ECLI:NL:GHAMS:2002:AE0912
Gerechtshof Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- mr. Boersma
- mr. Brands
- Rechtspraak.nl
Gegrondverklaring beroep tegen naheffingsaanslag parkeerbelastingen en proceskostenvergoeding
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 22 januari 2002 uitspraak gedaan in het beroep van een belanghebbende tegen een naheffingsaanslag parkeerbelastingen opgelegd door de gemeente Amsterdam. De belanghebbende had op 20 februari 2001 zijn auto geparkeerd in de Rivierenbuurt en had een parkeerkaartje gekocht, maar ontving desondanks een naheffingsaanslag. Tijdens de zitting verklaarde de belanghebbende dat hij zich op dezelfde dag had gemeld bij het betaalkantoor om het originele parkeerkaartje te tonen, maar dat de ambtenaar daar niets voor hem kon doen. De inspecteur van Stadstoezicht betwistte deze gang van zaken niet, maar stelde dat de naheffingsaanslag niet vernietigd kon worden zonder het originele kaartje. Het Hof oordeelde dat de gemeente Amsterdam de proceskosten van de belanghebbende moest vergoeden, omdat het niet uitsluitend aan de belanghebbende te wijten was dat de procedure was gevoerd. Het Hof verklaarde het beroep gegrond, vernietigde de naheffingsaanslag en gelastte de gemeente om het griffierecht en de proceskosten aan de belanghebbende te vergoeden. De uitspraak is gedaan in het kader van artikel 8:74 van de Algemene wet bestuursrecht, dat bepaalt dat bij gegrondverklaring van het beroep de aan te wijzen rechtspersoon het griffierecht moet vergoeden. De belanghebbende had ook verzocht om een schriftelijke uitspraak, wat mogelijk is binnen vier weken na de mondelinge uitspraak.