ECLI:NL:GHAMS:1998:AA4191
Gerechtshof Amsterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- M. Smit
- A. Faase
- J. van Loon
- Rechtspraak.nl
Beroep van Beleggingsmaatschappij X B.V. tegen uitspraak Inspecteur Belastingdienst over vennootschapsbelasting en renteaftrek op perpetuele lening
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 7 januari 1998 uitspraak gedaan in het beroep van Beleggingsmaatschappij X B.V. tegen een uitspraak van de Inspecteur van de Belastingdienst Grote ondernemingen. Het geschil betreft de vraag of de rente die bank A vergoedt op de 8 1/2 procent perpetuele cumulatieve achtergestelde obligaties 1994 in mindering kan komen op haar resultaat voor de vennootschapsbelasting. De inspecteur had eerder bepaald dat de perpetuele lening als eigen vermogen moest worden aangemerkt, waardoor de rente niet aftrekbaar zou zijn. Beleggingsmaatschappij X B.V. betwistte dit standpunt en stelde dat de rente wel aftrekbaar is.
Het Hof heeft vastgesteld dat de rente die door bank A aan de obligatiehouders is verschuldigd, moet worden beschouwd als een zakelijke vergoeding voor het ter beschikking stellen van geld. Het Hof oordeelde dat de zakelijke vergoeding voldoet aan de voorwaarden van artikel 8, lid 1, van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969. De inspecteur had niet aangetoond dat de rente afhankelijk was van de winst van bank A, en het Hof concludeerde dat er geen sprake was van een uitdeling van winst in de zin van de wet.
Het Hof verklaarde het beroep gegrond, vernietigde de uitspraak van de inspecteur en verminderde de aanslag tot een belastbaar bedrag van f.971.699. Tevens werd de inspecteur veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van Beleggingsmaatschappij X B.V. tot een bedrag van f.2.840 en het betaalde griffierecht van f.75 moest aan belanghebbende worden vergoed.