ECLI:NL:GHAMS:2002:AE5183
Gerechtshof Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- mr. Van der Ouderaa
- mr. Jonk
- Rechtspraak.nl
Aftrekbaarheid van verhuiskosten in verband met werkverplichtingen
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 20 juni 2002 uitspraak gedaan in het beroep van belanghebbende, X, tegen de beslissing van de inspecteur van de Belastingdienst inzake de aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen voor het jaar 1998. Belanghebbende, geboren op 25 januari 1950, was werkzaam als proces-operator bij een bedrijf in Q en had in 1998 verhuisd van R naar Q. De inspecteur had het belastbaar inkomen van belanghebbende verhoogd met niet-aftrekbare verhuiskosten, wat leidde tot een geschil over de aftrekbaarheid van deze kosten.
Belanghebbende stelde dat zijn verhuizing noodzakelijk was vanwege de reistijd en de fysieke belasting van zijn nachtdiensten. Hij had geprobeerd werk te vinden in de buurt van R, maar zonder succes. De inspecteur betwistte dat de verhuizing noodzakelijk was voor de dienstbetrekking en stelde dat de beweegredenen van belanghebbende persoonlijk van aard waren.
Het Hof oordeelde dat verhuiskosten aftrekbaar zijn indien bijzondere omstandigheden buiten de sfeer van de werkzaamheden de verhuizing noodzakelijk maken. Het Hof erkende dat de leeftijd van belanghebbende en de toenemende verkeersdruk niet automatisch leiden tot aftrekbaarheid, maar in dit geval was de combinatie van factoren, waaronder de aard van de werkzaamheden als proces-operator, voldoende om de verhuiskosten als aftrekbaar te beschouwen. Het Hof verklaarde het beroep gegrond, vernietigde de aanslag en stelde het belastbaar inkomen vast op ƒ 71.180. Tevens werd de inspecteur veroordeeld in de proceskosten van belanghebbende tot een bedrag van € 255.