ECLI:NL:CRVB:2025:403
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Weigering van ANW-uitkering op basis van verzekeringsstatus van de echtgenoot
In deze uitspraak van de Centrale Raad van Beroep wordt de weigering van een ANW-uitkering aan appellante bevestigd. De zaak betreft een hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam. Appellante had een uitkering op grond van de Algemene Nabestaandenwet (ANW) aangevraagd na het overlijden van haar echtgenoot, die op de datum van zijn overlijden niet verzekerd was voor de ANW. De rechtbank had geoordeeld dat de echtgenoot van appellante, die in Marokko woonde, niet verzekerd was op basis van de Nederlandse wetgeving en ook niet op basis van de Marokkaanse wettelijke regelingen. De Centrale Raad van Beroep volgt dit oordeel en bevestigt dat appellante geen recht heeft op de ANW-uitkering, omdat haar echtgenoot niet verzekerd was ten tijde van zijn overlijden. De Raad wijst erop dat de gezondheids- en financiële situatie van appellante geen invloed kan hebben op het recht op de uitkering. De uitspraak benadrukt de noodzaak van verzekering op het moment van overlijden voor aanspraak op de ANW-uitkering. De Raad concludeert dat het hoger beroep niet slaagt en dat de eerdere uitspraak van de rechtbank in stand blijft.