ECLI:NL:GHAMS:2000:AA9221
Gerechtshof Amsterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- A. Dutmer
- J. Onnes
- P. van der Ouderaa
- Rechtspraak.nl
Uitoefening van werknemersopties en aftrekbaarheid van kosten in het vennootschapsbelastingrecht
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 24 oktober 2000 uitspraak gedaan in een geschil tussen de naamloze vennootschap X N.V. en de Belastingdienst over de aftrekbaarheid van kosten in verband met de uitoefening van werknemersopties. Belanghebbende, X N.V., had in 1990 en 1992 aan haar werknemers in totaal 6.800 opties op aandelen toegekend. In 1994 zijn 5.800 van deze opties uitgeoefend. De inspecteur van de Belastingdienst weigerde echter een aftrek van de kosten die X N.V. in verband met deze uitoefening had gemaakt, en stelde dat slechts een beperkt bedrag van ƒ 21.240 aftrekbaar was, in plaats van het door belanghebbende geclaimde bedrag van ƒ 172.410.
Het Hof heeft vastgesteld dat de verplichting tot het leveren van aandelen die voortvloeit uit de toekenning van de opties, geen invloed heeft op de belastbare winst van de vennootschap. Het Hof oordeelde dat de waarde van de optieverplichting, die voortvloeit uit de toekenning van de opties, niet kan leiden tot een hogere last dan de last die ter zake van de toekenning van die opties in aanmerking kan worden genomen. Dit betekent dat de waardeveranderingen van de optieverplichting zich na de toekenning van de opties afspelen in de kapitaalsfeer van de vennootschap en niet in de winst- en verliesrekening.
De inspecteur had in zijn verweerschrift geconcludeerd tot bevestiging van de bestreden uitspraak, maar het Hof heeft geoordeeld dat de door belanghebbende voorgestane last niet in aanmerking kan worden genomen. Het Hof heeft de uitspraak van de inspecteur bevestigd en het beroep van X N.V. ongegrond verklaard. De uitspraak is van belang voor de interpretatie van de aftrekbaarheid van kosten in het vennootschapsbelastingrecht, met name in relatie tot de toekenning en uitoefening van werknemersopties.