ECLI:NL:GHAMS:2004:AO8925
Gerechtshof Amsterdam
- Verwijzing na Hoge Raad
- M. Boersma
- A. Goes
- J. van de Merwe
- Rechtspraak.nl
Afkoop van een lijfrentepolis en de fiscale gevolgen voor de belanghebbende
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Amsterdam, staat de afkoop van een lijfrentepolis centraal en de vraag of de afkoopsom als belastbaar inkomen van de belanghebbende moet worden aangemerkt. De belanghebbende, een huisarts, had in 1994 een kapitaalverzekering met lijfrenteclausule afgesloten. Na een verzoek om een betalingsregeling door de belastingdienst, werd er een schenking gedaan aan de kinderen van de belanghebbende, waarbij de rechten op de polis werden geschonken. De inspecteur van de Belastingdienst legde aanslagen op aan de kinderen, maar de belanghebbende zelf deed geen melding van de afkoopsom in zijn aangifte inkomstenbelasting.
Het Hof concludeert dat de afkoop van de polis niet door de kinderen is geschied, maar dat de belanghebbende zelf de afkoop heeft uitgevoerd. Dit oordeel wordt versterkt door het feit dat de belanghebbende in de schuldbekentenis een lager bedrag heeft opgenomen dan de afkoopsom. De inspecteur heeft de afkoopsom terecht als inkomsten van de belanghebbende aangemerkt. Het Hof verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de inspecteur en vermindert de aanslag tot een belastbaar inkomen van f 317.516. Tevens wordt de inspecteur veroordeeld in de proceskosten van de belanghebbende.
De uitspraak is gedaan na verwijzing door de Hoge Raad, waarbij het Hof de zaak in volle omvang heeft behandeld. De belanghebbende had geen bezwaar tegen de aanwezigheid van studenten tijdens de zitting, en de griffier heeft de procesgang zorgvuldig gevolgd, ondanks enkele problemen met de adressering van de uitnodigingen. De uitspraak benadrukt de noodzaak voor belanghebbenden om alle relevante inkomsten correct aan te geven bij de belastingdienst.