99/1444
6 juni 2000
GERECHTSHOF TE AMSTERDAM
Eerste Enkelvoudige Belastingkamer
UITSPRAAK
op het beroep van de besloten vennootschap X B.V. te Y, belanghebbende,
tegen
een uitspraak van het Hoofd van de Belastingdienst Particulieren/Ondernemingen P, verweerder.
1. Loop van het geding
Van belanghebbende is ter griffie een beroepschrift ontvangen op 7 mei 1999, ingediend door A te B als gemachtigde en aangevuld bij brief van 30 juli 1999.
Het beroep is gericht tegen de uitspraak van verweerder, gedagtekend 23 april 1999, betreffende de aan belanghebbende opgelegde navorderingsaanslag in de vennootschapsbelasting voor het jaar 1993.
Oorspronkelijk is het belastbare bedrag vastgesteld op nihil. De navorderingsaanslag werd berekend naar een belastbaar bedrag van ƒ XXX. In de navorderingsaanslag is een verhoging begrepen van ƒ XXX, waarvan 75 % - ƒ XXX - is kwijtgescholden.
Na bezwaar tegen de navorderingsaanslag is deze bij de bestreden uitspraak gehandhaafd.
Het beroep strekt tot vernietiging van de uitspraak van verweerder en van de navorderingsaanslag.
Verweerder heeft een vertoogschrift ingediend en concludeert primair tot bevestiging van de uitspraak en subsidiair tot vernietiging van de uitspraak en vermindering van de navorderingsaanslag tot een berekend naar een belastbaar bedrag van ƒ XXX, met - naar het Hof begrijpt - een dienovereenkomstige vermindering van de verhoging.
Ter zitting van 18 januari 2000 zijn verschenen en gehoord de gemachtigde voornoemd en C namens verweerder. Ter zitting is eveneens het beroep van belanghebbende behandeld met kenmerk 99/1445, betreffende de aan belanghebbende opgelegde navorderingsaanslag in de vennootschapsbelasting voor het jaar 1994. De in deze procedure ingebrachte stukken worden geacht ook in dit geding te zijn ingebracht.
Partijen hebben ter zitting een pleitnota voorgedragen en overgelegd, waarvan de inhoud als hier ingelast geldt. Belanghebbende heeft een dertiental bijlagen overgelegd. Verweerder heeft van de bijlagen kennis kunnen nemen en heeft zich erover kunnen uitlaten. De pleitnota’s en de bijlagen worden tot de gedingstukken gerekend.
2. Tussen partijen vaststaande feiten
2.1. Belanghebbende voert een tandartsenpraktijk te Y. Directeur/enig aandeelhouder van belanghebbende is E die in 1977 is afgestudeerd als tandarts. E komt in contact met F, directeur/aandeelhouder van G Beheer B.V. (hierna: G B.V.), door middel van welke vennootschap F een tandtechnisch laboratorium exploiteert. Belanghebbende en G B.V. nemen samen met vier tandartsen deel in de vennootschap onder firma "H" (verder: de VOF), een in Nederland gevestigd specialistisch tandtechnisch laboratorium. Tevens neemt belanghebbende deel in de kostenmaatschap J, waarin de kosten van diverse tandartsenpraktijken zijn opgenomen.
2.2. Belanghebbende en G B.V. spreken af ook buiten Nederland samen te werken. Zij gaan, ieder voor 50 %, de kostenmaatschap N (de maatschap) aan. Het doel van deze maatschap is tandheelkundige centra te vestigen in één of meer van de omringende West-Europese landen. Als eerste centrum wordt voor K (L) gekozen. De directeur van belanghebbende gaat in 1991 part-time in het centrum beginnen samen met twee andere tandartsen. De directeur van G B.V. draagt zorg voor de aanvoer van tandheelkundige middelen.
2.3. In mei 1991 koopt de maatschap een vliegtuig, een Cessna 182, met registratie PH-XXX. De directeuren van de maten maken van de Cessna gebruik voor bezoeken aan de buitenlandse centra.
2.4. In haar aangifte over het onderhavige jaar doet belanghebbende aangifte van een belastbaar bedrag - na verrekening van verliezen - van nihil. De aanslag is conform de aangifte opgelegd.
2.5.1. In mei 1995 is een boekenonderzoek bij belanghebbende ingesteld. Tijdens dit onderzoek, waarvan het rapport op 17 november 1997 verschijnt, zijn de aangiften inkomstenbelasting van E voor 1990 tot en met 1994 en de aangiften vennootschapsbelasting van belanghebbende voor 1990 tot en met 1994 onderzocht.
2.5.2. In dit rapport wordt onder meer het volgende vermeld:
"2.1. Kostenmaatschap N
D.d. 30 mei 1991 hebben X BV en G Beheer BV samen een Cessna 182, PH-XXX, gekocht. Hiertoe zijn zij een kostenmaatschap aangegaan.
(...)
Het logboek is nog steeds niet boven water, daar deze zich waarschijnlijk in het vliegtuig bevindt en dat staat volgens zeggen in L. X B.V. heeft inmiddels geen aandeel meer in het vliegtuig.
Uit de administratie blijkt het volgende:
1. Er zijn geen vluchten op L uitgevoerd. Dit blijkt uit het ontbreken van nota’s van landingsrechten en brandstof. Wel zijn vluchten naar O, P, Q en R te traceren. Deze zijn naar alle waarschijnlijkheid door de heer F uitgevoerd, gezien zijn zakelijke belangen aldaar.
2. Zowel in 1991 als in 1992 komen veel lesvluchten voor, zoals blijkt uit afrekeningen van onder andere de vliegvelden S en T. Uit de verklaring van de heer E, dat geen landingsrechten in L konden worden verkregen, wegens gebrek aan vlieguren, moge ik afleiden dat beide heren nog geen brevet hadden.
3. D.d. 18 maart 1994 is het vliegtuig geheel op naam van de heer F komen te staan, terwijl de accountant in de jaarstukken 1993 stelt, dat X BV in september 1993 uit de kosten maatschap is gestapt.
4. Verder heeft de accountant verklaard, dat de onderneming te L van X BV geen succes is geworden, en thans beëindigd is.
5. Uit de privé-administratie van de heer E blijkt dat hij thans in bezit is van een ander vliegtuig, welke hij samen met een andere collega heeft gebouwd. Dit vliegtuig wordt in privé gehouden.
Conclusie:
Het vliegtuig is nimmer zakelijk gebruikt.
Het vliegtuig is reeds aangeschaft, voordat blijkt dat de onderneming te L op termijn een succes zal worden.
De heer E had noch een vliegbrevet, noch had hij voldoende vlieguren om in L te mogen landen.
In 1995 bouwt de heer E een eigen vliegtuig voor privé-gebruik.
Op basis van het gestelde in het Cessna-arrest, stel ik dat de aanschaf en de uitgaven voor het houden van een vliegtuig voor zakelijk gebruik in zodanige wanverhouding staat tot het nut, dat geen enkel zakelijke denkend ondernemer kan volhouden deze wijze van reizen (met eigen vliegtuig) met het oog op de zakelijke belangen van de onderneming te hebben verkozen.
(...)
Fiscale winstberekening
Kosten uit kosten maatschap N
Op basis van het gestelde in punt 2.1. zijn de kosten uit deze maatschap als privébesteding aan te merken en dienen derhalve gecorrigeerd te worden.
Correctie 1991 f. 25.885
Correctie 1992 f. 51.836
Correctie 1993 f. 73.397
De correctie 1993 is de vordering op de kosten maatschap per 31/12/1992. Volgens de toelichting in de jaarstukken zijn deze kosten ten laste van het resultaat gebracht.
Gecorrigeerde winst
1991 1992 1993
Punt: kosten vliegtuig punt 3.1 f 25.885 f 51.836 f 73.396
Totaal correcties f 25.885 f 51.836 f 73.396
Winst volgens aangifte - - 8.540 - 65.458 - 25.719
Gecorrigeerde winst f 17.345 f 117.294 f 99.115
4. Overzicht correcties
4.1.Vennootschapsbelasting
1991 1992 1993 1994
Eindvermogen volgens aangifte f 243.530 f 304.233 f 326.125 f 397.569
Correctie rc kostenmaatschap - -/- 114.453 -/- 151.118 -/- 151.118 -/- 151.118
Correctie kosten - 25.885 - 77.721 - 151.118 - 151.118
Gecorrigeerd eindvermogen f 154.962 f 230.836 f 326.125 f 397.569
(Gecorrigeerd) beginvermogen - 255.719 - 154.962 - 230.836 - 326.125
Vermogensverschil f -/- 100.757 f 75.874 f 95.285 f 71.448
Onttrekking rc kostenmaatschap - 114.453 - 36.665
Niet aftrekbare bedragen - + 2.000 - + 2.000 - + 2.000 - + 49.442
Investeringsaftrek - - 3.717 - - 720 - -
Beperking artikel 8a Wet IB - + 5.366 - + 3.475 - + 1.831 - + 666
Gecorrigeerde winst f 17.345 f 117.294 f 99.116 f 121.556
Aftrekbare giften - . - . - . - .
Gecorrigeerde belastbare winst f 17.345 f 117.294 f 99.116 f 121.556
Te verrekenen verliezen - 17.345 - 71.243 - . - .
Gecorrigeerd belastbaar bedrag f nihil f 46.051 f 99.116 f 121.556
vastgesteld belastbaar bedrag f nihil f nihil f nihil f 119.852
na te vorderen f nihil f 46.051 f 99.116 f 1.704
"
2.6. Naar aanleiding van vragen van verweerder heeft de accountant van belanghebbende bij brief van 21 februari 1996 een calculatie van het zelfvliegen, afgezet tegen chartervluchten en het huren van een vliegtuig (per jaar), aan verweerder gezonden.
In deze brief staat onder meer het volgende:
"De volgende uitgangspunten zijn van kracht:
per jaar 24 vluchten van Nederland naar L (per vlucht 4,5 uur)
per jaar 12 binnenlandse vluchten in L (per vlucht 1,5 uur)
KLM charter per dag f 1.800,=
Eigen vliegtuig (2 personen)
- Afschrijving vliegtuig::
Aanschafwaarde vliegtuig f 205.000,=
Restwaarde f 30.000,=
-----------
f 175.000,= :5 jaar f 35.000,=
- Verzekering f 8.000,=
-Stallingsgelden f 5.000,=
- Onderhoud f 5.000,=
- Landingsgelden: (48 + 24) x f 25,= f 1.800,=
- Verbruik (48 x 4,5 uur) + 24 x 1,5 uur x f 50,= f 12.600,=
- ------------
f 67.400,=
Per persoon f 33.700,=
======