ECLI:NL:GHAMS:2001:AB1849
Gerechtshof Amsterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- M. Bijl
- A. Boersma
- J. Vrouwenvelder
- Rechtspraak.nl
De vraag of belanghebbende op 1 mei 1998 de macht heeft verkregen om als eigenaar over een jacht te beschikken
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Amsterdam op 21 mei 2001, staat centraal of belanghebbende op 1 mei 1998 de macht heeft verkregen om als eigenaar over het motorjacht 'Dame Blanche' te beschikken. De inspecteur had een naheffingsaanslag opgelegd aan belanghebbende, omdat hij van mening was dat er sprake was van een intracommunautaire verwerving van het jacht. De feiten wijzen uit dat het jacht op 28 april 1998 voor het eerst in de vaart is genomen en dat er vóór 1 mei 1998 een huurkoopovereenkomst was gesloten tussen belanghebbende en een Belgische vennootschap. Belanghebbende betwistte de stelling van de inspecteur en voerde aan dat hij op 1 mei 1998 niet de beschikking had over het jacht, omdat het nog onder de voorwaarden van de huurkoopovereenkomst viel.
Het Hof oordeelde dat, gelet op de overeenkomsten en de omstandigheden van de zaak, het aannemelijk was dat belanghebbende op 1 mei 1998 als eigenaar over het jacht kon beschikken. De overeenkomsten gaven hem geen beperkingen in het gebruik van het jacht, en het feit dat het jacht op dat moment in Nederland was, versterkte de conclusie dat hij de macht had om als eigenaar op te treden. Het Hof verwierp de argumenten van belanghebbende en concludeerde dat de naheffingsaanslag terecht was opgelegd. De uitspraak van de inspecteur werd bevestigd, en het beroep van belanghebbende werd ongegrond verklaard.
De uitspraak is van belang voor de interpretatie van intracommunautaire verwervingen en de voorwaarden waaronder een eigenaar als zodanig kan worden erkend, vooral in het kader van belastingrecht en de bijbehorende wetgeving.