ECLI:NL:GHAMS:2002:AF2382
Gerechtshof Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Mr. Van Loon
- Mr. De Jong
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het beroep wegens termijnoverschrijding in belastingzaak
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 20 november 2002 uitspraak gedaan in het beroep van belanghebbende X tegen de heffingsambtenaar van de gemeente P. Het beroep betreft de vaststelling van de waarde van de onroerende zaak aan de a-straat 1 te Z voor het tijdvak van 1 januari 2001 tot en met 31 december 2004. De heffingsambtenaar had de waarde vastgesteld op ƒ 341.000 (€ 154.739) op basis van de waardepeildatum 1 januari 1999. Na bezwaar handhaafde de heffingsambtenaar de vastgestelde waarde.
Belanghebbende heeft op 2 januari 2002 een beroepschrift ingediend, maar het Hof heeft vastgesteld dat dit beroepschrift niet binnen de wettelijke termijn was ontvangen. Volgens de artikelen 6:7 en 6:9 van de Algemene wet bestuursrecht (AWB) had het beroepschrift uiterlijk op 31 december 2001 door het Hof ontvangen moeten zijn. De vertraging in de postbezorging door de kerstdrukte werd door het Hof niet als verschoonbaar beschouwd, aangezien dit een algemeen bekende omstandigheid is die voor rekening van belanghebbende komt.
Het Hof oordeelde dat er geen sprake was van een abnormaal postverzuim en verklaarde het beroep niet-ontvankelijk. Het Hof merkte op dat het beroep niet inhoudelijk behandeld kon worden, omdat het niet-ontvankelijk was verklaard. Ten overvloede werd opgemerkt dat het antispeculatiebeding geen waardedrukkende invloed had op de WOZ-waarde van de woning, zoals eerder bevestigd in een arrest van de Hoge Raad.
De proceskosten werden niet toegewezen aan een van de partijen. Het Hof gaf belanghebbende de mogelijkheid om binnen vier weken na de verzenddatum van het proces-verbaal schriftelijk verzoek in te dienen om de mondelinge uitspraak te vervangen door een schriftelijke uitspraak, waarvoor griffierecht verschuldigd is. De uitspraak werd gedaan door mr. Van Loon, lid van de belastingkamer, in tegenwoordigheid van mr. De Jong als griffier.