ECLI:NL:GHAMS:2000:AL8128

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
14 november 2000
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
0088/97
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • F.H.M. Possen
  • J.J.A.M. Kennis
  • M.J. Kuiper
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Indeling van Hydragloss E onder douanepost 2507 00 80 of 3824 90 90

In deze zaak gaat het om de indeling van het product Hydragloss E, dat bestaat uit een mengsel van kaoline en water, onder de juiste douanepost. De Tariefcommissie heeft op 14 november 2000 uitspraak gedaan in het geschil tussen de belastingadviseurs A en B, namens de besloten vennootschap X B.V., en de inspecteur van het Douanedistrict Z. Het beroep was gericht tegen de afwijzing van het bezwaar tegen een uitnodiging tot betaling van douanerechten. De belanghebbende stelde dat het product onder post 2507 00 80 van het gemeenschappelijk douanetarief (GDT) moest worden ingedeeld, terwijl de inspecteur betoogde dat het onder post 3824 90 90 viel.

De Tariefcommissie heeft vastgesteld dat het product voor ongeveer 70 à 72% uit kaoline bestaat en dat de toevoeging van water niet leidt tot een wezenlijke verandering van het product. De commissie oordeelde dat de handelingen die het product heeft ondergaan, zoals het mengen met water, niet de grenzen overschrijden van de toegestane bewerkingen volgens de relevante douaneregels. De inspecteur kon niet aannemelijk maken dat de verhouding tussen droge stof en water was gestandaardiseerd voor de fabricage van een specifiek product.

De Tariefcommissie concludeerde dat de indeling onder post 2507 00 80 gerechtvaardigd was, omdat de toevoeging van water niet als een bewerking werd beschouwd die de aard van het product veranderde. De uitspraak van de Tariefcommissie vernietigde de eerdere beslissingen van de inspecteur en bevestigde dat de goederen onder post 2507 00 80 moesten worden ingedeeld. Tevens werd de inspecteur gelast het griffierecht aan de belanghebbende te vergoeden.

Uitspraak

DE TARIEFCOMMISSIE
Uitspraak
in de zaken nrs. 0088/97 TC en 0091/97 TC
de dato 14 november 2000
1. De procedure
1.1. Op 14 april 1997 is een beroepschrift ingekomen van A en B, belastingadvisuers te Y, ingediend namens de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid X B.V. te M, belanghebbende. Het beroep is gericht tegen de uitspraak van het hoofd van het Douanedistrict Z (de inspecteur) van 3 maart 1997, nr. ..., waarbij het bezwaar van belanghebbende tegen het in de uitnodiging tot betaling (mededeling afhandeling aangifte) van 10 juni 1996 vermelde bedrag aan douanerechten, groot f 13.344,70, is afgewezen. Dit beroep is geregistreerd onder zaaknummer 0088/97 TC.
Op 14 april 1997 is tevens namens belanghebbende een beroep ingediend tegen de uitspraak van de inspecteur van 3 maart 1997, nummer ..., waarbij het bezwaar van belanghebbende tegen het in de uitnodiging tot betaling (definitieve mededeling afhandeling aangifte) van 15 juli 1996 - bij welke uitnodiging tot betaling de hiervoor genoemde uitnodiging werd gehandhaafd - eveneens werd afgewezen. Dit beroep is geregistreerd onder zaaknummer 0091/97 TC.
1.2. In beide zaken heeft het volgende plaatsgevonden:
Van belanghebbende is door de Secretaris een griffierecht van f 150,-- geheven. De inspecteur heeft een vertoogschrift ingediend. Op 2 februari 1998 heeft de gemachtigde een conclusie van repliek ingediend en op 16 maart 1998 de inspecteur een conclusie van dupliek. De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden in raadkamer tijdens de zitting van de Tariefcommissie van 15 december 1998. Daar zijn verschenen namens belanghebbende E en D en namens de inspecteur F en G. Belanghebbende heeft een pleitnota overgelegd en voorgedragen.
1.3. In verband met de gewijzigde samenstelling van de Tariefcommissie heeft op 3 oktober 2000 een tweede mondelinge behandeling van de zaken plaatsgevonden. Partijen zijn daarbij niet verschenen.
2.A. De vaststaande feiten
2.1. Op 28 maart 1996 heeft belanghebbende onder nummer... aangifte ten invoer gedaan van "kaoline klei slurry" van oorsprong uit de Verenigde Staten. Het nettogewicht bedroeg 944.302 kilogram, de douanewaarde (statistische waarde) f 173.081,--. De goederen werden aangegeven onder post 2507 00 80 van gemeenschappelijk douanetarief (GDT) werd aangegeven. De verificatie werd aangehouden voor monsteronderzoek.
2.2. Op 10 juni 1996 werd aan belanghebbende de uitslag van het monsteronderzoek door het Laboratorium van de belastingdienst te Amsterdam (het Laboratorium) van 31 mei 1996, nr. .., medegedeeld. De uitslag luidt als volgt:
"Mengsel van zeer fijn verdeeld kaoline in water, in de vorm van een grijze suspensie. Het verwerken van kaoline tot een waterige suspensie is een handeling die niet is toegelaten in hoofdstuk 25 vanwege aantekening 1 op dat hoofdstuk.
Het behandelen met water om onzuiverheden te verwijderen is weliswaar toegestaan maar het toevoegen van water om een suspensie te verkrijgen heeft een ander doel en is niet toegestaan. Indeling in hoofdstuk 25 is hierdoor niet mogelijk. Het product is aan te merken als een preparaat, elders genoemd, noch elders onder begrepen.
GN-code Taric Nationale
onderverdeling onderverdeling
Advies goederencode 3824.9090 99 00".
2.3. Tevens is op 10 juni 1996 aan belanghebbende een uitnodiging tot betaling gedaan, welke naast deze laatstgenoemde woorden ook als opschrift bevatte " mededeling afhandeling aangifte". Belanghebbende werd f 13.344,70 aan douanerechten verschuldigd. In de mededeling staat onder meer vermeld: "De aangifte is nader vastgesteld. Aangifte gecorrigeerd naar aanleiding van uitslag monsteronderzoek nr. ... In verband met aangevraagde heropname behandeling overgedragen aan R.". Belanghebbende heeft op 5 juli 1996 tegen voormeld geschrift een bezwaarschrift ingediend, waarop de inspecteur de sub 1.1. vermelde uitspraak, nr. ..., heeft gedaan.
2.4. De uitslag van het heronderzoek van het monster door het Laboratorium van 3 juli 1996, nummer ... luidt als volgt:
"Onderzocht product: Hydraglose e
Bij onderzoek bevonden:
Mengsel van zeer fijn verdeeld kaoline in water, in de vorm van een grijze suspensie. Het verwerken van kaoline tot een waterige suspensie is een handeling die niet is toegelaten in hoofdstuk 25 vanwege aantekening 1 op dat hoofdstuk.
Het behandelen met water om onzuiverheden te verwijderen is weliswaar toegestaan maar het toevoegen van water om een suspensie te verkrijgen heeft een ander doel en is niet toegestaan. Indeling in hoofdstuk 25 is hierdoor niet mogelijk.
Het Laboratorium ziet geen aanleiding om van het eerder ingenomen standpunt af te wijken.
Het product is aan te merken als een preparaat, elders genoemd, noch elders onder begrepen.
GN-code Taric Nationale
onderverdeling onderverdeling
Advies goederencode 3824.9090 99 00".
2.5. Op 15 juli 1996 is aan belanghebbende de sub 1.1. vermelde uitnodiging tot betaling gedaan, welke naast deze laatstgenoemde woorden ook als opschrift bevatte "definitieve mededeling afhandeling aangifte". Daarbij werd het bij de sub 2.3. vermelde uitnodiging tot betaling verschuldigd geworden bedrag niet gewijzigd. Op 5 augustus 1986 heeft belanghebbende bezwaar ingediend waarop de inspecteur de bestreden sub 1.1. vermelde uitspraak, nr. ..., werd gedaan.
2.6. Het onderhavige goed Hydragloss E bestaat uit een drogestof gehalte van kaoline (70 à 72 procent) en water.
Kaoline-klei is een kleisoort die wordt gewonnen door het los te spoelen uit de grond. Het wordt zonder verdere behandeling verkocht aan afnemers in de papierindustrie. Deze afnemers moeten het goed eerst bewerken, bijvoorbeeld door het toevoegen van veredelingschemicaliën, alvorens het product geschikt is voor de feitelijke toepassing in de keramische-, in de chemische en in de papierindustrie voor het vervaardigen van porselein, verf, lak, kunststoffen, papier en karton.
Door middel van het mengen met water en het zeven van het ruwe product worden de grootste verontreinigingen, alsmede de eerder toegevoegde chemicaliën verwijderd, waarna een slurry resteert, die bestaat uit een suspensie van kaoline-klei en water. De daarin nog bestaande verontreinigingen worden door middel van centrifuge verwijderd. Voor zover noodzakelijk worden dan nog aangetroffen ferro-verontreinigingen door middel van magnetisme of door het logen van het product verwijderd. Daarna wordt het product vermalen om de zogeheten "laagvorming" tegen te gaan en wordt het na bezinking overgeheveld.
Na deze bewerkingen is een halffabrikaat ontstaan van kaoline-slurry met een zeer hoog zuiverheidsgehalte. Het droge stofgehalte is 55 procent en het gehalte van water is 45 procent. Dit product wordt vervolgens om economische en vervoertechnische redenen ingedikt tot het eindproduct Hydragloss E.
2.7. Tot de stukken van het geding behoren:
- een brief van P van het Ministerie van Financiën, Administratie der Douane en Accijnzen te H (België) van 2 juni 1998, douaneprocedure nr. ..., met betrekking tot de indeling van het product "Hydrafine Slurry", waarvan de belangrijkste passage luidt: "Rekening houdende met het feit dat het product geen bewerking heeft ondergaan die uitgaat boven de in post 25.07 aangeduide behandeling en dat de diverse behandelingen die het product ondergaan heeft in overeenstemming zijn met de bepalingen van Aantekening 1 op Hoofdstuk 25 van het Bleu Douane Gebruikstarief heeft mijn Centrale Administratie der douane en accijnzen te Brussel beslist (met D.T.nr. ..20.05.1998) om het voormeld product in te delen onder code 2507 0080 90.",
- een Bindende Tariefinlichting van de douaneautoriteiten in Frankfurt am Main van 10 december 1997, nummer
DE F/A .../01-01, waarbij het product Hydragloss E is ingedeeld onder post 2507 00 80 van het GDT.
2.B. Overwegingen met betrekking tot de feiten sub 2.1. tot en met 2.5.
De aldaar weergegeven feiten hebben de Tariefcommissie tot het besluit gebracht de zaken nr.0088 TC en nr.0091/97 TC
op de voet van artikel 8:14, lid 1, van de Algemene wet van bestuursrecht te voegen.
3. Het geschil
Tussen partijen is in geschil of het onderhavige product Hydragloss E moet worden ingedeeld onder post 2507 00 80 het GDT, zoals belanghebbende bepleit, dan wel onder post 3824 90 90, zoals de inspecteur voorstaat.
Voormelde posten luiden als volgt:
post 2507 00 80
"2507 00 Kaolien en andere kaolienhoudende klei, ook
indien gebrand:
(...)
2507 00 80 - andere kaolienhoudende klei".
Voor de onder deze post ingedeelde goederen waren op de dag van de invoer geen douanerechten verschuldigd.
post 3824 90 90
"3824 Bereide bindmiddelen voor gietvormen of voor
gietkernen; chemische producten en preparaten
van de chemische of van aanverwante
industrieën (mengsels van natuurlijke producten daaronder begrepen), elders genoemd
noch elders onder begrepen; residuen van de
chemische of van aanverwante industrieën, elders genoemd noch elders onder begrepen:
(...)
3824 90 - andere:
(...)
-- andere:
(...)
3824 90 90 --- andere:
Het bij deze post behorende tarief bedraagt 6,9%.
Aantekening 1 op hoofdstuk 25 luidt als volgt: "Voorzover uit de context van de posten of uit aantekening 4 op dit hoofdstuk niet het tegendeel blijkt, vallen onder dit hoofdstuk uitsluitend: producten in ruwe staat en producten die zijn gewassen (ook met behulp van chemicaliën die onzuiverheden verwijderen zonder de aard van het product te wijzigen), fijngestampt, gemalen, geslibd, gezeefd of gekalibreerd, ook indien geconcentreerd door flotatie, door magnetische afscheiding
of door andere mechanische of fysische werkwijzen (met uitzondering van kristallisatie). Producten die gebrand of geroost zijn of zijn verkregen door vermenging, dan wel een bewerking hebben ondergaan die uitgaat boven de in de verschillende posten aangegeven bewerkingen, zijn evenwel van dit hoofdstuk uitgezonderd. Aan de producten van dit hoofdstuk mag een zelfstandigheid zijn toegevoegd om het verstuiven tegen te gaan, voorzover deze toevoeging de producten niet méér geschikt maakt voor bijzondere toepassingen dan voor hun gebruik in het algemeen.".
4. Het standpunt van belanghebbende
4.1. Het enkele feit dat de slurry een mengsel van kaoline-klei en water is staat niet aan indeling onder hoofdstuk 25 in de weg. Het toevoegen van water in het kader van de bewerking van de kaoline-klei is, mede doordat de aard van de kaoline niet verandert, niet aan te merken als een bewerking die uitgaat boven de in de tariefpost en Aantekening 1 op hoofdstuk 25 aangegeven bewerkingen. Gelet op het algemeen gebruik van Hydragloss E kan niet worden gezegd dat de toevoeging van het water is aan te merken als de toevoeging van een zelfstandigheid die het product meer geschikt maakt voor bijzondere toepassingen dan voor het gebruik in het algemeen. Gewassen en vervolgens gedroogde kaoline wordt onder alle omstandigheden in Hoofdstuk 25 ingedeeld.
4.2. Voorafgaand aan de verscheping wordt de kaoline-klei verder gedroogd, waardoor het droge-stof gehalte wordt opgevoerd. Door het hogere kaolinegehalte valt het na het drogings-proces resterende goed juist eerder onder post 2507 00 80.
4.3. Door de buitenlandse douaneautoriteiten wordt Hydragloss E ook onder post 2507 00 80 GDT ingedeeld. Indien de Tariefcommissie het goed onder een andere post zou willen indelen, wordt - omdat dan in ieder geval geen sprake is van een acte claire - verzocht het Hof van Justitie prejudiciële vragen te stellen.
5. Het standpunt van de inspecteur
5.1. De kaoline-slurry is een mengsel van kaoline met water, dat volgens de verkregen gegevens wordt gebruikt bij de fabricage van papier- of kartonproducten. Doorgaans wordt de klei in vaste vorm aangeboden; het aanbieden in de vorm van een slurry met een bepaald droge stof gehalte is voor de papierindustrie niet ongebruikelijk. Bij de documentatie met betrekking tot het onderhavige product is een geschrift bijgevoegd waarop de werkwijze voor het vervaardigen van slurries met diverse droge stofgehaltes is beschreven. Er kan volgens een tabel nauwkeurig worden berekend hoeveel water moet worden toegevoegd om een slurry met een bepaald droge stofgehalte te verkrijgen. Dit indiceert dat het water niet uitsluitend voor het verwijderen van onzuiverheden wordt gebruikt. De naamgeving van het product "Hydragloss E" refereert aan de term "glossy", zoals die wordt gebruikt voor glanzend papier. Daaruit valt af te leiden dat het water evenmin wordt toegevoegd om het verstuiven bij het transport, zoals bedoeld in Aantekening 1, tegen te gaan.
5.2. Van het mengsel wordt weliswaar het wezenlijk karakter bepaald door de kaoline, maar dit leidt niet tot indeling onder post 2507 00 80. Indelingsregels 2 en 3 kunnen niet worden toegepast omdat een keuze tussen verschillende posten niet mogelijk is; indeling als water is immers niet aan de orde.
5.3. Mengsels, en dus ook een mengsel van kaoline en water, vallen volgens Aantekening 1 en volgens de bewoordingen van post 2705 niet onder laatstgenoemde post van het GDT.
5.4. Het onderhavige voor de papierindustrie vervaardigd gestandaardiseerd preparaat moet als mengsel van natuurlijke producten, met toepassing van de gecombineerde nomenclatuur en de tekst van de GN-code 3824, onder post
3824 90 90 worden ingedeeld.
6. De rechtsoverwegingen ten aanzien van het GDT
6.1. Het staat vast dat het onderhavige product, Hydra-gloss E, bestaat voor een gehalte van ongeveer 70 à 72% uit de droge stof kaoline en voor het overige uit water.
6.2. De sub 2.6. omschreven handelingen, die het goed heeft ondergaan, overschrijden niet de grenzen van de in Aantekening 1 omschreven handelingen. Met name de toevoeging van water, zonder dat daardoor het product van aard verandert, valt naar het oordeel van de Tariefcommissie onder de in die aantekening met betrekking tot het ruwe product toegelaten handeling "slibben".
6.3. De Tariefcommissie acht door de inspecteur niet aannemelijk gemaakt dat de verhouding tussen droge stof en water in de ingevoerde kaoline-slurry is gestandaardiseerd met het oog op de fabricage van een bepaald product, dat verder geen bewerking meer moet ondergaan.
6.4. In de bewoordingen van post 2507 00 80 wordt het woord "klei" gebruikt. Dit woord duidt in het algemeen op een goed, waarin een substantiële hoeveelheid water aanwezig is; meestal wordt klei na te zijn bewerkt gedroogd.
6.5. In de GS-toelichting op hoofdstuk 25 wordt de volgende algemene opmerking gemaakt: "Aan de producten bedoeld bij dit hoofdstuk mag een zelfstandigheid om het stuiven tegen te gaan zijn toegevoegd, mits deze toevoeging de producten niet méér geschikt maakt voor bijzondere toepassingen dan voor hun gebruik in het algemeen. Minerale producten, die een verdere bewerking hebben ondergaan (b.v. gezuiverd door herhaalde kristallisatie) of waarvan werken zijn gemaakt (door houwen, beitelen enz.) of die bestaan uit een mengsel van minerale producten bedoeld bij één of meer posten van dit hoofdstuk, worden daarentegen onder andere hoofdstukken ingedeeld (b.v. hoofdstuk 28 of 68).".
6.6. Uit deze opmerking leidt de Tariefcommissie af dat met de in Aantekening 1 voorkomende term "Producten die (...) zijn verkregen door vermenging" wordt bedoeld een mengsel van twee of meer minerale producten, en niet een vermenging van een mineraal product - zoals de onderhavige kaoline - met water.
6.7. Op grond het sub 6.4 tot en met 6.6. overwogene verwerpt de Tariefcommissie de stelling van de inspecteur dat het onderhavige goed, reeds omdat sprake is van een vermenging tussen kaoline en water, niet onder hoofdstuk 25 kan worden ingedeeld.
6.8. In de sub 2.7. vermelde indelingen door buitenlandse douaneautoriteiten wordt steun gevonden voor indeling van het onderhavige goed onder de door belanghebbende voorgestane post.
6.9. Uit hetgeen hiervoor is overwogen volgt dat de ingevoerde kaoline-slurry moet worden ingedeeld onder post 2507 00 80 van het GDT.
7. De proceskosten
In de proceskosten is voorzien in de met deze zaken samenhangende zaken nrs. 0089/97 TC en 0090/97 TC.
8. De beslissing
De Tariefcommissie:
- vernietigt de bestreden uitspraken, nr. ... en nr. ..., alsmede de daarin aan de orde zijnde uitnodigingen tot betaling;
- stelt vast dat de goederen moeten worden ingedeeld onder post 2507 00 80 van het GDT;
- gelast de inspecteur het griffierecht ad f 300,-- (2x f 150,--) aan belanghebbende te vergoeden.
Aldus gewezen in raadkamer op 14 november 2000 door mr. F.H.M. Possen, voorzitter, mr. J.J.A.M. Kennis, lid, en mr. M.J. Kuiper, plaatsvervangend lid, in tegenwoordigheid van mr. R.J.M. Bosch als secretaris.
De secretaris: De voorzitter:
De beslissing is in het openbaar uitgesproken ter zitting van 14 november 2000.