Uitspraak
25 mei 2021, 20/2803
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- veroordeelt het college in de proceskosten van appellante tot een bedrag van
- bepaalt dat het college aan appellante het in hoger beroep betaalde griffierecht van € 134,- vergoedt.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft appellante, vertegenwoordigd door mr. J.S. Vlieger, hoger beroep ingesteld tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam. Op 23 november 2021 heeft mr. Vlieger het hoger beroep ingetrokken en verzocht om een proceskostenveroordeling. Het college heeft geen verweerschrift ingediend en het onderzoek ter zitting is achterwege gelaten. De Centrale Raad van Beroep heeft vastgesteld dat het college volledig aan de bezwaren van appellante tegemoet is gekomen door een vergoeding voor de gemaakte proceskosten in bezwaar toe te kennen.
De Raad heeft geoordeeld dat het college op verzoek van appellante moet worden veroordeeld in de proceskosten die zij redelijkerwijs heeft moeten maken in verband met de behandeling van het hoger beroep. De proceskosten zijn begroot op € 437,50, waarbij een wegingsfactor van 0,5 is toegepast omdat er alleen over de proceskostenvergoeding is geprocedeerd. Daarnaast moet het college het door appellante betaalde griffierecht van € 134,- vergoeden.
De uitspraak is gedaan door M. Wolfrat, in tegenwoordigheid van A. Giesen als griffier, en is openbaar uitgesproken op 9 april 2024.