ECLI:NL:CRVB:2025:1735
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Weigering omzetting studiefinanciering in gift na behalen masterdiploma
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 27 november 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Rotterdam. De appellant, die zijn masterdiploma heeft behaald, verzocht om zijn gehele studiefinanciering om te zetten in een gift. De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap had echter alleen de prestatiebeurs omgezet in een gift, terwijl de lening en het collegegeldkrediet moesten worden terugbetaald op grond van de Wet studiefinanciering 2000 (Wsf 2000). De Raad oordeelde dat de minister niet verplicht was om de overige delen van de studiefinanciering om te zetten in een gift, en bevestigde daarmee de uitspraak van de rechtbank. De Raad stelde vast dat appellant binnen de diplomatermijn was afgestudeerd, maar dat de regels van de Wsf 2000 niet vereisten dat ook de lening en het collegegeldkrediet in gift werden omgezet. De Raad benadrukte dat appellant gelijkgesteld was aan studenten met de Nederlandse nationaliteit en dat de terugbetaling van studieleningen onder gunstige voorwaarden plaatsvond. De Raad concludeerde dat er geen grond was voor de minister om af te wijken van de wetgeving en dat het hoger beroep van appellant niet slaagde.