ECLI:NL:GHAMS:2003:AF8495
Gerechtshof Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- mr. Boersma
- mr. Brands
- Rechtspraak.nl
Waardering onroerende zaken in verband met bodemverontreiniging op een eiland
In deze zaak gaat het om de waardering van onroerende zaken op een eiland, dat in eigendom is van belanghebbende en zijn broer. De waarde van het eiland als geheel is vastgesteld op nihil vanwege bodemverontreiniging. Echter, bij de waardering van afzonderlijke onroerende zaken, zoals de woning en de caravanstalling, wordt geen rekening gehouden met de bodemverontreiniging die zich alleen in de grond van andere onroerende zaken bevindt. Het Gerechtshof Amsterdam heeft op 23 april 2003 uitspraak gedaan in deze zaak, waarbij het beroep van belanghebbende gegrond werd verklaard. De uitspraak van de heffingsambtenaar met betrekking tot de waardering van de caravanstalling werd vernietigd en de waarde daarvan werd vastgesteld op € 220.083. De uitspraak voor het overige werd bevestigd. Tevens werd de gemeente P veroordeeld tot het vergoeden van het griffierecht van € 29 aan belanghebbende en de heffingsambtenaar werd veroordeeld in de proceskosten van belanghebbende tot een bedrag van € 644.
De zaak kwam ter zitting op 10 april 2003, waar belanghebbende en zijn broer hun standpunten naar voren brachten. Belanghebbende verklaarde dat het eiland al 120 jaar in de familie is en dat er geen verdere bebouwing mogelijk is. De heffingsambtenaar had de waarde van de woning vastgesteld op € 520.032 en die van de caravanstalling op € 265.461, maar deze waarderingen werden door het hof niet bevestigd. Het hof oordeelde dat de afzonderlijke onroerende zaken als zodanig gewaardeerd moesten worden, zonder de negatieve waarde van andere onderdelen van het eiland in aanmerking te nemen. Dit leidde tot de uiteindelijke waardering van de caravanstalling op € 220.083, waarbij het hof de argumenten van belanghebbende en de heffingsambtenaar tegen elkaar afwoog en tot de conclusie kwam dat de waardedruk door de bodemverontreiniging niet voldoende was onderbouwd.
De uitspraak is gedaan door mr. Boersma, lid van de belastingkamer, en mr. Brands als griffier, en is op dezelfde dag ter openbare zitting uitgesproken. Het hof heeft geen bezwaar tegen afgifte van een geanonimiseerd afschrift van het proces-verbaal.