ECLI:NL:GHAMS:2001:AD3583
Gerechtshof Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Mr. Van Loon
- Mr. Couperus
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de alleenstaande ouderaftrek en de onderhoudsplicht voor een thuiswonend kind
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 29 juni 2001 uitspraak gedaan in het beroep van belanghebbende, die in beroep ging tegen een beslissing van de inspecteur van de Belastingdienst. De belanghebbende, een alleenstaande ouder, stelde dat zij recht had op indeling in tariefgroep 4 voor de inkomstenbelasting, omdat zij haar thuiswonende dochter in belangrijke mate had onderhouden. De inspecteur had echter de aanslag vastgesteld in tariefgroep 2, omdat hij van mening was dat de dochter voldoende eigen middelen had om in haar levensonderhoud te voorzien.
De belanghebbende voerde aan dat haar dochter, ondanks haar inkomsten uit arbeid en studiefinanciering, niet in haar eigen levensonderhoud kon voorzien. Het Hof oordeelde dat de uitgaven van de belanghebbende slechts als levensonderhoud konden worden aangemerkt voor zover deze daadwerkelijk in een bestaande behoefte voorzagen. De inkomens- en vermogenspositie van de ouders speelde hierbij een ondergeschikte rol, aangezien de dochter als student een eigen positie in de samenleving had.
Het Hof concludeerde dat de dochter, met een inkomen van ¦ 14.485 en studiefinanciering van ¦ 1.622, voldoende middelen had voor een normaal studentenbestaan. De door de belanghebbende gedane uitgaven werden niet als drukkende last beschouwd, maar als een bijdrage aan een ruimere levensstijl. Het beroep van de belanghebbende werd ongegrond verklaard, en er werden geen proceskosten toegewezen, aangezien de belanghebbende in het ongelijk werd gesteld.
De uitspraak benadrukt de voorwaarden voor de alleenstaande-ouderaftrek en de rol van het eigen inkomen van het kind in de beoordeling van de onderhoudsplicht van de ouder. Het Hof stelde dat de belanghebbende niet kon aantonen dat haar dochter in een bestaande behoefte niet kon voorzien, waardoor de aanslag van de inspecteur werd bevestigd.