ECLI:NL:GHAMS:2001:AD7684
Gerechtshof Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Mr. Van Maanen
- Mr. Van de Merwe
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de status van kantoorruimten voor onroerende-zaakbelastingen
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 14 december 2001 uitspraak gedaan in het beroep van belanghebbende X tegen de Directeur Dienst Burgerzaken en Gemeentebelastingen van de gemeente Z. Het geschil betreft de aan belanghebbende opgelegde aanslag onroerende-zaakbelastingen voor het pand A-straat 1 te Z, dat in gebruik is als kantoorgebouw. De kamers op de eerste verdieping van het pand zijn afzonderlijk afsluitbaar, maar de verdieping als geheel is niet afsluitbaar. De vraag die aan het Hof werd voorgelegd, was of de door belanghebbende gebruikte ruimten gezamenlijk als een onroerende zaak kunnen worden aangemerkt volgens de geldende wet- en regelgeving, met name de Wet waardering onroerende zaken en de gemeentelijke verordening.
Het Hof heeft vastgesteld dat de kamers die door belanghebbende worden gebruikt, elk afzonderlijk afsluitbaar zijn en daarmee bestemd zijn om als afzonderlijke eenheden te functioneren. Dit betekent dat deze kamers, ondanks het ontbreken van eigen toiletten en een eigen voordeur, als gedeelten van een gebouwd eigendom kunnen worden beschouwd. Het Hof oordeelde dat de kamers op de eerste verdieping, die door belanghebbende in gebruik zijn, bij elkaar behoren en gezamenlijk een onroerende zaak vormen zoals bedoeld in de relevante wetgeving.
De uitspraak concludeert dat het beroep van belanghebbende ongegrond is, en dat de aanslag onroerende-zaakbelastingen terecht is opgelegd. Het Hof heeft geen termen gezien voor een veroordeling in de proceskosten, aangezien belanghebbende in het ongelijk is gesteld en er geen bijzondere omstandigheden zijn die een andere beslissing rechtvaardigen. De uitspraak is gedaan door mr. Van Maanen, lid van de belastingkamer, en is ter openbare zitting uitgesproken.