ECLI:NL:CRVB:2025:1256
Centrale Raad van Beroep
- Proces-verbaal
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag bijzondere bijstand voor tandheelkundige kosten en de toepassing van tegenwettelijk begunstigend beleid
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 12 augustus 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant. De appellant had een aanvraag ingediend voor bijzondere bijstand voor tandheelkundige kosten, welke was afgewezen door het college van burgemeester en wethouders van Eindhoven. De Raad heeft vastgesteld dat de Zorgverzekeringswet (Zvw) een voorliggende voorziening is voor de kosten van tandheelkundige behandelingen, zoals bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Participatiewet (PW). Het college had geen beleid dat het mogelijk maakte om in weerwil van deze wet bijzondere bijstand voor tandheelkundige kosten te vergoeden.
De appellant voerde aan dat het ontbreken van tegenwettelijk begunstigend beleid een tekortkoming was die niet ten nadele van hem mocht komen. De Raad heeft echter geoordeeld dat het ontbreken van dergelijk beleid als een gegeven wordt aanvaard en dat de vraag of dit al dan niet aanvaardbaar is vanwege de nadelige gevolgen voor de appellant niet aan de orde is. De Raad bevestigde hiermee de eerdere rechtspraak en oordeelde dat er geen aanleiding was voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak werd openbaar uitgesproken en de zaak werd behandeld door de enkelvoudige kamer, waarbij de griffier M. Ramanand de uitspraak heeft vastgelegd.