ECLI:NL:GHAMS:1989:AD6677

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
30 oktober 1989
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
88/4422
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • Mr. Van Ballegooijen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevestiging van de uitspraak van de inspecteur inzake de aanslag inkomstenbelasting 1986

Op 30 oktober 1989 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in de zaak van X. te Z, belanghebbende, tegen de uitspraak van de Inspecteur der directe belastingen te P., gedateerd 10 augustus 1988, betreffende de aanslag in de inkomstenbelasting voor het jaar 1986. Het beroep is behandeld ter zitting op 16 oktober 1989, waar de inspecteur aanwezig was. De belanghebbende heeft niet aannemelijk gemaakt dat hij samen met zijn echtgenote ten minste 1.400 uren heeft gewerkt in de onderneming, wat een vereiste was voor de belastingaftrek. Het Hof heeft geoordeeld dat de uren waarin de belanghebbende en/of zijn echtgenote alleen beschikbaar zijn, maar feitelijk geen werkzaamheden verrichten, niet in aanmerking kunnen worden genomen. De brief van de belanghebbende van 13 april 1989 werd door het Hof niet in overweging genomen, omdat het Hof hier niet om had verzocht en de belanghebbende geen toestemming had gegeven voor het indienen van een conclusie van repliek. Het Hof bevestigt de uitspraak van de inspecteur, waarmee de aanslag in stand blijft.

Uitspraak

GERECHTSHOF TE AMSTERDAM
Tweede Enkelvoudige Belastingkamer
PROCES-VERBAAL
van de mondelinge uitspraak in het beroep van X. te Z, belanghebbende,
tegen
de uitspraak van de Inspecteur der directe belastingen te P., gedagtekend 10 augustus 1988, betreffende de aanslag in de inkomstenbelasting voor het jaar 1986.
Het beroep is behandeld ter zitting van 16 oktober 1989 waar is verschenen de inspecteur.
BESLISSING
Het Hof bevestigt de uitspraak van de inspecteur.
GRONDEN
Tegenover de gemotiveerde betwisting door de inspecteur heeft belanghebbende niet aannemelijk gemaakt dat hij samen met zijn echtgenote ten minste 1.400 uren heeft gewerkt in de onderneming. De uren waarin belanghebbende en/of zijn echtgenote alleen beschikbaar zijn en feitelijk geen werkzaamheden uitvoeren voor de onderneming, kunnen hierbij niet in aanmerking worden genomen.
Op het gestelde in de brief van belanghebbende van 13 april 1989 kan het Hof geen acht slaan, nu het Hof daarom niet heeft verzocht en belanghebbende geen toestemming heeft tot het indienen van een conclusie van repliek en niet ter zitting is verschenen.
De uitspraak is gedaan op 30 oktober 1989 door Mr. Van Ballegooijen, lid van de belastingkamer, in tegenwoordigheid Van Geel-Cieraad als griffier.
Waarvan is opgemaakt dit proces-verbaal door het lid van de belastingkamer, en de griffier ondertekend.