ECLI:NL:CRVB:2025:1562
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Weigering van persoonsgebonden budget voor individuele begeleiding op basis van kwaliteitseisen
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 22 oktober 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de uitspraken van de rechtbank Gelderland. Appellant, geboren in 1989 en bekend met psychiatrische en verslavingsproblematiek, heeft een aanvraag ingediend voor een persoonsgebonden budget (pgb) voor individuele begeleiding door zijn vader. Het college van burgemeester en wethouders van Harderwijk heeft deze aanvraag afgewezen, omdat niet gewaarborgd is dat de begeleiding door de vader voldoet aan de benodigde kwaliteitseisen. De rechtbank heeft de beroepen tegen de besluiten van het college ongegrond verklaard, wat appellant niet kon accepteren. Hij stelde dat zijn vader al sinds 2014 voor hem zorgt en dat hij in aanmerking wil komen voor een pgb. De Raad heeft de zaak behandeld op een zitting op 10 september 2025, waar appellant en zijn vader, bijgestaan door advocaat mr. B.J.H.L. Brouwer, aanwezig waren. Het college werd vertegenwoordigd door mr. L.G. Röst. De Raad heeft geconcludeerd dat het college op goede gronden de verdere verstrekking van het pgb heeft geweigerd, omdat de vader van appellant niet over de vereiste deskundigheid beschikt om adequate begeleiding te bieden. De Raad bevestigt de aangevallen uitspraken van de rechtbank, wat betekent dat de bestreden besluiten in stand blijven. Appellant krijgt geen vergoeding voor proceskosten of griffierecht.