ECLI:NL:GHAMS:2002:AI5674
Gerechtshof Amsterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- F.H.M. Possen
- A. Bijlsma
- E.N. Punt
- Rechtspraak.nl
Ongeldigheid van certificaten van oorsprong voor preferentiële behandeling van ingevoerde goederen uit Indonesië
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Amsterdam op 21 november 2002, staat de geldigheid van certificaten van oorsprong voor ingevoerde goederen uit Indonesië centraal. De belanghebbende, een besloten vennootschap, had aangifte gedaan van invoer van 'boniten in blik' en een beroep gedaan op een preferentieel tarief op basis van de bijgevoegde certificaten van oorsprong, formulier A. Echter, de Douanekamer heeft vastgesteld dat de Indonesische autoriteiten geen bewijs konden leveren dat de vis voldeed aan de eisen voor preferentiële behandeling. Dit leidde tot de conclusie dat de certificaten ongeldig waren.
De inspecteur had op basis van een mededeling van de Indonesische autoriteiten de procedure tot navordering van niet-geheven invoerrechten ingeleid. De belanghebbende voerde aan dat de inspecteur niet kon bewijzen dat de ingevoerde goederen niet de Indonesische oorsprong hadden, en dat de brief van de Indonesische autoriteiten geen betrekking had op het onderhavige certificaat van oorsprong. De Douanekamer oordeelde echter dat de mededeling van de Indonesische autoriteiten voldoende grond opleverde voor navordering.
De zaak werd behandeld in een mondelinge zitting, waarbij partijen niet verschenen. De Douanekamer bevestigde de uitspraak van de inspecteur en oordeelde dat de belanghebbende niet-ontvankelijk was in zijn bezwaar. De beslissing werd op dezelfde dag ter openbare zitting uitgesproken, en er werd een termijn van zes weken gesteld voor het instellen van beroep in cassatie bij de Hoge Raad der Nederlanden.