels zijn achterhaald, zodat de motivering van Gastec het (voorgenomen) besluit - met name met betrekking tot de door Gastec gestelde noodzaak van vermindering van het aantal personeelsleden met 56 fte - niet kan dragen, (iii) Gastec onvoldoende heeft gedaan om de nadelige personele gevolgen van de herstructurering te ondervangen, met name omdat zij het bestaande Sociaal Plan heeft opgezegd en met de vakorganisaties geen overeenstemming over een (nieuw) Sociaal Plan heeft bereikt en (iv) ten onrechte niet is overgegaan tot versterking dan wel vervanging van haar bestuur.
3.2 De Ondernemingskamer overweegt dienaangaande het volgende. Wat betreft de sub (i) genoemde grond kan in het midden blijven of en in hoeverre Gastec de ondernemingsraad in het kader van de eerste adviesaanvraag van 2 februari 2004 voldoende (tijdig) van informatie heeft voorzien. Voorzover de informatie-verstrekking in het kader van deze eerste adviesaanvraag onvoldoende was, heeft Gastec zulks naar het oordeel van de Ondernemingskamer (voldoende) geheeld in het kader van haar tweede adviesaanvraag van 19 mei 2004. De ondernemingsraad heeft althans niet (voldoende) duidelijk gemaakt op welke onderdelen nog nadere informatie zou moeten worden verstrekt, of op welke punten het door hem overgelegde medezeggenschapsconvenant zou zijn geschonden.
3.3 De ondernemingsraad heeft voorts (wel) nog gesteld, dat Gastec een deel van de stukken waarnaar zij in haar toelichting op het (voorgenomen) besluit heeft verwezen, zonder nadere toelichting en zonder het verband met de adviesaanvraag aan te geven, bij het secretariaat van de ondernemingsraad heeft gedeponeerd, doch deze omstandigheid als zodanig kan niet bijdragen aan het oordeel dat het bestreden besluit in redelijkheid niet genomen had kunnen worden. De Ondernemingskamer acht aannemelijk dat een zodanige wijze van ter beschikking stellen van van belang zijnde stuken in verband met een adviesaanvraag een tussen de ondernemingsraad en (de bestuurder van) Gastec gebruikelijke praktijk betrof, waartegen van de kant van de ondernemingsraad op zichzelf geen bezwaar bestond. Bovendien is gesteld noch gebleken dat de ondernemingsraad niet begreep - dan wel niet kon begrijpen - welke stukken betrekking hadden op de adviesaanvraag, of dat zij van die stukken ten gevolge van de wijze waarop zij aan hem werden verstrekt in redelijkheid geen kennis heeft kunnen nemen.
3.4 Wat betreft de sub (ii) genoemde grond, dat de door Gastec aan het (voorgenomen) besluit ten grondslag gelegde (financiële) gegevens een onjuist beeld van de werkelijkheid geven en voor een groot deel inmiddels zijn achterhaald, zodat de motivering van Gastec het (voorgenomen) besluit niet kan dragen, overweegt de Ondernemingskamer als volgt.
3.5 Gebleken is dat de (financiële) situatie van Gastec in de loop van 2004 (enigszins) is verbeterd ten opzichte van voorgaande jaren. Aannemelijk is dat zulks met name het gevolg is geweest van de strategiewijziging die samenhangt met het bestreden besluit en die - zonder dat overigens de ondernemingsraad daartegen bezwaar heeft gemaakt - door Gastec reeds aan het begin van 2004 in gang werd gezet. Het beeld dat uit de overgelegde cijfers over 2004 en de opstellingen terzake van de ondernemingsraad en zijn adviseur naar voren komt, wijkt echter niet dusdanig af van het door Gastec aan haar besluit ten grondslag gelegde 'scenario 2B', dat Gastec, mede gelet op de kanttekeningen daarbij zoals opgenomen in de toelichting bij haar besluit van 2 september 2004, op grond van dit gewijzigde beeld in redelijkheid niet tot het bestreden besluit kon komen zonder - zoals de ondernemingsraad kennelijk betoogt dat had dienen te geschieden - het aantal te reduceren fte te verminderen, dan wel meer middelen beschikbaar te stellen voor een Sociaal Plan,.
3.6 Ook de ontwikkelingen zoals deze zich na het genomen zijn van het bestreden besluit hebben voorgedaan bieden naar het oordeel van de Ondernemings-kamer onvoldoende grond voor een conclusie in de door de ondernemingsraad bepleite zin. Daarbij heeft de Ondernemingskamer met name in aanmerking genomen dat Gastec weliswaar niet (voldoende) heeft betwist dat een aantal nieuwe functies gecreëerd zal (moeten) worden - met name ten gevolge van nieuwe opdrachten, zoals de opdracht van EnergieNed, waarmee volgens de ondernemingsraad extra werkgelegenheid voor circa 7 fte is gemoeid - en dat voorts - overigens in het jaar 2004 - sprake is geweest van een 'uitstroom' van (circa 36) medewerkers, van wie de functies (deels) opnieuw zullen moeten worden ingevuld, maar dat zij gemotiveerd heeft gesteld dat deze ontwikkelingen op zichzelf de noodzaak tot reductie van de organisatie - in abstracto - met 56 fte niet raken. De door de ondernemingsraad aangedragen berekeningen leiden naar het oordeel van de Ondernemingskamer niet tot de conclusie dat Gastec dit standpunt in redelijkheid niet heeft kunnen innemen. De Ondernemingskamer is dan ook - met Gastec - van oordeel dat de bewuste ontwikkelingen enkel tot gevolg hebben dat Gastec bij haar (verdere) besluitvorming over de vraag hoe de herstructurering - in concreto - gestalte dient te krijgen, telkens zal moeten bezien in hoeverre het mogelijk is dat overtollige medewerkers worden geplaatst in de hiervoor bedoelde nieuwe functies of in functies van medewerkers die vertrokken zijn zonder dat hun positie in het kader van de herstructurering komt te vervallen. In dit verband overweegt de Ondernemingskamer, ten overvloede, nog dat tussen partijen niet in discussie is dat daarbij en in het algemeen bij de daadwerkelijke reductie van het aantal medewerkers de medezeggenschapsrechten van de ondernemingsraad volledig gerespecteerd zullen (dienen te) worden.
3.7 Wat betreft de sub (iii) genoemde grond staat vast dat tussen Gastec en de vakorganisaties geen overeenstemming over een Sociaal Plan is bereikt. Anders dan de ondernemingsraad heeft gesteld is zulks echter op zichzelf en zonder méér niet voldoende voor het oordeel dat het bestreden besluit kennelijk onredelijk is.
3.8 In het onderhavige geval is niet (voldoende) gebleken van feiten en omstandigheden die een zodanig oordeel niettemin zouden kunnen rechtvaardigen. Gastec heeft naar het oordeel van de Ondernemingskamer voldoende serieuze pogingen gedaan om met de vakorganisaties in overleg te geraken en tot overeen-stemming te komen. Dat zulks niet is gelukt kan haar, nu zij zich geconfronteerd zag met een weigering van de vakorganisaties om tot (inhoudelijk) overleg over te gaan, niet worden verweten. Zulks te minder, nu de afhoudende opstelling van de vakorganisaties in overwegende mate werd ingegeven door de afwijzende houding van de ondernemingsraad tegenover de voorgenomen herstructurering. Dat die afhoudende opstelling van de vakorganisaties, zoals de ondernemingsraad heeft gesteld, werd ingegeven door een aan Gastec te verwijten gebrek aan informatie over de voorgenomen herstructurering, acht de Ondernemingskamer niet althans niet (voldoende) gebleken.
3.9 Naar het oordeel van de Ondernemingskamer kon Gastec tegen de achtergrond van het voorgaande volstaan met het voorleggen - bij haar tweede adviesaanvraag van 19 mei 2004 - aan de ondernemingsraad van de door haar zonder medewerking van de vakorganisaties opgestelde sociale paragraaf. Daarmee heeft zij - anders dan de ondernemingsraad heeft gesteld, althans gesuggereerd - de ondernemingsraad voldoende in de gelegenheid gesteld om zijn zienswijze over de bewuste sociale paragraaf kenbaar te maken.
3.10 Wat betreft de inhoud van de sociale paragraaf heeft de ondernemingsraad nog gesteld dat Gastec ten onrechte - immers in afwijking van het eerder overeengekomen Sociaal Plan - geen werkgelegenheidsgarantie heeft opgenomen. Deze stelling dient naar het oordeel van de Ondernemingskamer te worden verworpen, nu het eerdere Sociaal Plan door Gastec werd opgezegd - de Ondernemingskamer heeft onvoldoende aanleiding aan de rechtsgeldigheid van deze opzegging te twijfelen - en de onderhavige sociale paragraaf eerst na de beëindiging van het eerdere Sociaal Plan per 1 november 2004 in werking is getreden. Aldus stond het Gastec, bij het formuleren van het concept van het nieuwe Sociaal Plan, vrij op dit punt van het eerdere Sociaal Plan af te wijken. Dat zij hiertoe overigens - in het licht van haar financiële situatie - in redelijkheid niet had mogen besluiten acht de Ondernemingskamer tegen de achtergrond van het voorgaande niet (voldoende) gebleken.
3.11 Ter adstructie van de sub (iv) genoemde grond heeft de ondernemingsraad gesteld - zakelijk weergegeven - dat het bestuur van Gastec er onvoldoende blijk van heeft gegeven zich voor de bij Gastec ontstane situatie verantwoordelijk te achten en dat hij er weinig vertrouwen meer in heeft dat het bestuur - dat Gastec, naar zij heeft aangegeven, niet zal versterken of vervangen - het tij voor Gastec kan keren. Voor het oordeel dat Gastec in redelijkheid niet, althans niet zonder vervanging dan wel versterking van haar bestuur, tot het bestreden besluit had kunnen komen, is de juistheid van de feitelijke grondslag van het gestelde evenwel onvoldoende komen vaststaan.
3.12 De slotsom van het vorenoverwogene is dat het verzoek van de ondernemingsraad dient te worden afgewezen.
wijst het verzoek van verzoeker af.
Deze beschikking is gewezen door mr. Willems, voorzitter, mr. Faase en mr. Schrage, raadsheren, Den Hoed RA en mr. Bax, raden, in tegenwoordigheid van mr. Van de Vorst-Glerum, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van de Ondernemings--kamer van 29 december 2004.
coll.: