ECLI:NL:GHAMS:2003:AF8281
Gerechtshof Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M. Boersma
- J. Brands
- Rechtspraak.nl
Grammaticale interpretatie van de terugwerkende kracht van notariële akten in het belastingrecht
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 30 januari 2003 uitspraak gedaan in het beroep van belanghebbende X te P, betreffende de aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen voor het jaar 2000. De belanghebbende had zich bij notariële akte van 16 oktober 1990 verplicht om gedurende vijf jaar schenkingen in de vorm van termijnen van lijfrente te doen aan 18 verschillende instellingen. In het jaar 2000 heeft hij opnieuw een bedrag van f 12.700 aan deze instellingen geschonken en dit bedrag in aftrek gebracht op zijn belastbaar inkomen. De inspecteur heeft echter de aftrek gecorrigeerd, omdat de vereiste notariële akte ontbrak.
Het hof heeft de grammaticale interpretatie van artikel 47, lid 2 van de Wet op de inkomstenbelasting 1964 (Wet) beoordeeld. Dit artikel vereist dat de verplichting tot het doen van schenkingen moet berusten op een bij notariële akte van schenking aangegane verplichting. Het hof oordeelt dat de terugwerkende kracht van de notariële akte van 19 maart 2002, die de belanghebbende had opgesteld om zijn verplichtingen te accentueren, niet kan worden toegepast op de schenkingen die in 2000 zijn gedaan. De argumenten van de belanghebbende dat de soepelheid van de termijn van vijf jaar ook voor de terugwerkende kracht zou moeten gelden, worden door het hof verworpen.
De uitspraak van het hof is dat het beroep van de belanghebbende ongegrond wordt verklaard. Het hof stelt vast dat de schenkingen in het onderhavige jaar door de instellingen zijn aanvaard en dat de verplichtingen uit de notariële akte uit 1990 niet meer van toepassing zijn. De inspecteur heeft terecht de correctie toegepast, en er zijn geen bijzondere omstandigheden die aanleiding geven tot een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak is vastgesteld door mr. Boersma, lid van de belastingkamer, en is ter openbare zitting uitgesproken.