Uitspraak
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
Inleiding
Het oordeel van de Raad
Conclusie en gevolgen
BESLISSING
- bevestigt de aangevallen uitspraak;
- wijst het verzoek om veroordeling tot vergoeding van schade af.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft appellante, die lijdt aan een visuele beperking en psychische klachten, een maatwerkvoorziening voor huishoudelijke ondersteuning aangevraagd bij het college van burgemeester en wethouders van Sittard-Geleen. Het college heeft na zorgvuldig onderzoek besloten om de maatwerkvoorziening te verlenen, maar heeft geen tijd meer toegekend voor maaltijdverzorging. Appellante is het niet eens met deze beslissing en heeft hoger beroep ingesteld. De rechtbank Limburg heeft het beroep van appellante ongegrond verklaard, wat heeft geleid tot het hoger beroep bij de Centrale Raad van Beroep.
De Raad heeft de zaak behandeld en vastgesteld dat het college de maatwerkvoorziening correct heeft vastgesteld. Appellante ontving van 15 augustus 2016 tot en met 14 augustus 2021 een maatwerkvoorziening van 260 minuten per week, maar na een herbeoordeling is dit verlaagd naar 206 minuten per week zonder tijd voor maaltijdverzorging. De Raad oordeelt dat het college voldoende onderzoek heeft gedaan naar de hulpvraag van appellante en dat de beslissing om geen tijd meer toe te kennen voor maaltijdverzorging terecht is. Appellante heeft niet kunnen aantonen dat het college onvoldoende rekening heeft gehouden met haar persoonlijke omstandigheden.
De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en wijst het verzoek om schadevergoeding af. Appellante krijgt geen vergoeding voor proceskosten of griffierecht, omdat het hoger beroep niet slaagt. De uitspraak is gedaan op 27 februari 2025.