ECLI:NL:GHAMS:2000:AA9168
Gerechtshof Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M. Kwantes
- J. van de Merwe
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen en ontvankelijkheid bezwaar
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 4 december 2000 uitspraak gedaan in het beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de inspecteur van de Belastingdienst. De zaak betreft een aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen voor het jaar 1997, die aan belanghebbende was opgelegd. De inspecteur had een brief gestuurd aan de gemachtigde van belanghebbende, A BV, die inmiddels failliet was, en had daarin aangegeven van de aangifte te willen afwijken. Belanghebbende had pas later kennisgenomen van deze brief, wat leidde tot de vraag of zij in verzuim was bij het indienen van haar bezwaarschrift.
Het Hof oordeelde dat de inspecteur de brief niet alleen aan de gemachtigde had moeten sturen, maar ook aan belanghebbende zelf. Aangezien de inspecteur dit had nagelaten, was belanghebbende niet in verzuim bij het indienen van haar bezwaarschrift. Het Hof verklaarde het beroep gegrond, vernietigde de bestreden uitspraak en handhaafde de aanslag, maar gelastte wel dat de Staat het griffierecht aan belanghebbende vergoedde. De uitspraak werd gedaan in aanwezigheid van de griffier, en belanghebbende werd in de gelegenheid gesteld om binnen vier weken een verzoek in te dienen voor een schriftelijke uitspraak.
De zaak benadrukt het belang van correcte communicatie door de Belastingdienst, vooral in situaties waarin de gemachtigde van een belanghebbende failliet is. Het Hof concludeerde dat de aanslag terecht was opgelegd, maar dat de procedurele fouten van de inspecteur de ontvankelijkheid van het bezwaar van belanghebbende beïnvloedden.