Uitspraak
30 november 2022, 21/1837 (aangevallen uitspraak)
SAMENVATTING
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
Inleiding
46,93 uur per week. Appellante is van deze werkzaamheden uitgevallen op 17 januari 2011 in verband met medische klachten. Na afloop van de voorgeschreven wachttijd heeft het Uwv aan appellante met ingang van 14 januari 2013 een loongerelateerde WGA-uitkering op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA) toegekend. De mate van arbeidsongeschiktheid is daarbij vastgesteld op 65,93%. Na afloop van de loongerelateerde periode heeft het Uwv appellante met ingang van 14 januari 2014 een WGA-vervolguitkering toegekend, waarbij de mate van arbeidsongeschiktheid is vastgesteld op 65 tot 80%. Appellante is nadien blijven werken als vrachtwagenchauffeur, voor gemiddeld 15 uur per week, maar heeft dit werk vanwege een verslechtering in haar gezondheid uiteindelijk gestaakt in het voorjaar van 2020.
45 tot 55% arbeidsongeschikt wordt geacht.
1 maart 2021 ongewijzigd.
7 juni 2023 van medisch adviseur P.J.A.J. van Amelsfoort en arbeidsdeskundig adviseur M. Overduin van Expertise Instituut overgelegd. In dit rapport wordt geconcludeerd dat er een indicatie is voor het aannemen van een milde urenbeperking van zes uur per dag met een maximum van 30 uur per week. Hierbij moet rekening worden gehouden met een groot uitvalrisico. Doordat de urenbeperking niet is meegenomen in het vaststellen van geschikte functies voor appellante is het Uwv niet tot een juist percentage arbeidsongeschiktheid gekomen. Vanwege het grote uitvalrisico zijn de kansen van appellante op de arbeidsmarkt niet groot. Het eindrapport van de re-integratiedienst van 16 november 2023 onderschrijft dat appellante in realiteit geen kansen heeft op de arbeidsmarkt.
Het oordeel van de Raad
7 juni 2023 van Van Amelsfoort. Van Amelsfoort heeft vastgesteld dat de al jaren bestaande vermoeidheid van appellante, met een noodzaak tot bedrust in de middag van twee uur, zich laat verklaren door het bestaan van chronische pijnklachten en het aanvalsgewijze optreden van migraine en clusterhoofdpijn (energetisch probleem, verhoogd energieverbruik), zodat een urenbeperking op energetische gronden geïndiceerd is. Daarnaast is deze ook op deels preventieve gronden geïndiceerd vanwege de persoonlijkheidsstoornis van appellante met de neiging over haar grenzen van belastbaarheid te gaan.
Van Amelsfoort. Van Amelsfoort heeft in zijn rapport vastgesteld dat sprake is van een meermaals per jaar optredende uitval als gevolg van aanvalsgewijs optredende clusters en dat clusterrijke periodes zich afwisselen met clustervrije periodes. De clusters leiden ondanks een goed effect van medicatie en zuurstof tot een verhoogd uitvalrisico en presenteïsme.