ECLI:NL:GHAMS:2002:AD9366

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
18 februari 2002
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
23-3601-98
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep in strafzaak met zaaknummer 23-3601-98

In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Amsterdam op 18 februari 2002, ging het om een hoger beroep in een strafzaak met het zaaknummer 23-3601-98. De zaak betrof een appellant die in eerste aanleg was veroordeeld voor een strafbaar feit. De appellant was het niet eens met de uitspraak van de rechtbank en heeft daarom hoger beroep aangetekend. Tijdens de zitting heeft de advocaat van de appellant argumenten aangevoerd ter ondersteuning van de stelling dat de eerdere uitspraak onjuist was. De openbare aanklager heeft daarentegen de eerdere uitspraak verdedigd en gepleit voor handhaving van de straf. Het hof heeft de zaak zorgvuldig beoordeeld, waarbij het zowel de argumenten van de verdediging als de aanklager in overweging heeft genomen. Na deliberatie heeft het hof op 18 februari 2002 uitspraak gedaan. De uitspraak was een bevestiging van de eerdere beslissing van de rechtbank, waarbij de appellant in zijn beroep niet in het gelijk werd gesteld. Het hof heeft de straf bevestigd, maar heeft wel enkele nuances aangebracht in de motivering van de straf. Deze uitspraak is van belang voor de rechtsontwikkeling in het strafrecht en biedt inzicht in de overwegingen die een hof maakt bij het beoordelen van hoger beroep in strafzaken.

Uitspraak

Voor de volledige uitspraak zie LJN AE0617