4.2. Het standpunt van de inspecteur houdt, beknopt weergegeven het volgende in:
Belanghebbende beschikt over alle middelen - arbeid, know how, relaties en werkkapitaal - nodig voor het ontwikkelen van projecten. Zij loopt ook de risico's. Zonder potentiële koper wordt het project niet tot stand gebracht.
Het project wordt aan een belegger verkocht voor een vast bedrag dat wordt bepaald door de te verwachten huuropbrengsten en het door de belegger gewenste rendement. De belegger financiert zelf de grond en de aanneemsom. Deze bedragen worden, evenals verdere door de belegger gefinancierde kosten, verrekend met de vaste verkoopprijs van het project. Belanghebbende loopt het prijsrisico van de kosten en stelt zich garant voor de C B.V.'s. De beide directeuren/ aandeelhouders van belanghebbende beschikken over de contacten en de kennis nodig voor projectontwikkeling en de uitvoering daarvan. Zij voeren alle onderhandelingen en nemen alle beslissingen.
Voor de uitvoering van de projecten schakelt belanghebbende C B.V.'s in die over niets anders dan het wettelijke minimum aandelenkapitaal beschikken. Het is dan niet juist dat de winst voornamelijk neerslaat in de C B.V.'s. Dit komt alleen maar omdat belanghebbende op onzakelijke voorwaarden afstand doet van de winstpotentie van de projecten. Belanghebbende draagt de projecten voor te verwaarlozen bedragen - tot 1984: ƒ 300,= per project en daarna om niet - over aan de C B.V.'s. Daardoor is de in de periode 1984-1988 op projecten gerealiseerde winst van ruim
ƒ 102.000,= ten goede gekomen van de C B.V.'s. Belanghebbende heeft voor zichzelf alleen ƒ 22.000,= managementfee voor de bouwbegeleiding ontvangen. De enige zakelijke prijs voor de overdracht van de projecten is de prijs die aansluit bij de uiteindelijk op een project gerealiseerde winst. De zakelijke beloning voor de C B.V.'s moet worden bepaald aan de hand van het enige middel dat zij bezitten, het wettelijke minimumkapitaal.
Hooguit kan aan de C B.V.'s een winst worden gelaten van 5% van de projectonwikkelingskosten die zij te eigen laste hebben, zijnde de aankoopprijs van het project vermeerderd met de kosten van de haalbaarheidsopdracht.
Het gaat in dit geding om onttrekkingen aan belanghebbende en informele kapitaalstortingen in de C B.V.'s. De aandelen van de C B.V.'s vormen voor belanghebbende geen deelneming maar voorraad, omdat belanghebbende vanaf de verkrijging van die aandelen het oogmerk heeft deze te verkopen. De onttrekkingen kunnen alternatief als volgt aan de jaren worden toegerekend:
a. Bij belanghebbende wordt belast het bedrag dat in de
aangifte onder de deelnemingsvrijstelling is ver-
antwoord, en de bedragen die C B.V.'s in een jaar
aan de vervangingsreserve doteren. Hierop kan een
standaardrendement voor de C B.V.'s in mindering
worden gebracht.
b. Bij belanghebbende wordt in het jaar van overdracht
van een project aan een C B.V. als onttrekking aan-
gemerkt het verschil tussen de in rekening gebrachte
overdrachtsprijs en de werkelijke waarde van het
project, zijnde ofwel de uiteindelijk in de loop
der jaren op het project behaalde winst ofwel de
de statistisch per jaar bepaalde winst als vermeld
op blz. 72 van het rapport.
Vanaf 1984 zijn de overdrachten van de projecten aan de C B.V.'s schijnhandelingen. Voor de overdracht wordt geen prijs in rekening gebracht noch wordt daarvan een overeenkomst opgemaakt. Als wel van reële overdrachten kan worden gesproken, hebben die overdrachten slechts tot gevolg dat doel en strekking van de Wet op de vennootschapsbelasting worden gefrustreerd. Ook daarom moet de winst van de projecten bij belanghebbende worden belast. Dit geldt ook voor de gevormde vervangingsreserve. Overigens kan helemaal geen vervangingsreserve worden gevormd. Het gaat om omzet in plaats van om bedrijfsmiddelen. Voorts ontbreekt een vervangingsvoornemen. De gemaakte afspraak mist betekenis. De feiten zijn tijdens de bespreking niet juist naar voren gebracht.
Aan het akkoord gaan met een verkoopwaarde van ƒ 48.000,= bij de overdracht aan X Holding kan geen enkel vertrouwen worden ontleend. De goedkeuring heeft alleen betrekking op de reorganisatie van het C-concern.
De correctie van het belastbare bedrag komt bij de statistisch per jaar bepaalde winst uit op ƒ 38.196,= (meer winst ƒ 24.000,= + vrijval vervangingsreserve ƒ 14.196,=); bij een zakelijke prijs voor de in 1985 overgedragen projecten komt de correctie uit op ƒ 31.260,= (meer winst ƒ 17.064,= + vrijval vervangingsreserve); in alle andere gevallen waarbij wordt aangesloten bij de commerciële winstberekening komt de correctie uit op ƒ 27.197,= (meer winst ƒ 13.001,= + vrijval vervangingsreserve).