ECLI:NL:CRVB:2025:262

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
14 februari 2025
Publicatiedatum
19 februari 2025
Zaaknummer
24/2219 ANW
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep wegens termijnoverschrijding zonder bijzondere omstandigheden

In deze zaak heeft appellante hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Amsterdam. De Centrale Raad van Beroep heeft op 14 februari 2025 geoordeeld dat het hoger beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, omdat het beroepschrift te laat is ingediend. De termijn voor het indienen van een beroepschrift bedraagt zes weken, zoals bepaald in artikel 6:7 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Deze termijn begint te lopen op de dag na de bekendmaking van de aangevallen uitspraak. In dit geval is de uitspraak op 19 juli 2024 aan partijen bekendgemaakt, en het beroepschrift is pas op 1 oktober 2024 ontvangen, terwijl het op 19 september 2024 ter post is bezorgd. Dit betekent dat het beroepschrift te laat is ingediend.

Appellante heeft verklaard dat zij ziek was, wat de reden zou zijn voor de termijnoverschrijding. Echter, zij heeft geen bijzondere omstandigheden aangevoerd die deze overschrijding verschoonbaar maken. De Centrale Raad van Beroep heeft vastgesteld dat de ziekte van appellante niet zo ernstig was dat zij niet binnen de beroepstermijn hoger beroep kon instellen of iemand anders kon machtigen om dit te doen. Gezien deze omstandigheden heeft de Raad besloten dat het hoger beroep niet-ontvankelijk is, zonder verder onderzoek te doen. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

De uitspraak is gedaan door M.A.H. van Dalen-van Bekkum, in tegenwoordigheid van A. Giesen als griffier, en is openbaar uitgesproken op 14 februari 2025. Tegen deze uitspraak kunnen belanghebbenden en het bestuursorgaan binnen zes weken na verzending van het afschrift schriftelijk verzet doen.

Uitspraak

Datum uitspraak: 14 februari 2025
24/2219 ANW
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Uitspraak als bedoeld in de artikelen 8:54 en 8:108 van de Algemene wet bestuursrecht in verband met het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van
18 juli 2024, 23/5342 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
[appellante] te Marokko (appellante)
de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank (Svb)

PROCESVERLOOP

Appellante heeft hoger beroep ingesteld tegen de aangevallen uitspraak.

OVERWEGINGEN

In artikel 6:7 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is bepaald dat de termijn voor het indienen van een beroepschrift zes weken bedraagt. Deze termijn gaat in op de dag nadat de aangevallen uitspraak aan partijen is bekendgemaakt. Dat volgt uit artikel 6:8 van de Awb.
Een beroepschrift is tijdig ingediend als het voor het einde van de termijn is ontvangen of als het voor het einde van de termijn ter post is bezorgd en het niet later dan een week na afloop van de termijn is ontvangen. Deze regels staan in artikel 6:9 van de Awb. Uit artikel 6:24 van de Awb volgt dat deze bepalingen ook gelden voor het hoger beroep.
Als een beroepschrift na afloop van de beroepstermijn is ingediend, blijft
niet-ontvankelijkverklaring op grond van termijnoverschrijding achterwege als die overschrijding het gevolg is van bijzondere omstandigheden die de indiener betreffen, of als deze is veroorzaakt door handelen of nalaten van het bestuursorgaan, en mogelijk ook als sprake is van een andere reden die tot die overschrijding heeft geleid. Bij de beoordeling of hiervan sprake is worden alle omstandigheden van het geval in hun samenhang bezien.
Als het beroepschrift niet tijdig is ingediend en de termijnoverschrijding is niet verschoonbaar, dan moet het hoger beroep niet-ontvankelijk worden verklaard.
De uitspraak waartegen hoger beroep is ingesteld is op 19 juli 2024 in afschrift aan partijen toegezonden.
Het beroepschrift is op 1 oktober 2024 ontvangen. Het is, gezien de poststempel op de enveloppe, op 19 september 2024 ter post bezorgd. Dit betekent dat het beroepschrift te laat is ingediend.
Bij brief van 30 oktober 2024 is aan appellante gevraagd naar de reden van de termijnoverschrijding.
Appellante heeft daarop bij brief van 27 november 2024, binnengekomen op
10december 2024, geantwoord dat zij ziek is geweest en dat zij daarom later heeft gereageerd.
Appellante heeft daarmee geen bijzondere omstandigheid aangevoerd die maakt dat de termijnoverschrijding verschoonbaar is. Appellante heeft niets aangevoerd waaruit blijkt dat haar ziekte zo ernstig was dat zij niet binnen de beroepstermijn hoger beroep kon instellen of iemand anders kon machtigen om namens haar hoger beroep in te stellen.
Het hoger beroep is kennelijk niet-ontvankelijk, zodat zonder verder onderzoek kan worden beslist.
Voor een proceskostenveroordeling is geen aanleiding.
BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep verklaart het hoger beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door M.A.H. van Dalen-van Bekkum, in tegenwoordigheid van
A.Giesen als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 14 februari 2025.
(getekend) M.A.H. van Dalen-van Bekkum
(getekend) A. Giesen
Tegen deze uitspraak kunnen een belanghebbende en het bestuursorgaan binnen zes weken na de verzending van het afschrift van deze uitspraak schriftelijk verzet doen bij de Centrale Raad van Beroep, Postbus 16002, 3500 DA UTRECHT. De indiener van het verzetschrift kan daarbij vragen in de gelegenheid te worden gesteld te worden gehoord.

DÉCISION

La Centrale Raad van Beroep (Cour d’Appel Centrale) déclare le recours interjeté non-recevable.
Par conséquent, décidée par le maître M.A.H. van Dalen-van Bekkum en présence de
A.Giesen en qualité de greffier, ainsi que prononcée en public, le 14 février 2025.
(signé) M.A.H. van Dalen-van Bekkum
(signé) A. Giesen
Les intéressés et les organes d'administration auront le droit à présenter une opposition écrite contre la présente décision, dans les six semaines suivantes à la notification de la copie, à la Centrale Raad van Beroep (Cour d'Appel Centrale), Postbus 16002, 3500 DA UTRECHT. L'intéressé présentant l'opposition pourra demander d'avoir l'opportunité d'être entendu sur son opposition.