ECLI:NL:GHAMS:2000:5

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
23 maart 2000
Publicatiedatum
21 oktober 2021
Zaaknummer
rolnummer 659/99 KG
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep kort geding
Rechters
  • A. van Schendel
  • J. Coeterier
  • H. Tjittes
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep kort geding tussen Towerwall Limited en Deanmoor B.V. over vorderingen en beslaglegging

In deze zaak, die voor het Gerechtshof Amsterdam diende, gaat het om een hoger beroep in kort geding dat is ingesteld door Towerwall Limited, tevens h.o.d.n. Radar Distribution Organisation (RDO), tegen Deanmoor B.V. De procedure is gestart na een vonnis van de arrondissementsrechtbank te Alkmaar van 20 mei 1999, waarin Deanmoor als eiseres was opgetreden en RDO als gedaagde. RDO heeft in hoger beroep vier grieven ingediend tegen het eerdere vonnis en verzocht om vernietiging van dat vonnis, met de conclusie dat Deanmoor in haar vorderingen niet ontvankelijk moet worden verklaard.

Deanmoor heeft de grieven bestreden en verzocht om afwijzing van het hoger beroep, met veroordeling van RDO in de kosten. Het hof heeft de stukken van het geding in beide instanties ontvangen en is tot een beoordeling gekomen. De kern van het geschil betreft de vraag of RDO gerechtigd is om over te gaan tot openbare verkoop van roerende zaken die op 7 augustus 1997 in beslag zijn genomen ter verzekering van haar vordering op Deanmoor Limited, die inmiddels is opgeheven.

Het hof heeft vastgesteld dat de president in het bestreden vonnis RDO heeft verboden het vonnis van 4 maart 1999 ten uitvoer te leggen. De grieven van RDO zijn door het hof gegrond bevonden, en het hof heeft het vonnis van de president vernietigd. De vorderingen van Deanmoor zijn alsnog afgewezen, en Deanmoor is veroordeeld in de kosten van het geding in beide instanties. Dit arrest is uitgesproken op 23 maart 2000.

Uitspraak

23 maart 2000
GERECHTSHOF TE AMSTERDAM
VIERDE MEERVOUDIGE BURGERLIJKE KAMER ARREST
in de zaak van:
de buitenlandse EG-vennootschap met vestiging in Nederland TOWERWALL Limited, tevens h.o.d.n. RADAR DISTRIBUTION ORGANISATION,
gevestigd te Alkmaar,
APPELLANTE,
procureur:
mr. A. Volders,
t e g e n
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid DEANMOOR B.V.,
gevestigd te Winterswijk,
GEÏNTIMEERDE,
procureur:
mr. I.M.C.A. Reinders Folmer.

1.Het geding in hoger beroep

De partijen worden hierna (ook) RDO en Deanmoor genoemd.
1.1.
Bij dagvaarding van 2 juni 1999 is RDO in hoger beroep gekomen van een vonnis van de arrondissementsrechtbank te Alkmaar
van 20 mei 1999 in deze zaak onder rolnummer 38849/KG ZA 99-135 gewezen tussen Deanmoor als eiseres en RDO als gedaagde.
1.2.
Bij memorie van grieven, met een productie, heeft RDO vier grieven tegen het beroepen vonnis aangevoerd, bewijs van naar stellingen aangeboden en geconcludeerd dat het hof bij arrest, voor zo veel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, dat vonnis zal vernietigen en, opnieuw rechtdoende, Deanmoor in haar vorderingen alsnog niet ontvankelijk zal verklaren, althans haar deze zal ontzeggen, met haar veroordeling in de kosten van beide instanties.
1.3.
Bij memorie van antwoord heeft Deanmoor de aangevoerde grieven bestreden, eveneens een bewijsaanbod gedaan en geconcludeerd dat het hof het hoger beroep zal afwijzen, met veroordeling van RDO in de kosten van het hoger beroep.
1.4.
Vervolgens hebben partijen de stukken van het geding in beide instanties, waarvan de inhoud als hier ingevoegd wordt beschouwd, aan het hof overgelegd voor het wijzen van arrest.

2.Grieven

Voor de inhoud van de grieven wordt verwezen naar de memorie van grieven.

3.Feiten

De president heeft in het bestreden vonnis in rechtsoverweging 1 onder 1.1. tot en met 1.3. een aantal uitgangspunten geformuleerd. Daaromtrent bestaat geen geschil zodat ook het hof van die feiten zal uitgaan.

4.Beoordeling

4.1.
Het gaat in dit geding om het volgende.
4.1.1.
Bij vonnis van de rechtbank te Zutphen van 4 maart 1999 is, voor zover thans van belang, de buitenlandse EG-vennootschap met onderneming in Nederland Deanmoor Limited in conventie veroordeeld tot betaling aan RDO van een bedrag van f 25.965,-- met rente en kosten, waaronder mede begrepen de kosten van het ten laste van Deanmoor Limited op 7 augustus 1997 gelegde conservatoire beslag op alle zich in het pand Misterstraat 113 te Winterswijk bevindende zaken.
4.1.2.
Genoemd beslag is op 8 augustus 1997 aan Deanmoor Limited op voormeld adres betekend waarbij afschrift is gelaten aan
[betrokkene A] (verder: [betrokkene A] ).
4.1.3.
Blijkens uittreksel uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel Hoorn van 9 oktober 1992, dossiernr. 40.133, is Deanmoor Limited op 15 juli 1992 opgericht met als adres De Factorij 1 te Zwaag en met als beheerder met volledige volmacht [betrokkene B] .
4.1.4.
Blijkens uittreksel uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Noord-Veluwe en Achterhoek is met ingang van 1 januari 1996 als nevenvestiging van Deanmoor Limited ingeschreven Misterstraat 113, Winterswijk.'"
4.1.5.
Door Deanmoor is in de in 4.1.1. bedoelde procedure een ongedateerde verklaring van [betrokkene B] overgelegd, inhoudende dat hij in de maand mei 1997 alle rechten en plichten inzake Deanmoor LTD gevestigd Misterstraat 113 te Winterswijk aan [betrokkene A] en [betrokkene C] heeft overgedragen.
4.1.6.
Blijkens uittreksel uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Noord-Veluwe en Achterhoek van
2 oktober 1997 is op 30 september 1997 opgericht de vennootschap onder firma Deanmoor B.V. i.o. met als adres Misterstraat 113 te
Winterswijk en als vennoten [betrokkene A] en [betrokkene C] .
4.1.7.
Bij overeenkomst van koop en levering van een onderneming van 30 december 1997 gesloten tussen [betrokkene A] , in zijn hoedanigheid van vereffenaar van de per 24 juni 1997 in liquidatie getreden rechtspersoon Deanmoor Ltd, als verkoper, en [betrokkene A] en [betrokkene C] , beiden handelend voor zich als vennoten van de tussen hen bestaande vennootschap onder firma "Deanmoor Ltd i.l.", als koper, is verkocht Deanmoor, door de verkoper uitgeoefend aan de Misterstraat 113, Winterwijk, ingeschreven in het Handelsregister te Hoorn, onder nummer 36040133. In onder meer I onder 2 van die overeenkomst wordt onder meer bepaald dat het verkochte alle activa en passiva van vorenbedoelde onderneming omvat en onder II dat de koper uitdrukkelijk geen schulden, verplichtingen of claims in welke vorm dan ook van de onderneming overneemt voor zover deze niet blijken uit de bij de overeenkomst gevoegde jaarrekening (van 1997: hof).
4.1.8.
Bij overeenkomst van koop en levering van een onderneming van 30 december 1997, gesloten tussen [betrokkene A] en [betrokkene C] , beiden handelend voor zich als vennoten van de tussen hen bestaande vennootschap onder firma "Deanmoor Ltd i.l." als verkoper en [betrokkene A] , handelend in zijn hoedanigheid van bevoegd bestuurder van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid ERWIRO B.V. h.o. Deanmoor, als koper, is verkocht Deanmoor, door de verkoper uitgeoefend aan de Misterstraat 113 te Winterswijk. Deze overeenkomst houdt eveneens de bepalingen in als hiervoor vermeld in I onder 2 en II.
4.1.9.
Volgens overgelegde verklaring van W.A. Nijman RA van 3 mei 1999 is in de balans van Deanmoor Ltd i.l. niets opgenomen met betrekking tot RDO; alle posten met betrekking tot RDO zijn afgeboekt en ineens ten laste van het resultaat 1997 gebracht.
4.1.10.
Blijkens uittreksel uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Centraal Gelderland van 6 mei 1998 is [betrokkene A] op 31 december 1997 als directeur in dienst
getreden van Erwiro B.V., handelsnaam Deanmoor, adres Misterstraat 113, Winterswijk.
4.1.11.
Bij deurwaardersexploit van 30 maart 1999 is de grosse van het in bedoelde vonnis ten verzoeke van RDO aan Deanmoor betekend, met bevel om de in het exploit genoemde bedragen binnen twee dagen te betalen en met aanzegging dat het op 7 augustus 1997 gelegde conservatoire beslag op roerende zaken is overgegaan in een executoriaal beslag.
4.1.12.
Deanmoor heeft in eerste aanleg gevorderd RDO te verbieden het in 4.1.1 bedoelde vonnis jegens haar ten uitvoer te (doen) leggen, alsmede RDO te verbieden over te gaan tot openbare verkoop van de in beslag genomen roerende zaken in en vanuit haar bedrijfspand aan de Misterstraat 113 te Winterswijk. Voorts heeft Deanmoor gevorderd RDO te gebieden het op 9 april 1999 te haren laste gelegde (executoriaal) beslag onder de ABN-Amrobank te Winterswijk op te heffen. De president heeft in het bestreden vonnis, kort gezegd, RDO verboden het vonnis van 4 maart 1999 ten uitvoer te (doen) leggen, het meer of anders gevorderde afgewezen en de proceskosten gecompenseerd.
4.2.
De grieven beogen het geschil in volle omvang aan het hof voor te leggen en lenen zich voor gezamenlijke behandeling. Het eerste onderdeel van de vordering van Deanmoor stelt de vraag aan de orde of RDO gerechtigd is over te gaan tot de openbare verkoop van de op 7 augustus 1997 in beslag genomen roerende zaken nu het beslag op die zaken is gelegd ter verzekering van haar, RDO's, vordering op Deanmoor Limited, welke vennootschap inmiddels is opgeheven, terwijl die vordering niet op Deanmoor is overgegaan (mva sub 6).
Ingevolge artikel 453 a Rv. kan een vervreemding van de zaak, tot stand gekomen nadat deze in beslag is genomen, niet tegen de beslaglegger worden ingeroepen. Ingevolge lid 2 van genoemd artikel worden rechten door een derde anders dan om niet ver- kregen geëerbiedigd, mits de zaak in zijn handen is gekomen en hij toen te goeder trouw was. Blijkens het in 4.1.2 vermelde is
het beslag op de roerende zaken op 8 augustus 1997 betekend op het adres Misterstraat 113 te Winterswijk, waarbij afschrift is gelaten aan [betrokkene A] . De roerende zaken zijn bij de in 4.1.7 vermelde overeenkomst door [betrokkene A] als vereffenaar van Deanmoor Limited verkocht en bij overeenkomst van gelijke datum door hem in zijn hoedanigheid van bestuurder van Erwiro B.V. h.o. Deanmoor gekocht. De memorie van antwoord vermeldt sub 12 dat Erwiro B.V. thans is genaamd Deanmoor B.V. Gelet op deze gang van zaken kan Deanmoor ten tijde van de verkrijging van de roerende zaken bezwaarlijk als te goeder trouw worden aangemerkt. De vervreemding van de roerende zaken heeft derhalve geen rechtsgevolg ten opzichte van RDO, zodat RDO zich op deze zaken kan verhalen.
4.3.
De omstandigheid dat in de in 4.1.7 en 4.1.8 vermelde overeenkomsten is bepaald dat de kopers geen claims overnemen voor zover deze niet uit de jaarrekening van 1997 blijken en dat vervolgens in die jaarrekening geen claim van RDO is opgenomen, dit terwijl door RDO op 7 augustus 1997 conservatoir beslag was gelegd en een bodemprocedure aanhangig was gemaakt, brengt tevens mede dat het oordeel van de president, dat onvoldoende is gesteld om de conclusie te kunnen rechtvaardigen dat Deanmoor Ltd bij het overdragen van haar activa aan Deanmoor wist, dan wel behoorde te weten dat daarvan benadeling van een of meer schuldeisers in hun verhaalsmogelijkheden het gevolg zou zijn, niet houdbaar is.
4.4.
Gezien de bij de feiten vermelde gang van zaken geldt dit eveneens voor het oordeel van de president, dat in casu geen sprake is van "vereenzelviging" van rechtspersonen. Vanaf mei 1997 is slechts sprake van [betrokkene A] en [betrokkene C] , handelend onder steeds andere naam.
4.5.
Het vooroverwogene brengt mee dat de grieven van RDO slagen. Het vonnis waarvan beroep moet mitsdien worden vernietigd en de vorderingen van Deanmoor moeten alsnog worden afgewezen. Deanmoor zal als de in het ongelijk gestelde partij worden verwezen in de kosten van het geding in beide instanties.

5.Beslissing

Het hof:
vernietigt het vonnis waarvan beroep en, opnieuw rechtdoende, wijst de vorderingen van Deanmoor alsnog af;
veroordeelt Deanmoor in de kosten van het geding in beide in- stanties, tot op deze uitspraak aan de zijde van RDO begroot op in eerste aanleg f 1.950,-- en in hoger beroep f 2.262,83;
verklaart dit arrest wat de kostenveroordeling betreft uit- voerbaar bij voorraad.
Dit arrest is gewezen door mrs. Van Schendel, Coeterier en Tjittes en is in het openbaar uitgesproken op 23 maart 2000.