ECLI:NL:GHAMS:2002:AF1337
Gerechtshof Amsterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- M. Onnes
- A. Boersma
- G. Goes
- Rechtspraak.nl
Verzuimboetes bij niet-tijdige aangifte inkomsten- en vermogensbelasting
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 14 november 2002 uitspraak gedaan over de verzuimboetes die zijn opgelegd aan belanghebbende wegens het niet-tijdig indienen van aangiften voor de inkomsten- en vermogensbelasting. De inspecteur had op 3 november 2000 een aanslag opgelegd aan belanghebbende, met een belastbaar inkomen van f 100.000 en een verzuimboete van f 250 voor de inkomstenbelasting. Belanghebbende heeft op 5 december 2000 een gecombineerde aangifte ingediend, die door de inspecteur als bezwaarschrift werd aangemerkt. De inspecteur heeft de aanslag later verlaagd tot f 74.435, maar de boete bleef gehandhaafd.
Tijdens de zittingen op 10 september en 10 oktober 2002 heeft belanghebbende, bijgestaan door haar gemachtigde, haar standpunt toegelicht. De inspecteur heeft zijn verweer gevoerd, waarbij hij de boetes verdedigde. Belanghebbende heeft betoogd dat de inspecteur niet twee verzuimboetes voor hetzelfde feit mocht opleggen, maar het hof oordeelde dat de verschillende aard van de belastingheffingen dit rechtvaardigde. Het hof concludeerde dat de inspecteur niet in strijd met de wet had gehandeld door de boetes op te leggen, aangezien de aangiften voor de inkomsten- en vermogensbelasting los van elkaar staan.
Het hof heeft vastgesteld dat belanghebbende niet voldoende bewijs heeft geleverd voor haar stelling dat zij meer uren aan haar onderneming heeft besteed dan de inspecteur heeft erkend. De inspecteur had de boetes terecht opgelegd, en het hof verklaarde het beroep van belanghebbende ongegrond. De uitspraak is op dezelfde dag ter openbare zitting gedaan, en belanghebbende kan binnen zes weken na de uitspraak in cassatie gaan bij de Hoge Raad der Nederlanden.