ECLI:NL:GHAMS:2002:AE5692
Gerechtshof Amsterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- M. Schaap
- A. Steenbergen
- J. van Loon
- Rechtspraak.nl
Baatbelasting Hilversum en de rechtsgeldigheid van de opgelegde aanslag
In deze zaak gaat het om een beroep van belanghebbende, X te Hilversum, tegen een uitspraak van het hoofd van de afdeling belastingen van de gemeente Hilversum. Het beroep is ingediend op 15 september 1998 en betreft een aanslag in de Baatbelasting Groest/Kerkstraat e.o. die aan belanghebbende is opgelegd. De aanslag bedraagt ƒ 120.695 en is gehandhaafd na bezwaar. Belanghebbende verzoekt primair om vernietiging van de aanslag en subsidiair om vermindering tot maximaal ƒ 84.890.
De gemeenteraad van Hilversum heeft op 9 oktober 1996 de Verordening Baatbelasting Groest/Kerkstraat e.o. vastgesteld, die de basis vormt voor de heffing van de baatbelasting. De verordening definieert onder andere wat wordt verstaan onder een onroerende zaak en de voorwaarden waaronder baatbelasting kan worden geheven. De herinrichting van de openbare ruimte heeft geleid tot een verbetering van de aangrenzende onroerende zaken, waardoor deze in waarde zijn gestegen.
Het Hof oordeelt dat de gemeente Hilversum gerechtigd was om de baatbelasting te heffen, omdat de voorzieningen die zijn aangebracht daadwerkelijk hebben geleid tot een baat voor de onroerende zaken. De kosten van de herinrichting, inclusief renteverlies voorfinanciering, zijn correct toegerekend aan de belastingplichtigen. Het Hof wijst de bezwaren van belanghebbende af en vermindert de aanslag tot ƒ 120.693,18, waarbij het Hof de proceskosten voor de gemeente toewijst aan belanghebbende. De uitspraak is gedaan op 19 juli 2002.