ECLI:NL:CRVB:2025:42

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
9 januari 2025
Publicatiedatum
9 januari 2025
Zaaknummer
24/1323 ANW
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Weigering van een uitkering op grond van de Algemene Nabestaandenwet (ANW) wegens gebrek aan verzekering van de echtgenoot

In deze uitspraak van de Centrale Raad van Beroep op 9 januari 2025, wordt het hoger beroep van appellante tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam behandeld. De zaak betreft de weigering van een uitkering op grond van de Algemene Nabestaandenwet (ANW) aan appellante, wier echtgenoot op de datum van overlijden niet verzekerd was voor de ANW. De echtgenoot van appellante, die in Marokko woonde, had in Nederland gewerkt van 8 september 1965 tot en met 17 juli 1966, maar was op het moment van overlijden op [datum 2] 2021 niet verzekerd, noch verplicht noch vrijwillig, voor de ANW. De Sociale Verzekeringsbank (Svb) had de aanvraag van appellante op 9 maart 2023 afgewezen, en dit besluit werd in stand gehouden door de rechtbank.

De Raad oordeelt dat de rechtbank terecht heeft geoordeeld dat appellante geen recht heeft op een ANW-uitkering. De Raad stelt vast dat de echtgenoot van appellante op de datum van overlijden geen ingezetene was en niet in Nederland werkzaam was, waardoor hij niet verzekerd was voor de ANW. Bovendien was er geen recht op een nabestaandenuitkering op basis van het socialezekerheidsverdrag tussen Nederland en Marokko, aangezien de echtgenoot niet verzekerd was onder de Marokkaanse wetgeving. De financiële situatie van appellante kan niet leiden tot het toekennen van een ANW-uitkering. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en het hoger beroep wordt verworpen.

De uitspraak is gedaan door J.H. Ermers, in tegenwoordigheid van R.R. Olde Engberink als griffier. Tegen deze uitspraak kunnen partijen binnen zes weken na de datum van verzending beroep in cassatie instellen bij de Hoge Raad der Nederlanden.

Uitspraak

24/1323 ANW
Datum uitspraak: 9 januari 2025
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Uitspraak op het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 8 mei 2024, 23/4450 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
[Appellante] te [woonplaats] , Marokko (appellante)
de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank (Svb)
SAMENVATTING
In deze uitspraak volgt de Raad het oordeel van de rechtbank dat aan appellante terecht een uitkering op grond van de ANW is geweigerd. De overleden echtgenoot van appellante was op de datum van overlijden niet verplicht of vrijwillig verzekerd voor de ANW. Hij was ook niet verzekerd op grond van Marokkaanse wetgeving.

PROCESVERLOOP

Appellante heeft hoger beroep ingesteld. Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
De Raad heeft de zaak behandeld op een zitting van 28 november 2024. Appellante is niet verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. M.F. Sturmans.

OVERWEGINGEN

Inleiding

1. Bij de beoordeling van het hoger beroep zijn de volgende feiten en omstandigheden van belang.
1.1.
Appellante is op [datum 1] 1978 getrouwd met [naam echtgenoot] (echtgenoot). Haar echtgenoot heeft in Nederland gewerkt van 8 september 1965 tot en met 17 juli 1966. Hij woonde in Marokko en is daar op [datum 2] 2021 overleden. De echtgenoot van appellante ontving een ouderdomspensioen op grond van de AOW. [1] Na zijn overlijden heeft appellante een uitkering op grond van de ANW [2] aangevraagd.
1.2.
Met een besluit van 9 maart 2023 heeft de Svb de aanvraag afgewezen. Appellante heeft hiertegen bezwaar gemaakt. Met een besluit van 25 mei 2023 (betreden besluit) is het bezwaar van appellante ongegrond verklaard. De Svb heeft hierbij overwogen dat de echtgenoot op de dag van overlijden niet verzekerd was voor de ANW.
Uitspraak van de rechtbank
2. De rechtbank heeft het beroep tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard en daarmee het bestreden besluit in stand gelaten.
Het standpunt van appellante
3. Appellante is het met de uitspraak van de rechtbank niet eens. Wat zij daartegen heeft aangevoerd wordt hierna besproken.

Het oordeel van de Raad

4.1.
De Raad beoordeelt of de rechtbank terecht het bestreden besluit in stand heeft gelaten aan de hand van appellante in hoger beroep heeft aangevoerd, de beroepsgronden. De Raad komt tot het oordeel dat het hoger beroep niet slaagt.
4.2.
De wettelijke regels die voor de beoordeling van het hoger beroep belangrijk zijn, zijn te vinden in de bijlage bij deze uitspraak.
4.3.
Voor het recht op een ANW-uitkering is vereist dat de echtgenoot op de datum van zijn overlijden verzekerd was voor de ANW.
4.3.1.
Het betoog van appellante dat haar echtgenoot in het verleden in Nederland heeft gewerkt, maakt niet dat recht bestaat op een ANW-uitkering. Op de datum van overlijden was haar echtgenoot geen ingezetene of in Nederland werkzaam in dienstbetrekking. De echtgenoot was dus op de datum van overlijden niet verplicht verzekerd voor de ANW. Verder is niet in geschil dat hij ook niet vrijwillig verzekerd was voor de ANW.
4.3.2.
Appellante kan ook geen recht op een nabestaandenuitkering ontlenen aan het socialezekerheidsverdrag tussen Nederland en Marokko. Op grond van dat verdrag kan een nabestaande aanspraak maken op een ANW-uitkering in Nederland als de echtgenoot bij overlijden voor dat zelfde risico was verzekerd in Marokko. [3] De echtgenoot van appellante was echter niet verzekerd op grond van de Marokkaanse wettelijke regelingen.
4.3.3.
Op de datum van zijn overlijden was de echtgenoot van appellante dus niet verzekerd voor de ANW. Het beroep van appellante op haar moeilijke financiële situatie slaagt niet. De financiële situatie van appellante kan op zichzelf niet leiden tot het toekennen van een ANWuitkering. De aanvraag is terecht afgewezen.

Conclusie en gevolgen

4.4.
Het hoger beroep slaagt dus niet. De aangevallen uitspraak wordt bevestigd. Dit betekent dat de weigering van de Svb om appellante in aanmerking te brengen voor een ANWuitkering in stand blijft.
5. Omdat het hoger beroep niet slaagt krijgt appellante geen vergoeding van haar proceskosten en het betaalde griffierecht.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de aangevallen uitspraak.
Deze uitspraak is gedaan door J.H. Ermers, in tegenwoordigheid van R.R. Olde Engberink als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 9 januari 2025.
(getekend) J.H. Ermers
(getekend) R.R. Olde Engberink
Tegen deze uitspraak kunnen partijen binnen zes weken na de datum van verzending beroep in cassatie instellen bij de Hoge Raad der Nederlanden (Postbus 20303, 2500 EH Den Haag) ter zake van schending of verkeerde toepassing van bepalingen over het begrip verzekerde.

DÉCISION

La Centrale Raad van Beroep (Cour d'Appel Centrale),
statue:
confirme la décision attaquée.
Par conséquent, décidée par J.H. Ermers en présence de R.R. Olde Engberink en qualité de greffier, ainsi que prononcée en public, le 9 janvier 2025.
Les parties disposent d’un délai de six semaines á compter de la date d’envoi pour introduire un pourvoi en cassation contre cette décision devant la Cour de Cassation des Pays-Bas: Hoge Raad der Nederlanden (Postbus 20303, NL2500 EH ‘s-Gravenhage) au titre de la violation ou de la mauvaise application des dispositions concernant la notion de groupe d’assuré.

Bijlage: voor deze uitspraak belangrijke wettelijke regels

Algemene nabestaandenwet
Artikel 1
In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
(…)
nabestaande: de echtgenoot van degene, die op de dag van overlijden verzekerd is op grond van deze wet;
(…)
Artikel 13
1. Verzekerd overeenkomstig de bepalingen van deze wet is degene, die
ingezetene is;
geen ingezetene is, doch ter zake van in Nederland of op het continentaal plat in dienstbetrekking verrichte arbeid aan de loonbelasting is onderworpen.
(…)
Artikel 14
1. Recht op nabestaandenuitkering heeft de nabestaande die:
een ongehuwd kind heeft, dat jonger is dan 18 jaar en niet tot het huishouden van een ander behoort; of
arbeidsongeschikt is (…)
(…)
Algemeen Verdrag inzake sociale zekerheid tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Koninkrijk Marokko
Artikel 22
1. Wanneer een werknemer op wie dit Verdrag van toepassing is, op het tijdstip van zijn overlijden verzekerd is krachtens de Marokkaanse wettelijke regelingen, en tijdvakken van verzekering volgens de Nederlandse wettelijke regelingen inzake uitkeringen aan nagelaten betrekkingen heeft vervuld, kan zijn weduwe op een pensioen krachtens laatstgenoemde wettelijke regelingen aanspraak maken.
(…)

Voetnoten

1.Algemene Ouderdomswet.
2.Algemene nabestaandenwet.
3.Artikel 14, eerste lid, ANW in samenhang met artikel 1, aanhef en onder d, van de ANW; artikel 22 van het Algemeen Verdrag inzake sociale zekerheid tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Koninkrijk Marokko, Trb. 1972, 34.