ECLI:NL:GHAMS:2001:AD7049
Gerechtshof Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- mr. Dutmer
- mr. Jonk
- Rechtspraak.nl
Oordeel over niet-ontvankelijkheid van bezwaarschrift tegen aanslag precariobelasting
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 13 september 2001 uitspraak gedaan in het beroep van X te Z, hierna belanghebbende, tegen de uitspraak van het Hoofd afdeling heffing en invordering van de gemeente te P, hierna verweerder. De zaak betreft een aanslag in de precariobelasting die aan belanghebbende is opgelegd, gedateerd 29 april 2000, voor het gebruik van gemeentelijke grond ter waarde van € 10.562,40. De indiener, A B.V. (vanaf 24 mei 2000 B. B.V.), heeft namens belanghebbende een bezwaarschrift ingediend dat op 23 juni 2000 door verweerder is ontvangen. Verweerder heeft in zijn uitspraak van 11 oktober 2000 geconcludeerd tot niet-ontvankelijkheid van het bezwaarschrift, omdat deze te laat was ingediend.
Het Hof heeft geoordeeld dat de indiener, die belanghebbende vertegenwoordigt, niet eerder bezwaar heeft gemaakt omdat de aanslag ten onrechte aan belanghebbende is opgelegd. Het Hof heeft echter vastgesteld dat belanghebbende de wettelijke termijn voor het indienen van het bezwaarschrift heeft overschreden, zoals bepaald in artikel 6:7 van de Algemene wet bestuursrecht. Het bezwaarschrift had uiterlijk op 12 juni 2000 ingediend moeten worden, maar is pas op 23 juni 2000 ingediend.
Het argument van de indiener dat de aanslag aan een ander had moeten worden opgelegd, maakt de overschrijding van de bezwaartermijn niet verschoonbaar volgens artikel 6:11 van de Algemene wet bestuursrecht. Het Hof heeft geconcludeerd dat belanghebbende terecht niet-ontvankelijk is verklaard in haar bezwaar. Daarnaast heeft het Hof geoordeeld dat de rechtmatigheid van de aanslag niet ter discussie kan staan, aangezien deze onherroepelijk vaststaat. De uitspraak is gedaan door mr. Dutmer, lid van de belastingkamer, in tegenwoordigheid van mr. Jonk als griffier.