ECLI:NL:GHAMS:1997:AA4155
Gerechtshof Amsterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- M. Schaap
- A. Kwantes
- J. den Boer
- Rechtspraak.nl
Belastingaanslag en aftrekbaarheid van verbouwingskosten van een etage in een monumentenpand
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 3 september 1997 uitspraak gedaan over een belastingaanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen voor het jaar 1991. De belanghebbende, die een etage in een monumentenpand had verworven, had kosten gemaakt voor verbouwingen en stelde dat deze kosten als onderhoudskosten aftrekbaar waren. De inspecteur van de Belastingdienst had de aftrek van deze kosten geweigerd en het belastbaar inkomen vastgesteld op 312.400 gulden. De belanghebbende had de etage in 1990 gekocht voor 45.000 gulden en na de verbouwing in 1991 en 1992 kosten gemaakt van in totaal 107.700 gulden. De inspecteur betwistte de hoogte van de kosten en stelde dat door de verbouwing een nieuwe bron van inkomen was ontstaan, waardoor de kosten niet aftrekbaar waren.
Tijdens de zittingen werd duidelijk dat de etage voor de verbouwing niet geschikt was voor bewoning en dat de verbouwing had geleid tot een aanzienlijke verbetering van de woonruimte. Het Hof oordeelde dat de werkzaamheden aan het casco hoofdzakelijk als onderhoud moesten worden aangemerkt, hoewel er ook sprake was van verbeteringen. Het Hof concludeerde dat de inspecteur de aftrek van de onderhoudskosten niet terecht had geweigerd en dat de belanghebbende recht had op een vermindering van de aanslag tot een belastbaar inkomen van 277.079 gulden. Tevens werd de inspecteur veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van de belanghebbende.
De uitspraak benadrukt de nuances in de beoordeling van verbouwingskosten en de toepassing van belastingwetgeving, vooral in het geval van monumentenpanden. Het Hof heeft de inspecteur ook verplicht om het betaalde griffierecht aan de belanghebbende te vergoeden.