Uitspraak
19 december 2024, 23/5155
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft appellante, vertegenwoordigd door mr. M. Kaplan, hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Rotterdam. De rechtbank had op 19 december 2024 een uitspraak gedaan in de zaak met nummer 23/5155. De Centrale Raad van Beroep heeft op 17 september 2025 uitspraak gedaan in het hoger beroep met nummer 25/245 WMO15. De Raad heeft vastgesteld dat het griffierecht van € 143,- niet binnen de gestelde termijn is betaald. Appellante is herhaaldelijk gewezen op de verplichting tot betaling van het griffierecht, maar heeft nagelaten dit tijdig te doen. De Raad oordeelt dat het hoger beroep daardoor kennelijk niet-ontvankelijk is. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot verzet tegen deze uitspraak binnen zes weken na verzending van het afschrift.