Tweede Meeervoudige Belastingkamer
op het beroep van de besloten vennootschap X B.V. te Z, belanghebbende,
een uitspraak van het Hoofd van de Belastingdienst Onderne-mingen te P, de inspecteur.
Op 29 oktober 1996 is van belanghebbende ter griffie een beroepschrift ontvangen, ingediend door haar gemachtigde. Het beroepschrift is gericht tegen de uitspraak van de inspec-teur, gedagtekend 14 oktober 1996, betreffende het bezwaar-schrift van belanghebbende tegen het over het tijdvak 1 oktober 1995 tot en met 31 december 1995 op aangifte voldane bedrag aan omzetbelasting. Op de aangifte is door belangheb-bende een bedrag van / -,= voldaan. Bij de bestreden uit-spraak is teruggaaf geweigerd. Het beroep strekt tot vernie-tiging van de uitspraak van de inspecteur en tot teruggaaf van het bedrag van / -,=.
De inspecteur heeft een vertoogschrift ingediend. Hij conclu-deert primair tot bevestiging van de uitspraak. Subsidiair concludeert hij tot vernietiging van de uitspraak en tot teruggaaf van / -,= en, meer subsidiair, tot teruggaaf van / -,=.
Ter zitting van 5 juni 1997 zijn verschenen de gemachtigde en de inspecteur. De gemachtigde heeft ter zitting een pleitnota voorgedragen en met bijlagen overgelegd. Van deze stukken geldt de inhoud als hier opgenomen. De inspecteur heeft kennis kunnen nemen van de bijlagen en zich erover kunnen uitlaten.
2. Tussen partijen vaststaande feiten
2.1. X B.V. is in 1990 opgericht als vennootschap onder firma door A en B. Op 22 augustus 1992 hebben A en B ieder hun firma-aandeel ingebracht in een besloten vennootschap. Op die dag is belanghebbende opgericht. De aandelen in belanghebben-de worden gehouden door evenbedoelde besloten vennootschap-pen, ieder voor de helft.
2.2. Belanghebbende stelt zich blijkens een in november 1993 door haar uitgegeven brochure ten doel:
'de intuïtie te ontwikkelen om meer inzicht, duidelijkheid en richting te brengen in het eigen leven en meer begrip over het leven in het algemeen. Daartoe worden specifieke vaardig-heden geleerd en gebruikt, zoals healing en reading, het communiceren zonder woorden en het omgaan met de eigen ener-gie en die van een ander'.
2.3. De activiteiten van belanghebbende bestaan, blijkens evengenoemde brochure, hoofdzakelijk uit het organiseren van cursussen. Het betreft:
- Basiscursussen intuïtieve ontwikkeling ('werken aan jezelf,
door energiegereedschap te hanteren');
- Healingopleiding ('je leert communiceren met het wezen van
de ander, waardoor de ander zich bewust wordt van zijn
eigen oplossingen en zo zijn eigen lichaam en geest kan
genezen');
- Cursussen op specifieke thema's (leven en dood, relaties,
man zijn, vrouw zijn, werk, liefde en genegenheid, kracht,
ogen en zien, religie, in je lichaam zijn);
- Readingopleiding ('een intensieve training van het inner-
lijke zien en weten waardoor het mogelijk wordt de energie
(aura's, chakra's) van de ander te lezen zonder de ander te
beoordelen of te willen veranderen');
- Graduateprogramma ('healing en reading worden aangewend om
inzicht te krijgen in specifieke probleemsituaties zowel op
geestelijk als op lichamelijk vlak');
- Vrouwenprogramma ('de eigen vrouwelijke energie en doelein-
den helder te stellen en in eigendom te nemen');
Naast de cursussen organiseert belanghebbende een aantal weekendactiviteiten met bijzondere thema's, zoals natuurda-gen, angst- en agressiedagen, eigen doeleinden, vader-doch-terlessen, moeder-zoonlessen, massage, creatieve uitdrukking en déjà-vu-reizen.
2.4. De basiscursus is toegankelijk voor iedereen. De cursus bestaat uit drie maal twaalf wekelijkse lessen. De healing-cursus is toegankelijk voor degenen die de basiscursus ge-volgd hebben. Deze cursus neemt zes tot negen maanden in beslag. De readingopleiding staat open voor degenen die reeds ten minste zeven cursussen hebben gevolgd. Daarbij vindt een selectie op geschiktheid plaats. Deze opleiding duurt circa twee jaar, waarbij minimaal vijf avonden per twee weken les wordt gegeven. Het graduateprogramma is een eenjarige ver-volgopleiding.
2.5. In het onderhavige tijdvak heeft belanghebbende voor haar werkzaamheden in totaal / -,= aan vergoedingen in reke-ning gebracht. Op aangifte heeft zij ter zake / -,= aan omzetbelasting voldaan.
2.6. Ter zitting zijn partijen het erover eens geworden dat in het onderhavige tijdvak 20 percent van de totale omzet werd behaald met de basiscursussen, 60 percent met de hea-lingopleiding, de readingopleiding, het graduateprogramma en het vrouwenprogramma, en 20 percent met de overige activitei-ten, daaronder begrepen de cursussen met specifieke thema's.
Tussen partijen is in geschil het antwoord op de vraag of, en zo ja, in hoeverre, de door belanghebbende verzorgde cursus-sen kunnen worden aangemerkt als van omzetbelasting vrijge-stelde beroepsopleidingen in de zin van het op artikel 11, eerste lid, aanhef en onderdeel o, sub 2, van de Wet op de omzetbelasting 1968 (hierna: de Wet) gebaseerde artikel 8, eerste lid, onderdeel a, van het Uitvoeringsbesluit omzetbel-asting 1968 (hierna: het Uitvoeringsbesluit).
4. Standpunten van partijen
4.1. Voor de standpunten van partijen zij verwezen naar de stukken van het geding en de onder 1. opgenomen pleitnota.
4.2. Ter zitting hebben partijen hieraan, zakelijk weergege-ven, nog het volgende toegevoegd:
belanghebbende
De beroepen waartoe belanghebbendes cursussen opleiden zijn wel degelijk maatschappelijk erkend. Het aantal zelfstandig gevestigde readers neemt toe. De omstandigheid dat Rea-ding/Healing blijkt te voorzien in de behoeften van een bepaalde doelgroep is reeds een vorm van erkenning.
De dienstverlening door een reader is te vergelijken met die van een psycholoog.
Veel lessen worden gecombineerd gevolgd. De specifieke onder-werpen worden parallel aan het trainingsprogramma gegeven. Het gaat inmiddels om circa twintig klassen van elk twaalf tot twintig cursisten. Er zijn al honderden cursisten afge-studeerd. Een deel van de cursisten stopt na het volgen van de basiscursus. De cursussen worden doorgaans betaald door de cursisten zelf.
de inspecteur
Belanghebbende is niet erkend. Zij beschikt niet over een wettelijke erkenning en ook maatschappelijk ontbeert zij erkenning. De laatstgenoemde vorm van erkenning openbaart zich in objectieve gegevens zoals bijvoorbeeld het doorver-wijzen door een arts, of het vergoeden van de kosten door een verzekeringsmaatschappij. Bij door belanghebbende opgeleide readers/healers ontbreken objectieve aanknopingspunten aan de hand waarvan tot maatschappelijke erkenning zou kunnen worden geconcludeerd.
Uit de brochure blijkt ook dat het gaat om de persoonlijke levenssfeer van de cursisten. Zij hebben veelal al een werk-kring; het gaat niet om verbetering van hun positie door het volgen van de cursus.
5. Beoordeling van het geschil
5.1. Krachtens het op artikel 11, eerste lid, aanhef en onderdeel o, sub 2, van de Wet gebaseerde artikel 8 van het Uitvoeringsbesluit geldt onder andere een vrijstelling voor beroepsopleidingen. Blijkens de Nota van toelichting bij het Uitvoeringsbesluit ziet de vrijstelling voor beroepsoplei-dingen ook op opleidingen die weliswaar niet in strikte zin als beroepsopleidingen kunnen worden aangemerkt, maar die niettemin zijn gericht op het functioneren van personen in een (toekomstige) werkkring. Hiertoe kunnen bijvoorbeeld worden gerekend managementcursussen, automatiseringscursus-sen, sollicitatiecursussen, taalcursussen en cursussen steno-grafie en typevaardigheid. Volgens voormelde Nota van toe-lichting kunnen niet onder de vrijstelling worden gebracht cursussen, welke primair zijn gericht op het verwerven van vaardigheden in de persoonlijke levenssfeer en cursussen met een vrijetijdskarakter. Als voorbeelden van dergelijke laatstbedoelde cursussen noemt de Nota van toelichting onder andere de opleiding voor het rijbewijs B-E.
5.2. Naar het oordeel van het Hof kunnen de door belangheb-bende verzorgde basiscursussen niet worden beschouwd als beroepsopleidingen in vorenbedoelde zin nu deze cursussen primair gericht zijn op het ontwikkelen van de intuïtie teneinde meer inzicht en richting in het eigen leven van de cursist te brengen. Het gaat hier naar het oordeel van het Hof om cursussen die primair zijn gericht op het verwerven van vaardigheden in de persoonlijke levenssfeer. De omstan-digheid dat de basiscursussen een vooropleiding vormen in die zin dat men (tenminste zeven) basiscursussen gevolgd moet hebben alvorens aan bijvoorbeeld de opleiding tot reader te kunnen deelnemen doet daaraan niet af.
5.3. Naar 's Hofs mening heeft belanghebbende onvoldoende aannemelijk gemaakt dat de door belanghebbende verzorgde cursussen met specifieke thema's primair gericht zouden zijn op het functioneren van personen in hun (toekomstige) werk-kring. Evenmin kan worden gezegd dat deze cursussen opleiden tot een vak of beroep. Veeleer is aannemelijk geworden dat ook deze cursussen primair zijn gericht op het verwerven van vaardigheden in de persoonlijke levenssfeer, dan wel een vrijetijdskarakter hebben. Mitsdien kunnen bedoelde cursussen naar het oordeel van het Hof niet delen in de vrijstelling van omzetbelasting.
5.4. De door belanghebbende overgelegde verklaringen van oud-cursisten in aanmerking nemend en gelet op de in de Nota van toelichting gegeven omschrijving van het begrip beroepsoplei-ding, heeft belanghebbende naar het oordeel van het Hof voldoende aannemelijk gemaakt dat de healingopleiding, de readingopleiding, het graduateprogramma en het vrouwenpro-gramma primair gericht zijn op de vervulling van het beroep van reader dan wel op het functioneren van de cursisten in hun werkkring. Derhalve kunnen genoemde opleidingen worden aangemerkt als vrijgestelde beroepsopleidingen in de zin van artikel 8, eerste lid, onderdeel a, van het Uitvoeringsbe-sluit. Aan deze conclusie doet niet af dat de cursisten ook in hun persoonlijke levenssfeer profijt kunnen hebben van het geleerde.
5.5. Gelet op het vorenstaande, is het beroep van belangheb-bende gegrond voor zover het betreft de heffing van omzetbel-asting ter zake van de healingopleiding, de readeropleiding, het graduateprogramma en het vrouwenprogramma. Nu tussen partijen niet in geschil is dat 60 percent van belanghebben-des omzet wordt behaald met deze opleidingen, dient teruggaaf te worden verleend van 60 percent van het door belanghebbende op aangifte voldane bedrag aan omzetbelasting, te weten
/ -,=.
Het Hof acht termen aanwezig de inspecteur te veroordelen in de kosten als bedoeld in artikel 5a van de Wet administratie-ve rechtspraak belastingzaken. Gelet op het Besluit proces-kosten fiscale procedures worden de te vergoeden proceskosten vastgesteld op / 710,= x 2 wegens proceshandelingen x - wegens het gewicht van de zaak, derhalve op / -,=.
Het Hof
- vernietigt de uitspraak van de inspecteur,
- verleent teruggaaf van omzetbelasting tot een bedrag van / -,=,
- veroordeelt de inspecteur tot vergoeding aan belanghebbende van f -,= aan proceskosten en wijst de Staat aan dit bedrag aan belanghebbende te voldoen, en
- gelast de inspecteur het gestorte griffierecht ten bedrage van / 75,= aan belanghebbende te vergoeden.
De uitspraak is vastgesteld op 23 juli 1997 door mr. Bijl, voorzitter, mrs. Den Boer en Van Hilten, leden, in tegenwoor-digheid van mr. Van Aalst als griffier. De beslissing is op die datum ter openbare zitting uitgesproken.
De griffier is verhinderd de uitspraak mede te ondertekenen.
De voorzitter heeft geen bezwaar tegen afgifte door de grif-fier van de uitspraak in geanonimiseerde vorm.
[Zie ook arrest HR nummer 33658 (red.)]