ECLI:NL:GHAMS:2004:AP1863
Gerechtshof Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M. Goes
- J. Thijssen
- Rechtspraak.nl
Parkeerbelasting en de status van een niet gekoppelde aanhangwagen als voertuig
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 18 mei 2004 uitspraak gedaan in het beroep van X, belanghebbende, tegen twee uitspraken van de heffingsambtenaar van de gemeente Amsterdam. De zaak betreft de naheffingsaanslagen parkeerbelasting die aan belanghebbende zijn opgelegd voor het parkeren van een niet gekoppelde aanhangwagen. De aanhangwagen stond op twee verschillende tijdstippen geparkeerd zonder een geldig parkeerkaartje. Belanghebbende voerde aan dat hij een geldige parkeervergunning voor zijn auto had, maar dat het onmogelijk was om de aanhangwagen aan de auto te koppelen vanwege beperkte parkeermogelijkheden. Hij stelde ook dat het moeilijk was om een parkeerkaartje zichtbaar op de aanhangwagen te plaatsen zonder dat dit door andere parkeerder zou worden weggenomen.
De gemeente stelde echter dat een aanhangwagen als voertuig wordt beschouwd waarvoor parkeerbelasting verschuldigd is, ongeacht of deze aan een auto is gekoppeld. Het Hof oordeelde dat de aanhangwagen inderdaad als voertuig moet worden aangemerkt volgens de Verordening Parkeerbelastingen 2003. Het Hof concludeerde dat belanghebbende de parkeerbelasting voor de aanhangwagen had moeten voldoen, en dat de naheffingsaanslagen terecht waren opgelegd. De uitspraak benadrukt dat de verplichting tot het betalen van parkeerbelasting niet vervalt door praktische problemen bij het parkeren van een aanhangwagen.
De proceskosten werden niet toegewezen, aangezien belanghebbende in het ongelijk werd gesteld en er geen bijzondere omstandigheden waren die een andere beslissing rechtvaardigden. De uitspraak werd gedaan door mr. M. Goes, met mr. J. Thijssen als griffier, en is ter openbare zitting uitgesproken.