Uitspraak
GERECHTSHOF TE AMSTERDAM
Douanekamer
Uitspraak
in de zaak nr. 04/3956 DK
de dato 30 november 2004
1. De procedure
1.1. Belanghebbende, de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid A B.V. te H, heeft op 11 mei 1999 bij de ambtenaren van het Douanedistrict R een aanvraag voor een bindende tariefinlichting (hierna: BTI) ingediend. Op 14 augustus 2000 is deze BTI afgegeven.
Op 29 augustus 2000 heeft belanghebbende daartegen bezwaar gemaakt. Bij uitspraak van 31 januari 2001, kenmerk ..., heeft het hoofd van de Belastingdienst Douanedistrict Rotterdam (hierna: de inspecteur) het bezwaar afgewezen.
1.2. Tegen deze uitspraak is belanghebbende in beroep gekomen bij de Douanekamer van het Gerechtshof te Amsterdam (hierna: de Douanekamer). De Douanekamer heeft het beroep gegrond verklaard, de uitspraak vernietigd, en belanghebbende niet-ontvankelijk verklaard in haar bezwaar, omdat zij niet bevoegd zou zijn in rechte op te treden.
1.3. Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Douanekamer beroep in cassatie ingesteld. De Hoge Raad heeft bij arrest van 14 mei 2004, nr. 39.772, het beroep gegrond verklaard, de uitspraak van de Douanekamer vernietigd
- behoudens de beslissing omtrent het griffirecht - en het geding teruggewezen naar de Douanekamer ter verdere behandeling en beslissing van de zaak met inachtneming van zijn arrest, waarbij belanghebbende wel het recht van bezwaar en beroep wordt toegekend.
1.4. Partijen hebben, daartoe door de Douanekamer in de gelegenheid gesteld, naar aanleiding van het sub 1.2. vermelde arrest, geen schriftelijke stukken ingediend, en tevens hebben zij ervan afgezien bij de nieuwe behandeling van de zaak, op 10 augustus 2004 te 10.00 uur, te verschijnen.
2. De vaststaande feiten
2.1. Belanghebbende, douane-expediteur, heeft in opdracht van K B.V. te A (hierna: K) op 11 mei 2000 aan de inspecteur verzocht om afgifte van een BTI voor het als “Watch & Game LCD games” omschreven product. In de aanvraag is voor de indeling post 9504 90 90 van het Gemeenschappelijk douanetarief (hierna: GDT) voorgesteld. Bij de aanvraag is een monster met handleiding overgelegd.
2.2. Op 14 augustus 2000 heeft de inspecteur een BTI met het nummer ... verstrekt, waarin belanghebbende als aanvrager en K als rechthebbende is vermeld. Het sub 2.1. vermelde product werd in de onderhavige BTI ingedeeld onder post 9102 12 00 van het GDT. De motivering voor de indeling van de goederen luidt:
“Toepassing van de algemene regels 3.b en 6 voor de interpretatie van de gecombineerde nomenclatuur, de tekst van de G.N.-codes 9102, 9102 12 en 9102 12 00.”.
2.3. Door de inspecteur is bij het verweerschrift een monster van het product overgelegd. Het betreft een digitaal uurwerkje met electronische spellen, in de vorm van een polshorloge. Het geheel is voorzien van een polsbandje van (zwarte) kunststof. De kast (afmetingen ongeveer 40x 45x15 millimeter) is van kunststof; aan de achterzijde zit een metalen plaat vastgemonteerd met vier schroeven. Aan de voorzijde bevindt zich een venster (afleesscherm, afmetingen ongeveer 20x25 millimeter) van vloeibare kristallen; in dit venster worden de tijd en de spellen weergegeven. Aan de voorzijde bevinden zich tevens een achttal drukknoppen van twee verschillende formaten voor de verschillende horloge- en spelfuncties (met aanduiding in het venster van de behaalde score); deze knoppen zijn van kunststof. Een aantal van deze knoppen dient zowel voor het instellen van de tijd als voor het bedienen van de spelfunctie. Met het product kunnen twaalf verschillende spellen worden gespeeld; elf spellen hebben 99 spelvarianten; één spel heeft 8 spelversies, waarvan iedere versie 128 spelvarianten heeft. In het apparaat is een luidspreker ingebouwd. Het toestel werkt op twee in het apparaat aanwezige 1,5 volts knoopcelbatterijen.
Het apparaat is in doorzichtig hardplastic verpakt. Op de voorzijde van de verpakking wordt het aangeduid als “Watch & Game”. De volgende spellen komen daarop voor:
“Tank War, Grand Prix, Ping Pong, Snake, Attack Gallery, UFO Raiders, Three Dice, Light Out, Ghost Chaser, Match’n Win, Fill’n Full, en Brick Games”.
Het product wordt verkocht op de speelgoedafdeling in warenhuizen.
3. Het geschil
In geding is het antwoord op de vraag of de inspecteur terecht een bindende tariefinlichting met indeling van de onderhavige goederen onder post 9102 12 00 van het GDT heeft afgegeven, welke vraag belanghebbende ontkennend en de inspecteur bevestigend beantwoordt.
Belanghebbende verdedigt de opvatting dat de goederen moeten worden ingedeeld in post 9504 90 90.
Voor de beslechting van het geschil zal de Douanekamer ook post 9503 in de beschouwingen betrekken.
Voormelde posten, Aantekening 3 op Hoofdstuk 91, en de relevante passages van de GS-Toelichting luiden als volgt:
Post 9102 12 00
“9102 Polshorloges, zakhorloges en dergelijke horloges (stophorloges daaronder begrepen), andere dan die bedoeld bij post 9101:
- polshorloges, electrisch werkend, ook indien met ingebouwd stophorloge:
(...)
9102 12 00 -- uitsluitend met optisch-elektronische aanwijzing”.
Post 9503 90 34
“9503 Ander speelgoed; modellen op schaal en dergelijke modellen voor ontspanning, ook indien bewegend; puzzels van alle soorten:
(...)
9503 90 - ander:
(...)
- - ander:
- - - van kunststof:
(...)
9503 90 34 - - - - ander”.
Post 9504 90 90
“9504 Artikelen voor gezelschapsspellen, daaronder begrepen spellen met motor of met drijfwerk, biljarten, speciale tafels voor casinospellen en automatische bowlinginstallaties
(…)
9504 90 - andere:
(…)
9504 90 90 -- andere”.
Aantekening 3 op Hoofdstuk 91:
“Voor de toepassing van dit hoofdstuk worden als “horloge-uurwerken” aangemerkt, uurwerken die worden geregeld door een van een spiraalveer voorziene onrust, een kwartskristal of een ander systeem voor tijdsdeelbepaling, met een aanwijsplaat of met een systeem waarop een mechanische aanwijzing kan worden aangesloten. De dikte van deze uurwerken mag niet meer dan 12 mm bedragen en de breedte, de lengte of de diameter niet meer dan 50 mm.”.
GS-Toelichting op Hoofdstuk 91:
“Dit hoofdstuk heeft betrekking op toestellen, die in hoofdzaak dienen voor het meten van de tijd of voor het uitvoeren van verrichtingen die verband houden met de tijd. Het omvat zakhorloge, stophorloges, polshorloges en dergelijke horloges, die op of aan personen kunnen worden gedragen, klokken, pendules, wekkers, scheepschronometers en dergelijke, klokjes voor vervoermiddelen, tijdmeters en controleapparaten en tijdschakelaars, alsmede, in algemene zin, delen van bedoelde toestellen.
(…)
Combinaties van horloges of klokken met een ander voorwerp (bijvoorbeeld een meubel, lamp, inktstel, presse-papier, blocnote, tabakspot, aansteker, handtas, poederdoos, sigarettenkoker, vulpotlood, wandelstok), moeten worden ingedeeld aan de hand van de algemene bepalingen voor de toepassing van de nomenclatuur.”.
GS-Toelichting op post 9102
“Deze post omvat mechanische en elektrische (in de regel elektronische) horloges, compleet met kast en binnenwerk (ongeacht de dikte daarvan) van de soort bedoeld om te worden gedragen en die geschikt zijn om onder die omstandigheden te funktioneren, die de tijd aangeven of de tijdintervallen meten. Hiervan kunnen worden genoemd: polshorloges, zakhorloges, armbandhorloges, horloges voor damestasjes, horloges gemonteerd in hangers, in broches, in ringen enzovoort.”.
(...)
Horloge banden die met hun horloge (al dan niet daaraan bevestigd) worden aangeboden worden onder deze post ingedeeld.”.
In casu is ook van belang Verordening (EG) nr. 646/89 van 14 maart 1989, Pb EG nr. L 71 van 15 maart 1989 (de Verordening), waarin de Commissie de indeling van “elektronische spellen” heeft vastgesteld. Voorzover hier van belang luidt de bijlage bij die verordening:
“Omschrijving van de goederen
(...)
Elektronische spellen, bestaande uit een huis (afmetingen 110 x 73,5 x 8 mm) van kunstmatige plastische stof en metaal met een afleesscherm met vloeibare kristallen en een monolitische geïntegreerde schakeling die geprogrammeerd is voor de functies van spel (met aanduiding op het afleesscherm van het bepaalde puntenaantal), uurwerk, wekker en rekenmachine.
GN-code
(...)
9504 90 90”.
4. Het standpunt van belanghebbende
4.1. Het product heeft een dikte van 13 millimeter; daarmee wordt niet voldaan aan het bepaalde in aantekening 3 op hoofdstuk 91, zodat het product niet kan worden aangemerkt als “horloge-uurwerken” in de zin van dit hoofdstuk.
Het product ontleent zijn wezenlijk karakter aan de spelcomputer. Voornaamste argument hiervoor is dat alle drukknoppen een functie hebben ten behoeve van de spelcomputer. Bijkomend argument is dat het formaat van het product niet overeenkomt met de gebruikelijke grootte van een polshorloge. Bovendien kan het scherm worden uitgezet. Als het scherm uit is wordt de tijd niet langer weergegeven.
Ook het bandje kan niet geacht worden het wezenlijk karakter van het product te bepalen. Mocht dit anders zijn, dan zou het product onder post 9113 moeten worden ingedeeld.
Indien het wezenlijk karakter niet kan worden vastgesteld, dient het product met toepassing van indelingsregel 3c te worden ingedeeld. Ook dit leidt ertoe dat het product onder de door belanghebbende voorgestane post moet worden ingedeeld.
5. Het standpunt van de inspecteur
5.1. Het product ontleent zijn wezenlijk karakter aan de horlogefunctie. De tijd wordt bovenaan in het afleesscherm en in het midden daarvan weergegeven en is voortdurend aanwezig. Een ander argument is dat het product de vorm heeft van een horloge en om de pols kan worden gedragen.
De dikte van het product verhindert niet dat het product onder post 9102 kan worden ingedeeld. Overigens staat niet vast dat het product een dikte heeft van 13 millimeter.
Niet alle knoppen hebben een dubbelfunctie. Uit de handleiding blijkt dat er een aantal knoppen zijn die uitsluitend kunnen worden gebruikt voor het instellen van de tijd.
Bij combinaties van horloges met een ander product is het niet ongebruikelijk dat de knoppen zich aan de bovenzijde bevinden. De GS-toelichting op post 9102 ziet op combinaties, bijvoorbeeld een horloge met rekenmachine.
Uit de Toelichting op post 9102 blijkt dat het bandje de post van het horloge volgt.
Met toepassing van indelingsregel 3b moet het product worden ingedeeld onder post 9102.
5.2. De inspecteur heeft op de zitting van 8 oktober 2002 het volgende aan zijn stellingen toegevoegd.
Van de goederen is een monster genomen. Het exemplaar doet het echter niet; vermoedelijk zijn de batterijen leeg.
Aangenomen mag worden dat met het horloge alle spellen kunnen worden gespeeld die op de verpakking staan vermeld.
Het horloge heeft een cijferreeks tot 12. Het geeft ook seconden en de dag van de week aan, en het beschikt over een kalender. Het is bestemd voor kinderen in de leeftijd van 4 tot 12 jaar oud.
Indelingsregel 3c is weliswaar overwogen, maar toch ook weer verworpen. Daarbij zat de gedachte voor dat de horlogefunctie specifiek is en voorop moet staan.
6. De rechtsoverwegingen
6.1. Volgens vaste rechtspraak van het Hof van Justitie kan de bestemming van het product een objectief indelingscriterium zijn, wanneer die bestemming inherent is aan het product. De inherentie moet kunnen worden beoordeeld aan de hand van de objectieve kenmerken en eigenschappen van het product (HvJ 4 maart 2004, nr. C-130/02, Krings GmbH, gepubliceerd in Douanerechtspraak 2004/47*).
6.2. In de aantekeningen noch in de toelichtingen op de daarvoor in aanmerking komende posten van Hoofdstuk 95 komt een omschrijving van het begrip speelgoed voor. Het algemeen spraakgebruik verstaat onder “speelgoed”: voorwerpen waarmee kinderen spelen, bepaaldelijk die daartoe bestemd en vervaardigd zijn.
6.3. In casu gaat het om een apparaat dat bestemd is om door kinderen in de leeftijdscategorie 4 tot 12 jaar te worden gebruikt. Het toestel is in zijn gebruik en toepassingsmogelijkheden afgestemd op kinderen; het wordt duidelijk gepresenteerd als speelgoed. Het apparaat wordt verkocht via de speelgoedhandel. Op grond van een en ander concludeert de Douanekamer dat het product niet kan worden aangemerkt als polshorloge, als bedoeld bij post 9501, doch dat daaraan het karakter van speelgoed moet worden toegekend, omdat de grote hoeveelheid aanwezige spellen en spelvariaties overheersen boven de functie van horloge.
6.4. Met betrekking tot de vraag of het litigieuze product in post 9504 moet worden ingedeeld overweegt de Douanekamer het volgende.
Uit de opsomming van artikelen in de GS-Toelichting bij post 9504 blijkt dat met een gezelschapsspel in de zin van deze post wordt bedoeld een spel met het karakter van een wedstrijd, dat met meer deelnemers wordt gespeeld (vergelijk Tariefcommissie, zaak nr. 0115/97 TC van 7 november 2000, UTC 2001/4). Uit de stukken blijkt dat de “Watch & Game” een spel met vooral een individueel en geen competitief karakter is. Daarmee voldoet hij niet aan eerder genoemde vereisten en valt hij dus buiten de strekking van “gezelschapsspellen”, als bedoeld bij post 9504.
6.5. Voorzover belanghebbende een beroep bedoelt te doen op de sub 3. vermelde Verordening, verwerpt de Douanekamer dit beroep. Het onderhavige toestel heeft niet specifiek betrekking op het product dat wordt omschreven in deze Verordening, zodat deze in casu geen toepassing kan vinden.
6.6. Gelet op de sub 6.3. vermelde vaststellingen valt het onderhavige product onder post 9503 van het GDT; met toepassing van indelingsregels 1 en 6 moet het worden ingedeeld onder de post van de stof waaruit het is vervaardigd
- blijkens de sub 2.3 vermelde vaststellingen in hoofdzaak uit kunststof -, zodat slechts post 9503 90 34 voor indeling in aanmerking komt.
6.7. Uit het vorenoverwogene volgt dat de inspecteur in de litigieuze BTI ten onrechte tariefpost 9102 12 00 van het GDT heeft gehanteerd, zodat de uitspraak op bezwaar alsmede deze BTI moeten worden vernietigd.
7. De griffierechten en de proceskosten
7.1. Alle griffierechten zijn reeds voor vergoeding in aanmerking gebracht.
7.2. De Hoge Raad heeft de beslissing omtrent de kosten van het geding in cassatie gereserveerd tot de einduitspraak, en deze kosten aan de zijde van belanghebbende vastgesteld op € 644,--. In tweede instantie is niet gebleken van nog meer voor vergoeding in aanmerking komende proceskosten aan de zijde van belanghebbende, zodat uitsluitend het reeds door de Hoge Raad vastgestelde bedrag voor vergoeding in aanmerking kan komen.
8. De beslissing
De Douanekamer:
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt de uitspraak, waarvan beroep;
- vernietigt de sub 1.1. vermelde BTI;
- veroordeelt de inspecteur in de proceskosten en wijst de Staat der Nederlanden aan deze kosten, groot € 644,--, aan belanghebbende te voldoen.
Aldus vastgesteld op 30 november 2004 door mr. F.H.M. Possen, voorzitter,
mr. E.M. Vrouwenvelder en mr. G.W.S. de Groot, leden, in tegen-woordig-heid van mr. R.M.C.G. van Aalst, griffier. De beslissing is op dezelfde dag ter openbare zitting uitgesproken.
De griffier: De voorzitter:
Beroep in cassatie
Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de verzenddatum van de uitspraak beroep in cassatie worden ingesteld bij de Hoge Raad der Nederlanden. Daarbij moet het volgende in acht worden genomen.
1. Het instellen van beroep in cassatie geschiedt door het indienen van een beroepschrift bij dit gerechtshof (zie voor het adres de begeleidende brief).
2. Bij dit beroepschrift wordt een afschrift van de bestreden uitspraak overgelegd.
3. Het beroepschrift wordt ondertekend en bevat ten minste:
a. de naam en het adres van de indiener;
b. de dagtekening;
c. de gronden van het beroep in cassatie.
Voor het instellen van beroep is een griffierecht verschuldigd. Na het instellen van beroep in cassatie ontvangt u een nota griffierecht van de griffier van de Hoge Raad. In het cassatieberoep kan de Hoge Raad verzocht worden om de wederpartij te veroordelen in de proceskosten.