Uitspraak
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
Inleiding
Het oordeel van de Raad
Conclusie en gevolgen
BESLISSING
- bevestigt de aangevallen uitspraak;
- wijst het verzoek om het college te veroordelen tot het vergoeden van schade af.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak gaat het om de intrekking van bijstand, de terugvordering van bijstand van € 2.710,65 en de oplegging van een boete van € 540,- aan appellante. Het college van burgemeester en wethouders van Utrecht heeft deze maatregelen genomen omdat appellante haar inlichtingenverplichting heeft geschonden. Appellante heeft bij de aanvraag om bijstand niet gemeld dat zij vier bankrekeningen en drie ondernemingen op haar naam heeft staan, en ook niet dat zij gokactiviteiten heeft verricht. Het college heeft vastgesteld dat appellante niet alle relevante informatie heeft verstrekt, waardoor het recht op bijstand niet kon worden vastgesteld. Appellante heeft in hoger beroep aangevoerd dat zij wel alle benodigde informatie heeft verstrekt, maar de Raad voor de Rechtspraak heeft deze argumenten verworpen. De Raad heeft geoordeeld dat het college terecht de bijstand heeft ingetrokken en de boete heeft opgelegd, en dat het verzoek om schadevergoeding van appellante wordt afgewezen. De uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland is bevestigd, en appellante krijgt geen vergoeding voor proceskosten of griffierecht.