ECLI:NL:GHAMS:2004:AR7359
Gerechtshof Amsterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- F.H.M. Possen
- E.N. Punt
- M.E. van Hilten
- Rechtspraak.nl
Onbevoegdheid Douanekamer inzake antidumpingrechten en proceskostenveroordeling
In deze zaak heeft de Douanekamer van het Gerechtshof Amsterdam zich onbevoegd verklaard met betrekking tot een beroep tegen een uitnodiging tot betaling van antidumpingrechten. Het beroep was ingediend door de besloten vennootschap D B.V. tegen een uitspraak van de inspecteur van het Douanedistrict X, die het bezwaar van belanghebbende tegen de opgelegde antidumpingrechten had afgewezen. De Douanekamer verwijst naar een arrest van de Hoge Raad van 20 februari 2004, waarin werd vastgesteld dat artikel 30d van de Algemene wet inzake rijksbelastingen enkel betrekking heeft op bezwaren tegen indelingen in het douanetarief en niet op uitnodigingen tot betaling van heffingen. Hierdoor kon de Douanekamer niet ingaan op de inhoudelijke bezwaren van belanghebbende.
De feiten van de zaak zijn als volgt: belanghebbende had op 2 maart 1998 aangifte gedaan voor de invoer van schoeisel uit China en ontving een uitnodiging tot betaling van antidumpingrechten. Na een bezwaarprocedure, waarin belanghebbende stelde dat de goederen geen schoenen maar slippers waren, werd het bezwaar afgewezen. De Douanekamer oordeelde dat de inspecteur geen nieuwe beslissing had genomen over de indeling van de goederen in het douanetarief, waardoor de Douanekamer niet bevoegd was om het beroep te behandelen.
De Douanekamer heeft de inspecteur veroordeeld in de proceskosten, vastgesteld op € 724,50, en gelast dat het griffierecht van € 204,20 aan belanghebbende wordt vergoed. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 7 december 2004, en er is een mogelijkheid tot cassatie binnen zes weken na de verzenddatum van de uitspraak.