ECLI:NL:GHAMS:1999:AA7797
Gerechtshof Amsterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- A. van Ballegooijen
- J. van der Ouderaa
- H. van Vijfeijken
- Rechtspraak.nl
Schadeloosstelling en kostenvergoeding voor leden van de Tweede Kamer en de fiscale gevolgen daarvan
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 21 december 1999 uitspraak gedaan in een geschil tussen een voormalig lid van de Tweede Kamer en de Belastingdienst over de gevolgen van wijzigingen in de schadeloosstelling en kostenvergoeding voor Kamerleden. De belanghebbende, die in 1997 lid was van de Tweede Kamer, was in beroep gegaan tegen een uitspraak van de inspecteur van de Belastingdienst, die een aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen had opgelegd. De belanghebbende betwistte de correctie op de kostenvergoeding die met terugwerkende kracht was doorgevoerd, en stelde dat deze correctie niet als negatieve inkomsten in mindering van het belastbare inkomen kon worden gebracht.
De zaak draait om de vraag of het bedrag van ƒ 4.189,15 dat in mindering is gebracht op de extra schadeloosstelling, ten laste kan komen van het belastbare inkomen van de belanghebbende over het jaar 1997. De belanghebbende voerde aan dat de wijziging van de wet, die leidde tot een verhoging van de schadeloosstelling en een verlaging van de kostenvergoeding, resulteerde in een belastingheffing met terugwerkende kracht, wat niet is toegestaan. De inspecteur daarentegen stelde dat de wijziging van de wet bedoeld was om het netto-inkomen van de belanghebbende te neutraliseren en dat de terugbetaling van de kostenvergoeding geen invloed had op het belastbare inkomen.
Het Hof oordeelde dat de terugbetalingsverplichting van de kostenvergoeding geen negatieve inkomsten met zich meebracht en dat de inspecteur terecht de aanslag had gehandhaafd. De uitspraak van de inspecteur werd bevestigd, en het beroep van de belanghebbende werd ongegrond verklaard. Het Hof achtte geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.